maandag 28 december 2015

Kaarsen.


Ze leeft allang niet meer, maar in een vergeten laadje met sieraden kwam de herinnering aan haar naar boven. Lang geleden kreeg ik een broche van haar. Een kleine broche met lichtblauw doorzichtig glas. Wel heel mooi. En op het moment dat ik de broche in het laadje zag, was ook zij weer in mijn gedachten. Een lieve vrouw, een hartelijk mens. Ze gaf mij de broche zonder dat ik jarig was of dat er een feestdag was. Het kleine ding past bij mij. En terwijl ik het in mij handen voel, komen de herinneringen aan de vrouw naar boven dwarrelen.

Lang geleden vertelde ze mij over haar tic. Alle kaarsen en kaarsjes die ze had, die moesten gebrand hebben. Het lontje stak ze aan om het daarna weer uit te blazen. Nooit had ze een nieuwe kaars in een kandelaar. Als ze een nieuwe kaars gebruikte dan brandde zij eerst het lontje. Ze vond dat bij de kaars passen een klein stukje afgebrand zwart lontje. Dan was de kaars gebruikt, dan hoorde de kaars er bij. Een nieuw wit lontje vond ze horen bij kaarsen die in de winkel liggen, kaarsen die bij haar in huis stonden, moesten hoe dan ook een gebruikt lontje hebben. Ze verloor haar twee zoons aan de dood, één van de jongens had dezelfde tic. Na zijn overlijden eerde ze hem met haar tic, echt elke kaars die ze zag moest gebrand hebben. Alsof een kaars daarmee kan laten zien; kijk dan, ik kan branden. Ik weet waar ik voor bedoeld ben, ik weet wat ik moet doen, kijk maar, ik kan branden.

Soms, als ik een mooie zilveren kandelaar met een nieuwe kaars zie, ergens op een mooi gedekte tafel, dan denk ik aan haar. Lieve vrouw, ik weet dat je glimlacht, omdat ik mij jou en jouw kaarsen herinner. Kaarsen moeten branden.


maandag 21 december 2015

De man in de winkelstraat.


Wel vaker heb ik gezegd, dat ieder mens een verhaal heeft, of misschien wel zijn verhaal is! En als je dan door de straten loopt en al die mensen ziet, dan zou ik de verhalen willen horen. Wie ben je en wat heb jij te vertellen?

Vanuit de verte zag ik hem al aankomen, ik kon niet om hem heen. Hij straalde van oor tot oor. Ik zag niet wat hij had gekocht maar hij was dik tevreden met zijn aankopen. Aan zijn hand bungelden allemaal tassen, waarschijnlijk met leuke kerstcadeaus. De andere hand duwde een wandelwagen vooruit. En hij zal vast en zeker een trotse vader zijn geweest. Maar je zag alleen maar de man met de brede lach. En die lach ging niet om de kleine dreumes in de wandelwagen. Nu snap ik ook wel dat kinderen niet altijd alle aandacht hoeven, die zij opeisen. Maar de man wekte de indruk dat zijn hand met kinderwagen zeer weinig aandacht kreeg. Het leek bijna een automatisch beweging, de hand die de buggy duwde. Een man in twee gedeelten, een hand met de tevreden lach en de andere hand met het kind waar ook iemand op moest passen. Hij was met zijn zoontje op stap, het kind was nog te jong om later ooit iets van de middag te herinneren. Maar ergens riep het in mij; zing dan met het kind, of praat er mee, of laat hem in ieder geval voelen, dat je uberhaupt weet dat dat kind in die wagen zit.


Heerlijk om naar mensen te kijken, daar zijn markten en winkelstraten voor gemaakt. Deze man valt op, ik zag hem al van ver. Een man met een lach en ook nog een kind. Maar, man wat wil ik graag je verhaal horen. Het ga je goed, jij en jouw zoon!

maandag 14 december 2015

Een Engel.


Zomaar midden op de dag ontmoette ik haar. Ik had de vrouw een aantal jaren niet gezien. We waren allebei blij verrast en kletsten wat. Onze woorden waren nog steeds hetzelfde en tijd leek niet te hebben bestaan. Ze moest weer verder en ook ik liep door. Even later zag ik haar echter weer. Haar handen omklemden een grote witte kartonnen doos. Een hoge lange smalle doos van wel een halve meter. Ik vroeg haar; wat heb jij nou? Ze zei; ik heb een engel gekocht. We lachten allebei.

We snapten dat “kopen” en “engel” niet echt bij elkaar horen. Ik dacht direct aan een engel op je pad, of een engel van het Kerstverhaal of een beschermengel. Maar niet aan een gekochte versie van een engel in een kartonnen doos. Zelfs het aloude gebod van een gesneden beeld aanhangen, floepte door mijn brein. Maar stel dat er wel een koor met engelen om ons heen hangt. Of dat er wel een engel op je pad komt. En wij maar denken in ons materiële bestaan dat het kerstengeltje leuk is voor het versieren van de boom.

De in de doos verpakte engel is in ieder geval reden voor een column, past mooi in deze tijd. En wat doe jij? Steek eens een kaarsje aan met al je aandacht. Wellicht is er een Engel die het laatste lacht.


maandag 7 december 2015

Dromertje.


Ik houd van woorden en van taal. En als ik een woord tegenkom dat ik niet ken, dan wil ik weten. Ik zag een Fries woord, doarmer. Je spreekt het uit als; duarmer. Het betekent; iemand die doelloos en moeizaam ronddoolt. Dat doelloos, dat vind ik nog wel mooi, maar moeizaam klinkt zwaar. Over het werkwoord “doarmje” zegt het Friese woordenboek: dolen en zwerven. Doarmer lijkt op dromer, maar dan anders.

Ik dacht weer aan het woord, toen ik het jonge meisje zag. In de schemer van de vroege avond, huppelt zij op de stoep. Laarzen aan en een donker winterjasje. De straffe wind waait haar haren door de war. Wat opvalt, is haar lieve gezichtje met een hele brede lach. Ze springt van stoeptegel naar stoeptegel. Ze is alleen en ik kan niets bedenken wat haar aan het lachen maakt. Waarom is dit prachtige kind zo blij?

Kinderen kunnen nog simpelweg blij zijn, zonder reden. Ze zwerft nog op straat, doolt door het leven, maar moeizaam gaat het niet. Ze huppelt en fladdert juist als een vlinder. Een doarmer is ze dus niet, een dromertje dan? Ja, dat woord past bij haar lach. Onbezonnen, zonder zorgen en moeiteloos. Waar raken grote mensen dat toch kwijt? Of zou de grens tussen “doarmer” en “dromer” niet zo groot zijn als we denken?



maandag 30 november 2015

Fijne decembermaand.


We staan voor de decembermaand. Een maand vol gehaast, gevlieg, gedichten surprises, veel gedoe en veel sores. We vliegen mee in de hectiek van een maand die bedoeld is om rust te vinden, iets te doen aan bezinning en het goed te hebben met elkaar. Maar media, Kerstdiners, omgetoverde Kersthuizen, Kerstkaarten, Kalkoen en nagerechten, zitten ons op de hielen. Om vooral maar druk te zijn? In al het moeten is het knap lastig om nog ergens uit te vinden wat de reden van Kerst ook al weer is.

En juist Kerst in december zou ons wereldwijd moeten verbinden. Als we nu eens boven onszelf uit stijgen, leunen op het licht van Kerst, dan kunnen we over de verschillen heen kijken. De verschillen in mensen, de verschillen in geloof, de verschillen in cultuur, de verschillen in landen, de verschillen in geaardheid, de verschillen in arm en rijk. We zijn namelijk allemaal van hetzelfde; mensen op aarde.

Over onze aarde gaat het ook de komende weken in Parijs bij de klimaattop. Als dat ons gezamenlijke doel is; goed zorgen voor de aarde en al haar mensen, dan zijn belangen van religie en landsgrenzen en kerstkalkoen niet aan de orde. Fijne decembermaand!

maandag 23 november 2015

De man en de vrouw.


Daar liepen ze, de man en de vrouw. Ik kende hen niet, het was in een onbekende stad in een onbekende straat. Ze liepen zo dicht mogelijk naast elkaar, ze hadden vast hun hele leven hand in hand gelopen, of in ieder geval gearmd. Je kon zien dat ze bij elkaar hoorden. Beide keurig in de kleren, dikke winterjas aan, uit voorzorg voor de eerste winterse kou. Allebei de rug recht al lukte dat niet helemaal, beiden moesten een lichte kromming maken om de handvaten van de rollator vast te kunnen houden. Het ding gaf hen steun voor het lopen, de boodschapjes voorin. Maar zelfs naast elkaar met elk een rollator, zag je dat zij hun pas aan elkaar aanpasten.

Ze hadden vast een lang levensverhaal. Zouden ze samen in de zandbak hebben gespeeld? Verliefd zijn geworden in de klas? Elkaars eerste liefde zijn geweest? Kleuterhandjes die elkaar vast houden, puberarmen die verlangen, liefdevolle armen die troosten, steunen en liefhebben. Niet ieders paadje loopt hetzelfde, maar grote lijnen zijn er wel. Je wordt geboren, gaat naar school, je ontwikkelt je, gaat je richten op relaties, vrienden, werk. Maakt keuzes, leeft en beleeft en daar tussen door komen nog meer keuzes en ook een portie problemen. Zo loopt dat ongeveer. Als je dan zoals dit stel dan na al hun levensverhalen gezamenlijk achter de rollator loopt, waarbij een buitenstaander kan zien dat je bij elkaar hoort, dan is dat geluk.

Dan moet er ook een tweepersoonsrollator komen.

maandag 16 november 2015

De lichtstad Parijs.

In de dagen voor de column komt er dan een onderwerp bovendrijven. Eerst dacht ik nog dat het over de commissie stiekem zou gaan. Een bijna spannende wie-is-de-mol-aflevering in de politiek. Maar dat was voor vrijdagavond. En daarna werd het donker in de wereld, donker in de lichtstad Parijs. En angst slaat je om het hart.

En in die eerste uren is er afschuw, ook een gekluisterd zitten aan het nieuws. De wereld reageert. En waar moet je dan wijsheid vinden? Of in ieder geval ergens iets kunnen begrijpen. Want dat is in deze wereld verdraaid lastig. Eenheid komt dan wel naar voren in onze waarden, waar wij voor staan. Angst en verdeeldheid zaaien betekent nog niet dat we verdeeld en angstig moeten worden. Er zijn groetere waarden; vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Voor alles is er een tijd, zegt prediker, alles heeft zijn uur. Een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede, een tijd om te haten en een tijd om lief te hebben. We kennen de hele rij van prediker vast wel, wat een poëtische manier om het duale te beschrijven. Het goed en het kwaad, het licht en het donker. Laten we licht zijn in de donkere wereld, laten we gaan voor vrede in deze wereld.

Ik kwam een mooie tekst tegen. Gepost op facebook, lees ik later dat het woorden van Maarten Luther King zijn. Donker kan het donker niet verdrijven, alleen licht kan dat. Haat kan haat niet verdrijven alleen liefde kan dat.


maandag 9 november 2015

Beautiful people.


Ik reed door de donkere wereld. In mijn eigen cocon, iedereen noemt dat auto, maar ik zat dus in mijn eigen wereldje. Twee mannen fietsten voor mij, ze gingen naar het dorpshuis. Ergens brandden grote lampen, mensen vermaakten zich op een voetbalveld. Overal in de wereld waren huizen verlicht en dus mensen. Ieder in zijn wereld op zijn manier.

Zachtjes speelt de autoradio, de muziek klinkt fijn en de woorden landen één voor één. Beautiful people, mooie mensen. You live in the same world as I do. Jij leeft in dezelfde wereld als mij. Dat klopt alle mensen leven in dezelfde wereld. En vooral ’s avonds vind ik dat iedereen zijn plekje in de wereld inneemt. Het liedje gaat verder met; if you take care of me, I take care of you, als jij een beetje op mij past, dan pas ik op jou.

In de afgelopen dagen zag ik nog veel meer mooie mensen. De wereldwinkel organiseerde een wereldmarkt. Vijfentwintig jaar bestaat de winkel in ons dorp. Veel mensen helpen om de winkel draaiende te houden. Maar belangrijker vinden ze het idee achter de producten, namelijk een eerlijke handel en zorgen dat andere mensen op deze zelfde wereld het een beetje beter krijgen. Mooie mensen, die geven. Mooie mensen die ontvangen.

Ik rijd verder in mijn auto, op de avond ontmoet ik ook mooie mensen. Als ik terugkijk op de week, besef ik dat er heel veel beautiful people zijn, het liedje eindigt met; dat ik ook beautiful people ben. Taalkundig klopt dat natuurlijk niet, één persoon kan niet mooie mensen zijn, maar met elkaar kunnen we dat wel. Sterker nog, zonder andere mensen kunnen we geen mooi mens zijn. Omdat je kunt geven en mag ontvangen van andere mensen, heb je kans om een mooi mens te zijn. Beautiful people een laatste keer het refrein, you life in the same world as I do. Allemaal beautiful people.

Dank voor je song Melanie Safka. Mooi mens.


maandag 2 november 2015

Over mist.


Het is mistig, erg mistig. Eigenlijk is mist wel fijn. Ik kan niet verder kijken dan mijn eigen achterdeur. Gedachten gaan niet verder dan gehaktbal of vis? Een boek lezen of er één schrijven? Thee of koffie? De kachel wat warmer of dikke sokken? Het wereldje is overzichtelijk, mijn woonkamer is de wereld. Zolang de tv uit is en de app niet online, is er verder niets. Geen zorg om een zieke Maxima, geen zorg om vluchtelingen die toch voor de winter een fatsoenlijke plek moeten hebben. Geen mening over zomer-en wintertijd, geen gemier over rood of gerookt vlees. In mist is het simpelweg “nu”.

Mist vertelt ons meer, mist zorgt ook over bezinning, nog meer dan een oudejaarsdag. Want mist maakt klein, mist brengt jouw wereld weer terug tot behapbaar. Jouw eigen huisje, jouw eigen haardje, jouw eigen gedachten. Geen beelden van de grote wereld, gezien door het oog van journalisten. Geen propaganda vertelt door populistische politici. Geen onderzoeken die vertellen wat er allemaal ongezond is. Even niks. Want wat is er veel kabaal. Wat is er veel geschreeuw. Veel beelden, veel meningen, veel woorden.

Mist in de herfst is best wel fijn, kleine wereld, kleine gedachten. En als je dan bij je zelf blijft, als je je eigen gedoetje op orde hebt, er vis op tafel staat en de sokken lekker warm zijn, ga dan maar weer eens naar het journaal kijken. Maar kijk dan ook kritisch! Door welke ogen kijk je? Door die van de journalist? Door ogen van de vluchteling? Door welke gekleurde waarheid kijk je? Kijk je naar geschreeuw? Luister je naar meningen die niet bij de werkelijkheid passen?


Als het mistig is, dan heb je even een time-out, ben je even offline, even uit de wereld. Dat hoort bij de herfst, een beetje bezinnen. En na de mist is er weer een wijde heldere blik op de wereld. Jouw blik, jouw wereld, jouw waarheid. 

maandag 26 oktober 2015

Tafereel aan een tafeltje.


De zon deed zijn best om door de dunne bewolking heen te schijnen, hij maakte van de herfstdag een klein feestje. Achter het glas van de strandtent zat een echtpaar. Ze konden nauwelijks door de ramen heen kijken, de zoute zeelucht had het zicht wazig gemaakt. En dat was jammer, eigenlijk was alles een beetje jammer, ook het tafereel aan het tafeltje. Een man en een vrouw nog niet eens zo oud, ze zaten daar samen. Het was stil aan hun tafeltje, ze lachten niet, ze spraken niet, ze zaten maar te zitten.

Zelfs de meeuwen bemoeiden zich er mee. Ze schreeuwden, hadden onderling meer praat dan het stel achter het glas. Ze vlogen hoger en hoger, spelend met de wind. Als wilden ze zeggen; wij vliegen, wij zijn vrij. Trots schreeuwden de meeuwen, dat zij wel konden vliegen, dat ze vleugels hadden om wijd uit te spreiden. Ze schreeuwden, krijsten, het klonk uitdagend, ze riepen; wij vliegen, wij zijn vrij. Vrij om te vliegen zo hoog als we willen.


Lieve vrouw, lieve man, ook al heb je geen echte vleugels, vlieg je droom achterna, ook al is het de laatste. Zoek jouw droom die nog moet uitkomen. Praat, lach, denk, wens, vlieg en droom. Leef, leef toch alsjeblieft. Kijk naar de vogels, lach om de krijsende meeuwen, vlieg hoger en hoger, je droom achterna. 

maandag 19 oktober 2015

Krantenkoppen en Freud.


Snel las ik de krant, of eigenlijk alleen de koppen. En alle dagen staat er wel één of andere crisis beschreven. Of het nou een persoonlijke een maatschappelijke, een financiële of een klimaatcrisis is, het wemelt er van. In de snelheid van het koppen lezen, las ik niet goed. Ik las “circus” in plaats van “crisis”. Begrijp me goed, sommige situaties zijn echt crisis en ik wil niets onderschatten, maar als het wel één heel groot circus is? Een opgetuigd allegaartje?

Een circus, met de lach van een clown, de spanning van de artiesten, het plezier van kinderen die toch allemaal eens naar een circus moeten zijn geweest. Is het hele leven een circus? Hobbelen we van voorstelling naar voorstelling?

Een Freudiaanse vergissing. Wanneer een vergissing bestempeld kan worden als Freudiaans, dan betekent dat volgens de leer van Freud helemaal niet een vergissing, maar een mogelijke onderdrukking van het onderbewuste, een andere waarheid of iets van wensdenken.

Conclusie lijkt dan, dat deze vergissing in lezen wellicht geen echt vergissen is. Zou het leven dan een “heel circus” zijn? Levend van voorstelling naar voorstelling, uitzoekend of je de clown bent? Of balanceert op het koord van het leven? Of degene bent die de regie wil houden en dus de circusdirecteur uitbeeldt? Of ben je toeschouwer en zit je een beetje schaapachtig in het grote publiek?

Bedenk het zelf maar. Ik zal er ook nog eens over nadenken.



maandag 12 oktober 2015

Over van Gogh.


Het is 125 jaar geleden dat van Gogh overleed en het lijkt er op dat de man na zijn dood meer leeft dan tijdens zijn leven. Maar dat is niet waar, hij schilderde dat het een lieve lust was, schreef brieven met de meest filosofische gedachten en worstelde met zijn leven. Op de één of andere manier spreekt hij tot onze verbeelding in ieder geval tot die van mij. Ten eerste heb je met hem te doen omdat er maar één schilderij tijdens zijn leven verkocht is. Daar zit iets tragisch in, dat pas na zijn dood zijn roem zo groot is geworden.

Verder lijkt het er op dat van Gogh, zich niet begrepen voelde. Alleen zijn broer gunt hem vele kansen om uit te vinden of hij echt die kunstenaar is, die hij van binnen voelt te zijn. En wie heeft nou geen behoefte om begrepen te worden? Misschien is dat wel de valkuil van onze tijd. Elkaars verhaal, elkaars leven te respecteren.

Hij geloofde in zijn passie, hij zag de kleuren van het landschap, hij beleefde de kleuren. Kon euforisch zijn als hij de kleuren kon vangen op zijn palet. Hoe poëtisch klinkt dat; jouw kleuren vangen op jouw palet.

En dan is er opeens een onderzoeker, een chemisch technoloog, die bedenkt dat Vincent van Gogh waarschijnlijk last heeft gehad van de koolmonoxide. Hij schilderde tot laat in de avond, waarschijnlijk zelfs ook ’s nacht. Hij deed dat bij gasverlichting.  Bij verbranding van dat gas, komt koolmonoxide vrij, en kwik en lood. Het zou zo maar kunnen dat dat invloed heeft gehad op zijn geestelijke toestand.


Een triest facet, gedreven door passie, een tomeloze inzet om ook ’s avonds te schilderen, blijkt dat nu van invloed te zijn geweest op zijn geestelijke gezondheid. Een triest verhaal zonder happy end. En toch raakt hij velen van ons, door zijn leven, zijn brieven en zijn prachtige schilderijen. Het is niet voor niets geweest. Hij moest eens weten. 

maandag 5 oktober 2015

Wereldnieuws.


Het was een prachtige dag. Ik moest even wachten en had dus alle tijd om op het bankje te zitten. Een man en een vrouw vonden dat kennelijk ook een goed idee. Hij had een keer langs de elf steden geschaatst en daarom trok het water in Friesland nog steeds. Maar dat was niet het enige, ze vonden het leven hier zo relaxed en de mensen zo aardig.

Het deed me denken aan een uitspraak van een andere toerist. Hij zag ook de goede dingen van mensen, de kleine dingen. Hij zei zelfs, dat hij dacht dat alle goedbedoelde akties kleine lichtjes zijn. En dat als je van bovenaf naar de aarde kon kijken overal lichtjes zijn, omdat er werkelijk een heleboel mensen zijn die glimlachen, vriendelijk zijn, helpen, voor een ander klaar staan en liefhebben.

Al dat licht is groter dan het donker, dacht hij, maar wij zien het niet. Wij kijken naar het nieuws en in de krant en worden constant met verdriet en ellende geconfronteerd. Je moet wel erg je best doen om te beseffen dat alle kleine beetjes aandacht eigenlijk één heel groot licht zijn. Eigenlijk zou dat het wereldnieuws van vandaag moeten zijn. Goed voor de wereld en goed voor de mensen.



maandag 28 september 2015

Vier mensen op een terras.


Meestal luister ik niet zo naar gesprekjes naast mij. Maar nu ik toch een keer iets wilde horen, kon het niet. Op een groot terras waren hoekjes ingedeeld en afgeschermd met glas. Vlak naast mij zat een heer. Iemand in een pak op het terras van een strandtent is een heer. Een zeer keurige heer, zijn donkerblauwe en enigszins corpulente verschijning, paste nauwelijks op de zonnige dag. Even later schoof een vrouw aan, sportief gekleed, te sportief om partner te zijn. Want meestal hebben man en vrouw een kledingkeuze die of door de vrouw is ingegeven of een keuze die sowieso op elkaar lijkt afgestemd. Even later kwam er een tweede man aan lopen, ook weer keurig in de kleren, geen pak, maar wel een nette broek, een gestreken overhemd en een trui losjes over de schouders. Een beetje gedateerd, maar hij zag er erg vriendelijk uit. Als laatste kwam er nog een vrouw. Zij was het opvallendste, een beetje excentriek zelfs, als wilde ze nog jeugdig voor de dag komen. Haar haren rossig geverfd en met veel kammetjes vastgezet op het achterhoofd. Zij droeg als enige ook een zonnebril, te groot voor haar kleine gezicht, maar ze trok er wel de aandacht mee.

De bestelling aan de serveerster was simpel, drie koffie en één chocolademelk. Daar zaten ze dan, met zijn vieren op een mooie dag in september. Keurig om de beurt sprak één van hen, terwijl de anderen aandachtig luisterden. De enige zin die ik kon horen, was van man nummer twee, hij zei; nou hier zitten we dan weer op onze vertrouwde plek. Waren het dan broers en zussen, die één keer per jaar over de gezamenlijke erfenis wilden praten? Waren ze een complot aan het bedenken? Een volgend uitstapje aan het voorbereiden? Ik weet het echt niet. Na tien minuten verlieten ze alweer het terras. De dame met zonnebril en de corpulente heer liepen naar de parkeerplaats, de andere man en vrouw liepen naar het strand, daar waren ze ook op gekleed.

Het afscheid was koel, erg koel. Geen groet, geen kus om dag te zeggen, zelfs geen vriendschappelijk schouderklopje. Helemaal niks. Wel een mooie beginscène.


maandag 21 september 2015

Over mensen.


Elke week kijk ik om me heen, verwonder en bewonder, en kies een onderwerp voor mijn column. Deze week kan ik niet anders, dan het over vluchtelingen hebben. Maar hoe kan iedereen zo snel een mening hebben? Het is toch hartstikke lastig? Je bent mens, wilt een goed mens zijn, dan laat je niemand bij jouw voordeur stikken? En ons aller voordeur is de grens!

Ik was al blij dat Koning Willem Alexander zijn mond open deed over de vluchtelingen. En ja hij had het ook over de Afsluitdijk, aanleiding om de dijk te noemen was de zorg over klimaatverandering en het feit dat wij onder de zeespiegel leven en we dus iets doen met klimaatbeheersing en duurzaamheid. Stel dat wij het niet redden, die strijd tegen het water en dat wij met zijn allen moeten vluchten? Waarheen dan?

In vroegere tijden kon je altijd ergens heen. Niet alle land was, zoals nu, al van iemand. Als jouw familie of stam naar een andere streek wilde, dan ging je. Men leefde toen meer als nomaden. Nu kun je nergens zonder paspoort of visum naar toe. De wereld is de plek waar wij het mee moeten doen, hier moet je ergens een plekje vinden. En ik snap ook dat dit heel veel mensen zijn, maar migratie is van alle tijden.

De koning noemt een aantal zaken, zoals scherpe keuzes voor beperking instroom, verdeling over de lidstaten en rechtvaardige asielprocedure enzovoort. Zo’n man, ons staatshoofd zegt het dan wat wollig, maar hij heeft wel een bindende factor, noem het een voorbeeldfunctie. Hij sluit af met de zin; “alleen zo (dus met genoemde maatregelen) kan recht gedaan worden aan het humanitaire aspect en het maatschappelijke draagvlak”. Ik denk dat ieder voor zich uit moet maken hoe hij of zij dat draagvlak invult, met anderen woorden; wat vind jij ervan? Ten tweede moet je je afvragen hoe het met het humanitaire, het menselijke aspect zit. We zijn namelijk wel allemaal mens en toevallig stond mijn wiegje op veilige grond, maar dat wil nog niet zeggen dat anderen dan niet op mijn veilige grond mogen komen. Ik zou zelf ook graag geholpen willen worden, als mijn land niet veilig was.



maandag 14 september 2015

Op het strand.


Eerst kon ik het niet zo goed zien. Waren dat allemaal mensen? Ik liep langs het strand. Het was rustig, maar bij de strandopgang waren wel veel mensen. Ze liepen een stukje langs de golven. Keken op noch om. Zagen alleen het beetje zand vlak voor hun voeten. Liepen daar maar te lopen alsof het er gewoon bij hoorde. Een beetje verdwaasd als of ze nog niet wakker waren.

Mensen liepen gedwee met hun hond, of naast elkaar zonder enige vorm van plezier. Ik kon het in ieder geval niet zien op de gezichten. Ze vergaten om naar de aanrollende golven te kijken, ze hoorden niet het ritme van de zee. Ze voelden niet hoe de zon steeds voorbij de wolken, haar warme stralen over ons liet schijnen. Ze lieten de kans voorbij gaan om op blote voeten het koele, nattige zand te voelen. En juist daar op het strand waar je voluit mag leven, is het zo gemakkelijk om te beleven. Volledig voelen van zon zee en wind, stilte vinden in het geluid van de golven. Warmte voelen die samenvalt met de koele zeewind. In een wereld van chaos, het vertrouwde ritme van eb en vloed zien!

Een klas met kinderen had denk ik een erg slimme meester, er werd gehold, gelachen, gesprongen en gejoeld. Ja, daar op het strand daar kun je joelen. Niemand kan joelen, zoals kinderen hollend in de golven. Het geluid verstomt. Leven en beleven, dat gaat toch wel boven de gymnastiekles, die waarschijnlijk op het lesrooster stond.

Hotske 

maandag 7 september 2015

Deselde sinne.

Deselde sinne.

Zo maar ineens was hij daar weer, een hele mooie Friese tekst. En natuurlijk voelt mijn memmetaal dichtbij. Want zo mooi als daar op dat bordje in de kroeg in de feestweek, zo mooi staat hij nergens. Bij het vertalen gaat de kracht bijna weg. Lees dus goed. Wer at wy op ’e wrald ek binne, oer us skynt deselde sinne! Waar wij op de wereld ook zijn, over ons schijnt dezelfde zon.

Er is ook nog een lichtere versie, die zegt waar we op de wereld ook zijn, overal straalt dezelfde zon. Dat is ook mooi. Net een laagje dieper is; waar je dan ook bent, over jou en mij schijnt die ene, dezelfde zon. Op dit moment zijn er veel bekenden van mij onderweg. En dan zijn het mooie woorden om te weten, dat de zon over ons allemaal schijnt. De afstand is simpelweg te behappen, want we leven nog steeds onder dezelfde zon. Er is afstand maar de zon kan ons beschijnen.

Arm of rijk, thuis of onderweg, we hebben een plek onder die zon. Ook mensen op de vlucht, ook die lieve mensen hebben een plek onder zon. Laten we bidden, laten we hopen, dat ieder zijn plek onder de zon vindt.
Want waar je ook bent en wat je ook zoekt, overal schijnt dezelfde zon. We zijn simpelweg verbonden want waar we op de wereld ook zijn, oer us skynt deselde sinne.


maandag 31 augustus 2015

In de auto.


Parmantig zat ze achter het stuur, de rij-instructeur naast haar. Ik denk niet dat ze nerveus was. Ze draaide met een te kleine boog het toegewezen parkeervlak in, dus stond de lesauto op twee parkeerplaatsen. Kordaat zette ze de auto in de achteruit en kon toen recht insteken. En dan maar afwachten of het afrijden goed genoeg geacht wordt.

Ze stapte uit, eerst de stok en daarna haar benen één voor één. Haar gehoorapparaat schoof ze nog even recht en waar ze het tasje weghaalde weet ik niet maar dat had ze ook nog bij haar. Haar dochter, die ook al boven de vijftig moet zijn, stond op haar te wachten. Ze bood haar moeder een arm aan, maar dat negeerde ze. Fier liep ze achter de rij-instructeur aan, die zijn pas iets inhield.

Het zou mooi zijn als ze nog lang kan autorijden, haar zelfstandigheid mag behouden. De kleine stukjes naar de kinderen en naar de winkel kan rijden. Haar kleiner wordende lichaam nog net boven het stuur uit. Met veel concentratie de auto laten doen wat zij wil.

Na een kwartiertje liep ze gearmd met haar dochter weer naar buiten. De dochter stapte achter het stuur van de kleine corsa, ze wachtte nog even tot haar moeder de gordel om had gedaan. Waarschijnlijk is dat de situatie; voor altijd op de bijrijdersstoel. 

maandag 24 augustus 2015

Hoge golven.


Als er een woord voor is, dan bestaat het ook. Het is te benoemen. Ik heb het over golflengte, we kunnen met iemand op dezelfde golflengte zitten. Als iemand op jouw golflengte zit, dan klikt het. Het past precies en woorden komen als vanzelf. Begrip is er over en weer en soms lijkt het er zelfs op dat je iemand bij een eerste ontmoeting al jaren kent. Andersom kan dan ook, namelijk niet op dezelfde golflengte zitten. Je kunt zelfs niet eens doen alsof. Het gevoel klopt niet en wat je vertelt, is altijd anders dan wat je bedoelde te zeggen. Als je echt niet op dezelfde golflente zit, dan wordt het em ook niet. Iets uitleggen wordt een kriem, per definitie snap je elkaar niet. En een simpel praatje wordt een woordenwisseling met ondertonen.

In de praktijk is het zo dat de meeste mensen op een golflengte zitten die in de buurt van jou komt. Een groep zit er exact op en een groep zit er echt finaal naast. Je kunt dus in een kwartier tijd alle drie de soorten tegenkomen. En dat voelt als heen en weer geslingerd worden op golflengten.

Je kunt je wel afstemmen op een andere golflengte. Als je op een radio een zender opzoekt, zie je dat digitaal, 92.9 bijvoorbeeld radio twee is. Op oude radio’s draai je aan de knop om af te stemmen op je juiste frequentie. Je ziet nergens in de lucht muziek of trillingen langskomen, maar de antenne neemt de trilling wel waar. Ik weet niet precies waar de menselijke antenne zit, maar we weten allemaal dat die er is. Je moet dus net als bij de radio op zoek naar de juiste frequentie. Maar soms is het verschil in golflengten te groot.


Ik had binnen vijftien minuten de twee uitersten. Wat een golven! Winkracht 7 op het Slotermeer is er niks bij. Het spijt me maar ik kon haar frequentie niet vinden.

maandag 17 augustus 2015

Een beetje dom.


13 augustus was het Earth Overshoot Day. Dat er een dag voor is, dat wist ik niet. Het is de dag waarop we aan de reserves van de aarde beginnen. Er kan berekend worden hoeveel wij als mensen per jaar gebruiken aan voedsel en aan gas, water en olie. Op dit moment hebben we aan één aarde niet genoeg. We zijn op 13 augustus al door de voorraad heen.

Dus stel je voor dat je op 1 januari een hoop groente en fruit krijgt, water en olie en daar moet je het mee doen. Dat gebruik je en 13 augustus is het op, meer heeft de aarde niet voor jou. Nu hebben we er geen idee van wanneer de voorraad op is. Elektriciteit komt altijd uit het stopcontact en eten is hier altijd te krijgen, de auto rijdt wel en ook al wil je de hele dag douchen, dan merk je niet dat de voorraad inteert. We snappen zelfs niet eens dat voorraden eindig zijn.

Mijn beppe had een grote voorraadkelder, met wekflessen en appels. Het was er een beetje donker, en het rook naar vocht. Maar daar wist je in ieder geval wanneer de voorraad op was. Of een verhaal over voorraden kolen, mensen hadden vroeger een kolenhok en men bestelde dan de voorraad voor de hele winterperiode.

We hoeven niet terug naar het kolenhok en de wekflessen, maar het moet wel slimmer. We moeten straks tegen onze kleinkinderen zeggen; we waren een beetje dom. Maar op een gegeven moment snapten we het en gingen massaal over op zonnepanelen en windenergie. We gingen weer eten wat er in de regio werd verbouwd en natuurlijk aten we van het seizoen.
En zo ging de tijd van “een beetje dom” voorbij. We schaamden ons, dat er zelfs een Earth Overshoot Day bestond. Dorpen en streken werden zowel voor energie als voor voedsel zelfvoorzienend. We werden zuinig op de voorraad van de aarde. En dat moet ook wel, want we hebben er maar één.


Hotske.

maandag 10 augustus 2015

Zinloos of zinvol.


Ze vond het helemaal niets, dat lopen. Ze was zelfs een beetje buiten adem. Het was duidelijk dat ze geen plezier beleefde aan het hele kleine stukje lopen. Ze vond het zelfs zinloos, zei ze. Zinloos betekent zonder zin en dat is een pittige uitspraak. Je kunt altijd iets zinnigs vinden, je kunt altijd nog iets zinvols bedenken aan wat dan ook! Lopen is, denk ik, één van de mooiste manieren om je voort te bewegen, maar smaken verschillen.

In een auto raas je voorbij aan alles wat er aan de kant van de weg staat. Je zit in je eigen cocon en hoort en ziet nauwelijks iets naast de gebaande wegen. In een vliegtuig gaat het nog sneller en kun je als je mazzel hebt vanuit het piepkleine raam, dorpjes en bergjes voorbij zien glijden. Je wordt naar je bestemming gevlogen, opgepakt met vele anderen. Gevoel met je omgeving en je eigen ritme is ver te zoeken.


Het lopen past bij de mens. Je mijmert wat, of je denkt juist helemaal niet. Je kijkt wat om je heen en je voelt en ziet wat er om je heen aan de hand is. Je ruikt en hoort, al je zintuigen doen mee. Meestal gaat gewoon lopen te langzaam en hebben we auto nodig. Maar de winst bij het lopen zou best eens kunnen zitten in de relaxte houding die het lopen brengt. De zinnen verzetten, de zin van het lopen vinden, hoe zinvol is dat? 

maandag 3 augustus 2015

Kijken en bekeken worden.


Zomer in het land. Er wordt gevaren en genoten. En over dat varen en wie er hoe in die boten zit is veel te zeggen. Op zonnige zondagen zijn er nogal wat blote bovenlijven en niet elk lijf kan tegen de zon. Maar dat merkt men later thuis wel. Gebruinde lijven en tere velletjes, alles komt voorbij.

Maar het meest bijzondere zijn hoofd en houding. Een enkeling zit zelfs met zijn neus in een boek, terwijl rietkragen en het hele leven voorbij komen. De meeste mensen laten het vrije-middaguitje op hun afkomen alsof het bij het leven hoort, zitten wat voor zich uit te kijken, en voelen zich heer en meester op de vaarweg. Alsof men met een net nieuw aangeschafte tweedehands auto over de provinciale weg van A naar B rijdt.

Voor degene die náár de varende boten kijkt is het plezier bijna net zo groot als voor degene die voorbij vaart. Je kunt namelijk exact aflezen of de mensen blij zijn, of dat ze net ruzie hebben gehad, of dat de kinderen verplicht mee moesten. Je kunt zelfs zien wie er eigenlijk geen zin heeft in het nu-het-eindelijk-mooi-weer-is-zondagmiddag-tochtje. Gelukkig hebben de meeste bootjesmensen plezier, met zonnebril en malle petjes op, zie je dat de vrolijkheid er af spat. Handen gaan nog altijd als groet, spontaan omhoog.

Het is net een boulevard, dat vaarwater. Boten varen heen en weer. Bootje varen op een zonnige zondagmiddag. Kijken en worden bekeken.

Hotske 

maandag 27 juli 2015

Passanten.


Passanten komen en gaan. Passanten zijn mensen die een paar nachten bij ons overnachten. Je kent ze een beetje, herkent hen ieder jaar, weet een beetje van hun reilen en zeilen, weet met welke boot ze zijn en hebt een praatje bij het komen en op de dag van vertrek. Jarenlang waren ze van de partij. We zagen hen ouder worden. Ook langzamer, maar elk jaar weer kwamen ze een paar dagen bij ons. Hij een ervaren schipper en zij een propere pittige vrouw. Ze kibbelden een beetje bij het aanleggen, dronken dan een kop thee en hadden het goed op de boot.

We hadden ze al gemist, de boot was verkocht. En op een zonnige zondag kwamen ze aangelopen. Arm in arm, vooral om elkaar te ondersteunen. Haar lach was nog altijd hetzelfde, met veel moeite sprak ze de woorden die ze bedacht. Ze probeerde de gevolgen van de hersenbloeding te beheersen. Ze leunde op de balie, dat gaf haar stevigheid. Ze zag er mooi uit, nog altijd koos ze kleding in het wit met marineblauw. Haar dunne spierwitte haren waren met veel zorg gekapt. Steeds zocht ze weer naar haar fiere houding, die ze een beetje was kwijtgeraakt. Maar de glinstering in haar ogen was er nog steeds.

De woorden kwamen er één voor één uit, ze wilde bedanken voor al die keren dat ze bij ons waren. Het leek op afscheid nemen, al zeiden we dat niet. Ik bedacht dat ze dankbaar was voor de mooie dingen die haar waren gegeven. Ze gaf me een hand, haar smalle hand met zichtbare blauwe adertjes legde ze in mijn hand. Haar hand voelde koel, de handdruk was stevig en nog steeds straalden haar ogen. Dag mooie wijze oude vrouw.




maandag 20 juli 2015

De tijd van je leven.


Eén week, langer konden ze niet op vakantie. Ze hadden het te druk om langer weg te gaan. Wel met leuke dingen, hoor, zei ze nadrukkelijk, want het klonk inderdaad een beetje raar. Er was een kleinkind op komst en daar moet je bij zijn. Ze had beloofd om op de hond van de buren te passen. Ook had ze een fietsclubje opgericht, dus moest er gefietst worden. Verder waren er allemaal uitjes gepland met of zonder vrienden. De hele zomerperiode zat dus vol. Met de agenda op schoot hadden ze toch nog een weekje vakantie kunnen plannen.

Het was een ontzettend aardige vrouw, ze vond zelf ook dat het leek alsof ze de tijd volledig aan het invullen was. Zijn we bang om een dagje te niksen? Wat te luieren, te lanterfanten, om dat prachtige woord maar weer eens te gebruiken? Want lanterfanten dat doen we niet, wij zijn van het aanpakken, van het doenerige. Maar durven we wel eens een dagje niets te doen? ’s Avonds te bekennen dat het een lummeldag was?

Op het werk, thuis en bij afspraken overal zit de klok ons op de hielen, of beter gezegd zien we vanuit onze ooghoeken de wijzerplaat. Ga dan in de vakantie eens een dag gewoon wat aanklooien, gewoon niks doen. Je zou voor de lol eens naar je biologische klok kunnen luisteren, die aangeeft wanneer je trekt krijgt. Of wanneer je überhaupt wakker wordt. En wanneer je zin hebt in het eerste kopje koffie, ook al is het nog geen koffietijd.

Ik weet het niet zeker, maar als je dagen van uur tot uur zijn volgepland dan werk je alleen je agenda af. Ben je altijd bezig met de tijd. Zou het leven langzamer gaan als je lanterfant? Moeten we wel met zijn allen bedenken dat lanterfanten een positieve klank heeft.

maandag 13 juli 2015

Het systeem of de mens?


Ik vind dat het hier over Griekenland moet gaan, maar om in zo’n driehonderd woorden daar iets zinnigs over zeggen valt niet mee. Bovendien schrijf ik de column in het weekend, dan staat hij ’s maandags op mijn weblog, maar pas op donderdag in de krant, en dan kan alles er heel anders uit zien. Het politieke spel van de bestuurders is niet te doorgronden en dat gaat allemaal over de hoofden van de Grieken.

Als je nog geen vakantiebestemming hebt; ga dan naar Griekenland, dat is denk ik de mooiste manier om geld bij de Grieken te brengen. We zouden werkelijk massaal naar Kos en Kreta moeten gaan. Of naar de steden Thessaloníki en Athene. De Grieken moeten weer trots zijn op hun land. Hun eigen kracht vinden en dat is vooral het toerisme. Als wij er de euro uitgeven, dan kunnen mensen werken, bedrijven belasting betalen en de regering kan bepalen hoe dan verder.

Premier Alexis Tsipras moet toch het huishoudboekje van zijn land op orde brengen, met of zonder euro. Nu regeert de euro. Een heel land met Grieken zit in een afhankelijke positie, daar worden die mensen niet blij van. Natuurlijk vinden wij als belastingbetaler dat de Grieken op de knieën moeten. Maar is dat de oplossing?
Jeroen en Eric, de heren Dijsselbloem en Wiebes, zeggen dat het gaat om vertrouwen en dat is waarschijnlijk de spijker op zijn kop en tegelijk ook de angel van de hele euro. De eurolanden hebben wel één euro, één geldmiddel, maar er ligt geen gezamenlijke verantwoordelijkheid onder. Het is voor de eurolanden nog steeds ieder voor zich. De Grieken zijn nu de dupe van een systeem dat de euro heet en niet werkt. Hoe kom je ooit af van al de leningen en al de rentes?

Het gaat om mensen of systemen, als het systeem niet meer ten gunste werkt van de mensen, moet het systeem veranderen. Grexit of niet, er moet iets veranderen. Hebzucht ligt nu onder de euro, en macht, en dat werkt niet.

Ben benieuwd of bovenstaande actueel is gebleven, of dat de tijd al verandering heeft gebracht.

maandag 6 juli 2015

Betuttelend.


Ik wist werkelijk niet wat ik las. Een halve pagina krant ging over adviezen! Op de voorkant nog wel. Ik ben halverwege gestopt, want ik kan zelf nadenken, jij toch ook? Er stond dat we extra water moeten drinken als de temperaturen omhoog gaan. We moeten vooral rustig aan doen en dunne kleding dragen. Kijk, dat ouderen bij warm weer, echt een beetje moeten opletten oké, maar het is zomer! De zon schijnt, maak ons niet angstig voor het zomerweer!

Er is zelfs een heus plan, een nationaal hitteplan. Het is wel goed bedoeld en in het plan gaat het ook om verantwoordelijkheden van GGD’s en dergelijke en ook die van het KNMI. Als het KNMI zegt; aanhoudend warm weer, is het nog leuk en wel gezellig. Maar waarschuwen voor extreme hitte en dan weeralarm code geel de ether ingooien? Code geel nog wel, van het zonovergoten geel? Nee, geel betekent: dat het weer gevaarlijk kan zijn. Dat je moet opletten als je naar buiten gaat!

Als we nu het hoofd koel houden, zelf nadenken over zonnige zomerse dagen en een beetje siësta houden, dan komen we er wel. Eten en drinken doe je anders ook. Kleding pas je ook aan als het kouder wordt. Luister niet te veel naar woorden als “alarm”. Ook het woord “hitte” klinkt niet als een mooie zomerdag. Er wordt al zoveel voor ons bedacht, mag ik alsjeblieft gewoon blij worden van de zon? Zonder betuttelende woorden?

Geniet van de zon; het is immers zomer. Niks meer en niks minder; het is warm zomerweer.


Hotske 

maandag 29 juni 2015

Voor Thé Lau


Hij werd ziek, maar ging niet zitten wachten op de dood. Dat is krachtig. Vanuit de persoon zelf gezien is dat een mooie manier om letterlijk met de dood voor ogen, nog volop te leven. Thé Lau was zanger, levenskunstenaar, maar vooral schrijver. Hij gaf aan de massa mee; “iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen”.

Hij speelde met woorden. Door hem kwam ik op de term; intertekstualiteit, hij vertelde daarover aan tafel bij Umberto Tan. Intertekstualiteit betekent dat je teksten schrijft, waarin de echo van al eerder geschreven woorden zit. Mooi is dat. Iedereen die schrijft heeft woorden nodig om te beschrijven. Meestal om gevoel te beschrijven. Een echo van bestaande regels duiden dan de betekenis. Het zou ook te veel zijn voor één iemand om dat allemaal te bedenken, het leven is te groots, te gecompliceerd om dat allemaal in je eentje te duiden.
Leen woorden van anderen, teksten bij de vleet. Uit zijn lied; “iedereen is van de wereld” komen de zinnen; dit is voor degene die je overal herkent, het leven is voor jou en mij, want dit is ons moment.

Hij schreef ook het lied; tijd is kort; doe wat je moet doen onder de hemel, en dat deed hij. Je zou denken dat hij hier woorden van Prediker leent; alles heeft zijn tijd. Intertekstualiteit, het woord op zich is al mooi. Woorden die je zelf doorvoelt, mag je lenen en delen. Op facebook delen we dat het een lieve lust is. Met dank aan alle schrijvers, groot en klein. Dank voor je woorden Thé Lau;

Ik hef het glas op jou, je bent niet alleen.



maandag 22 juni 2015

Ben jij alert?


Het leek alsof er geen inspiratie was. Dat klopt niet helemaal, want inspiratie heb ik altijd. Dat gaat over de drive om iets te schrijven, de lol die een hobby of een talent met zich mee brengt. Maar de uitvoer is iets anders, er leek niets te gebeuren dat het beschrijven waard was. Om dan achter een beeldscherm te gaan zitten wachten schiet niet op, zo werkt het niet. Wat wel werkt is alert zijn. Dat werkt altijd. Alert, bijna waakzaam zijn om te observeren wat er gebeurt.

En op het moment dat mijn verstand de mogelijkheid overweegt om aan een columnloze week te beginnen, komt hij binnen. Lang leve de beroepen die bestaan uit contact met mensen. We zijn werkelijk een boeiende soort. Hij kwam binnen en zijn uiterlijk was bijzonder. Grijs haar en grijze baard, vooral veel haar en veel baard. En ergens in die baard was een mond, want uit de baard kwam een pijp. De pijp stonk, maar daar ging het niet om. De man had een uitstraling, werkelijk een erg relaxed mens. Hij nam het leven zoals dat komt. Naast de weinige woorden die hij sprak, zeiden zijn ogen zoveel meer. Hij wilde zijn ervaring delen; moeilijk doen is overbodig, ga mee met het gemak van het verstrijken der dagen. Je kunt het jezelf gemakkelijk maken als je buiten de enge en vaste regeltjes loopt. Zeker de door jezelf opgelegde regels.


Pak het smalste wandelpad, het verst weg van de gebaande paden. Daar zijn de regels losser, hoef je alleen maar alert te zijn op wat het leven je brengt. Je leeft een treetje dieper als je alert bent, daar liggen de schatten van het leven. In ieder geval zijn daar de onderwerpen voor mijn columns.

maandag 15 juni 2015

Met een hoed.


Meisjes met hoeden hebben flair en durf en plezier. Echt waar, zet maar eens een hoed op! Het pubermeisje droeg zwarte kleding, het basiszwart waarbij je nog geen kleur hoeft te bekennen. Zelfs in de zomer is zwart voor pubermeisjes het veiligst. Maar in het prachtige kind schuilt een krachtige vrouw, het kan niet anders. Ze draagt haar zwarte hoed met flair. Een aantal factoren werken in haar voordeel om de hoed op te zetten. Ten eerste kent niemand haar in de vreemde omgeving, bovendien zet de modetrend komende zomer in op hoeden.

Het laatste beetje puberonzekerheid zit haar nog in de weg, maar ze durft de hoed te dragen. De grote zwarte rand geeft zwier en flair aan haar loopje. Je moet naar haar kijken en waarschijnlijk heeft ze daar geen rekening mee gehouden, dat ze nu toch meer aandacht krijgt dan dat een puber eigenlijk wil. Wat een dilemma voor een pubermeisje; niet willen opvallen en wel je eigen identiteit moeten zoeken.


Ze heeft durf om tussen andere meisjes van vijftien een eigenheid te laten zien. Heren met pakken doen dat ook, ze zoeken naar een hippe stropdas of naar kleurige schoenen. Mannen met spijkerbroek kunnen het ook, ze dragen een fel gekleurd shirt of overhemd. Vrouwen doen het ook, met een jurk of een hakje of een zwierige sjaal. De zomerzon helpt ons bij het zoeken naar dat vrijheidsgevoel. Het laten zien van je eigenheid. Het werkt echt, gewoon een hoed opzetten en jouw flair komt naar buiten. Waarom zou je het laten? Je bent wat je draagt!

Hotske

maandag 8 juni 2015

De geboorteboom.

  
Het waaide hard. Echt heel hard en de boom verloor. Hij kon niet anders. Een volle windvlaag denderde om de hoek van het huis en was sterker dan de wortels van de lijsterbes. Al jaren staat hij in de voortuin, ooit gekregen als geboorteboom. Er wordt op hem gepast hij is verbonden met één van onze kinderen.

Al die jaren is er ook de zorg om de boom, hij is namelijk niet goed geworteld. Niet goed geaard. Hij staat niet stevig met zijn wortels in de grond. Elke gezonde sterke boom heeft onder de grond net zo veel wortels dan takken boven de grond. Maar onze lijsterbes is maar voor de helft geworteld. Al van af het begin heeft hij moeite met zijn wortels. Hij staat op een hoek en is elke keer de dupe van stormvlagen. De helft van de wortels wordt dus steeds losgetrokken.

Als je naar de boom kijkt zie je het niet, hij doet zijn best, staat goed in het blad. Maar afgelopen week werd hij letterlijk omver geblazen. Hij lag om en dat deed zeer. Sterke mensenhanden hebben hem weer overeind gezet. Een stuk touw geeft hem aan twee zijden steun. Het gezonde verstand zegt; hij redt het niet. Maar hij staat al achttien jaar! Een bomenfluisteraar hebben we niet nodig, we snappen dat hij uit alle macht probeert te aarden op de plek die eigenlijk te veel windvang heeft.

Wij fluisteren wel tegen hem, dat we blij zijn met de lijsterbes. Dat hij speciaal is omdat hij een geboorteboom is. De boom weet dat hij in evenwicht moet zijn, je moet goed aarden, stevig staan om de stormen aan te kunnen. Het kind weet dat ook. Ze ziet het letterlijk in de voortuin.

Hotske


maandag 1 juni 2015

Over de rede.


Ik was er niet bij. Ik kan er dus niet over oordelen. Maar de krant bericht over de voordracht die “Rede van Fryslân” heet. Alleen al om die naam zou je de meest fantastische, de meest gloedvolle en de meest visionaire Rede moeten houden. Nogmaals ik was er niet bij, maar ik vind er wel iets van! De Rede van Fryslân werd voor de vierde keer uitgesproken, om als spiegel te fungeren en als vooruitblik naar 2040. Als je de kans krijgt om voor een club pommeranten, (dit is een fries woord geloof ik, betekent prominenten) een verhaal te houden, dan moet dat klinken als een klok.

Zeg je Fryslân dan denk ik al snel aan de Mienskip, de doarpen, de saamhorigheid. Het is een pracht opdracht om je als individu te ontplooien in die gemeenschap. Sterker nog het is krachtig als je authentiek bent en er achter komt dat je dat het beste kunt laten zien in een gemeenschap. Als we het individualisme omzetten in ontplooiing dan kan het bijna niet anders dan dat ieder individu bijdraagt aan het geheel. Tweede stap is dat we dan open moeten staan voor nieuwe ideeën, dromen. Elk idee, echt iedere handeling komt voort uit een gedachte. Als we nu zorgen dat de gedachten ten goede komen aan het geheel, aan ons allemaal. We kunnen bovendien afspreken dat die gedachten positief zijn. Vanuit kansen en mogelijkheden.

Er moet natuurlijk ook iets concreets in de Rede, je staat ten slotte voor bestuurders, de dames en heren Gedeputeerden, Statenleden en Burgemeesters, die naar eer en geweten hun energie voor Fryslân gebruiken. Idee is om de dorpen en wijken meer bestuurskracht te geven, kunnen ze hun ideeën en dromen waarmaken. Elk dorp een dorpshuis met zonnepanelen en een eigen energiecoöperatie, een jeu-de-boules-baan en een speeltuin en sowieso een dorpstuin. Mogelijkheden genoeg. Geef de dorpen de opcenten van de motorrijtuigenbelasting terug. Gebruik dat als startkapitaal om het geld weer in het dorp te steken. Ik moet hier nog even over nadenken, want nu zou veel autogebruik dus veel geld opleveren. In een duurzame samenleving klopt deze aanmoediging niet helemaal. Het gaat ook niet om geld, het gaat om een startkapitaal naar de dorpen. Er zou ook een groep, net als de plaatselijk belangen nu zorgen voor het dorp, een groep van oudsten moeten komen, die zorgen voor de mensen. Die “oudsten” hoeven niet echt de oudsten te zijn, zet er ook een tiener in en een kunstenaar in ieder geval een vrijdenker.

Net als ontplooien op persoonlijk vlak in de samenleving, kan een dorp zich ontplooien in de wereld, daar moet het verhaal weer bij elkaar komen. Ik kan nog wel even doorgaan met deze uitwerking maar dat past niet in deze column. Die is nu al veel te lang. Bovendien moet de Rede van Fryslân gehouden worden door iemand van buiten Fryslân. Beetje jammer, we kunnen zelf toch ook wel in de spiegel kijken?


Hotske

maandag 25 mei 2015

De kunstenaar.

  
Op het moment dat ik hem zag, werd de column geboren. Zijn ogen keken uitdagend de wereld in. Een blik van; kom maar op! Hij stond met zijn kunst op de kunstmarkt en voor de volle honderd procent, echt van top tot teen was hij kunstenaar. Hij had een hoed op die totaal niet paste bij de rest van zijn outfit. Zijn kleding was nogal excentriek. Een klein brilletje, een colbertjasje dat niet netjes was maar wel veelkleurig. Een getinte huid, ik weet niet of die van zijn voorouders kwam of dat de zon hem al had gebruind. Op het moment zelf zag ik alleen zijn ogen. Donkere ogen. En het was prima dat ik langs liep, onze ogen maakten contact. We wisselden wat flarden van gedachten. Maar de blik van” kom maar op met dat leven”, die blik overheerste.

Zit er ook een kunstenaar in jou? Durf jij met die open blik van kom maar op, de wereld in te kijken? Hij leek werkelijk nergens bang voor. Zijn energie was enorm. Sterk, bijna te groot om in mee te gaan. Thuis las ik zijn kaartje, hij was scheppend kunstenaar. Elke kunstenaar schept iets. Hij ziet, signaleert, zoekt en vindt de essentie van iets wat hij wil scheppen. En omdat kunstenaars iets maken, iets scheppen, zitten ze waarschijnlijk net iets dichter op de essentie van het leven. Ze hebben gevoel voor het leven.

De kunstenaar vertelde zonder woorden zijn passie voor het leven. Pontificaal stond hij midden in het leven. Er zit vast een kunstenaar in jou. Ook al is het nu nog een beginnend kunstenaartje.


Hotske Batteram.

maandag 18 mei 2015

Ieder zijn verhaal.


Haar fietsje had ze aan de kant van de weg neergelegd. Ze stond in het gras en ze zong, het klonk prachtig. Een liedje met stappasjes, maar daar maakte ze een dansje van. Ze draaide in het rond. Haar krullende haren vlogen alle kanten op. Natuurlijk wil zo’n spring-in-het-veld-meisje een rok aan. Ze had uitgevonden dat je gewoon over de spijkerbroek een rok kon aantrekken. De rubberen laarsjes waren vooral voor het gemak. Nat gras maakt dan niet uit.

Ze voelde dat ik naar haar keek. En heel even hield ze in, om daarna haar ritme weer op te pakken. Dansend door het leven. Ze checkt geen laatste appjes, ze kijkt niet naar buienradar, ze maakt zich geen zorgen om haar optreden midden in de wereld. Ze is er gewoon, ze bestaat. Leeft in haar wereldje op die ene vierkante meter gras.

Ik ken haar verhaal en alleen daarom al, krijgt zij mijn aandacht. Laten we luisteren naar de verhalen. Echt luisteren, niet daar overheen weer je eigen ervaring, maar laten we luisteren. Verhalen maken de mens, maken het individu. Het maakt de mens bijzonder. Luister naar het verhaal.

Het is oké als je je zorgen maakt over regen, het is oké als je op de hoogte wilt blijven van het laatste nieuws. Het is ook oké als je met je vrienden appt. Maar luisteren naar de verhalen is zo mooi. Iedereen heeft een verhaal. Het heet compassie als je mee leeft en het heet empathie als je je in iemand kunt inleven, misschien zijn we dat een beetje vergeten. Ga maar luisteren. Voorbij de mooi-weer-praatjes, bestaan de mooiste verhalen van de mooiste mensen.


Hotske 

maandag 11 mei 2015

Bloemen voor Moederdag.


Hij hield de grote orchidee stevig vast. Zijn hand beschermend om de plant heen. Het waaide erg hard. De wind had vrij spel en speelde met de paarse sliertjes die als versiering waren vastgeniet. De jongen deed erg zijn best om de grote plant veilig thuis te krijgen.

Hij had in de bloemenwinkel met veel zorg de grote plant met paarse orchideebloemen uitgezocht. Dat uitzoeken is nog een hele klus. Want hoe vind je de mooiste bloemen voor de liefste moeder. Bij de bloemist was ook een jonge vrouw. In haar handen had ze een heel groot bos bloemen. Werkelijk het grootste en het mooiste bos. Ja, zei ze liefdevol, ik weet zeker dat ze dit mooi vindt.

Vroeger liep ik zo vanaf het erf de weilanden in, plukte grote bossen met boterbloemen. Soms denk ik dat de kans groot is dat generaties na ons geen bloemen meer kopen. Bloemen die gekweekt worden in kassen of in verre landen. Generaties na ons vinden dat misschien wel onzin, of ze gaan klimaatneutraal bloemen kweken, dat kan ook. Gelukkig zijn er weer weilanden en bermen waar boterbloemen en zuring groeien. We weten nu zelfs dat we bloemen kunnen eten. Door de sla of zo. Of pesto van de brandnetel? Ik weet het niet, voor nu houd ik het op een bos bloemen.

De schat van een jongen haalt het ook nog niet in zijn hoofd, om met een bosje brandnetels naar zijn moeder te gaan, maar wie weet. Ze zal de orchidee vast en zeker prachtig vinden. Moeders vinden alle gekregen bloemen prachtig, ook een bosje boterbloemen.

maandag 4 mei 2015

In het bos.


We keken naar een film; into the wood, in het bos. Het ging over een aantal sprookjes, die zich allemaal in het bos afspeelden. Roodkapje was er één van. En opeens zag ik het. Want natuurlijk weten we wel dat er verhalen en legendes zijn met wijsheid, we weten ook dat sprookjes een diepere laag hebben. Daarom vertellen we aan grote en kleine kinderen verhaaltjes. Sprookjes zijn voor kinderen van 0 tot 100.

Het bos staat voor het leven. In het bos gebeurt van alles. Roodkapje gaat het bos ook in, naar grootmoeder koekjes brengen, ze krijgt veel adviezen mee, maar in het bos staat ze er alleen voor. Natuurlijk loopt het goed af. Maar voor de ervaring moet je dus in het bos zijn.

Ik las een parabel over een houthakker. Hij kapte bomen aan de rand van het bos. Hij kwam een kluizenaar tegen, die vertelde hem; “ga dieper het bos in”. Dat deed de houthakker en hij vond daar prachtige bomen, zeer geschikt om te kappen. Hij verkocht het hout en werd een welgesteld man. Na een tijd kwam de man, de kluizenaar weer tegen. Ook nu vertelde hij; ga nog dieper het bos in. Daar vond de man een zilvermijn en werd erg rijk. Jaren later kwam de kluizenaar weer op zijn pad, nogmaals was het advies om dieper het bos in te gaan. Hij ging verder het bos in en vond edelstenen. Die staan symbool voor wijsheid. De man had nu een goed en rijk leven. Na vele jaren kwam de man de kluizenaar weer tegen en nogmaals was het advies; ga dieper het bos is. De man kwam uiteindelijk weer aan de rand van het bos terecht. Op dezelfde plaats waar zijn reis was begonnen. Maar wijs geworden door de ervaringen in het bos.

Roodkapje beleeft ook van alles in het bos. Zij komt er ook wijzer uit. Dus; hupsakee het bos in!

Hotske