maandag 29 februari 2016

Ik en wij.


Van ik naar wij, is al een tijdje het nieuwe denken. Een samenleving met allemaal individuen en ieder voor zich werkt niet. We zullen het samen moeten doen. Grappig daarbij is wel, dat wil je meedoen, je ook ik-tijd nodig hebt. Je moet dus een combinatie vinden van ik-tijd en wij-tijd. Het is nog altijd zo dat de grote dingen in het leven gedeeld kunnen worden, maar dat je het zelf moet uitvinden, aan den lijve moet ervaren. Daar is ik-tijd voor.

Vorig jaar kwam er een vrouw met een camper bij ons overnachten. Ze had de camper gekocht. Het was een Friezin-om-utens, zoals wij dat noemen. Een Friese vrouw die niet meer in Friesland woont. Ze was met haar man naar Canada geëmigreerd. Ze hadden twee dochters gekregen. Ook de dochters hadden het reisbloed in de aderen en waren al jong de wereld in getrokken. Haar man was kort daarna overleden, ze stond er dus alleen voor. Ze wilde niet terug naar Friesland om er te wonen, maar wel om nog één keer het Friesland van haar jeugd te beleven. Ze genoot en was verrast over de dorpen en het weidse land, het was er nog allemaal. Ze wilde drie maanden door Europa reizen, om daarna terug te gaan naar de fijne gemeenschap waar ze in Canada woonde. Maar, zei ze, deze ik-tijd heb ik nu nodig.

Ieder mens leeft en beleeft, en als je genoeg ik-tijd hebt, dan is de stap naar wij-tijd niet zo groot. Je kunt ook heen en weer stappen, van dingen als groep doen naar dingen alleen doen. Voor het grote geheel ben jij een belangrijk radertje. Voor jezelf mag je ik-tijd gebruiken zoveel als je wilt. Durf dat ook, dat alleen-zijn. De Friezin-om-utens had na een lange wij-tijd de ik-tijd nog nodig. Dat is niet egoïstisch, dat heet groei.

maandag 22 februari 2016

Over ogen.


Ik was te laat bij de bloemist en toch wilde ik een bloemetje meenemen. Onder het afdak van tankstations staan altijd bloemen. Ik stapte uit de warme auto richting de uitgestalde boeketten. De koude gure wind waaide hard. Op kille tankstations waait het volgens mij altijd hard. Ik trok mijn pet over mijn oren en knoopte mijn sjaal stevig vast. Het begon al te schemeren, het was guur, koud en ongezellig. Voor mij stopte een dure zwarte bolide. Een grote man stapte uit, ik zag alleen zijn silhouet. Ook hij wilde nog een boeket kopen. Hij stond te kijken naar de bloemen in de emmers. Hij pakte prachtige rode rozen, in het bos zat ook een groot rood hart, het was een mooi Valentijnsboeket. Op het moment dat hij zich omdraaide was alles zwart, zijn jas, de achtergrond en zijn gezicht. Echt pikzwart. Maar zijn ogen straalden, ze gaven bijna licht. Hij keek me lachend aan. Ik vond het een prachtig gezicht. Materiaal en uiterlijk zag ik niet meer, ik keek in een paar prachtige heldere ogen. Even later wenste hij de kassière nog een fijne Valentijnsdag. Hij had denk ik niet in de gaten dat hij zelf een Valentijn was. Een brenger van de liefde.


Ogen zijn echt de spiegel van de ziel. Ogen die de essentie laten zien, de kern. Over wie je in wezen bent. Voorbij het uiterlijk, voorbij alle materiaal, voorbij aan huidskleur, aan geloof, voorbij aan cultuur. Voorbij aan status, aan je baan, aan rollen die je speelt. Voorbij aan de buitenkant. Zijn ogen lieten de binnenkant zien, prachtige stralende ogen. Ik zag het.

maandag 15 februari 2016

Wat eten we vandaag?


Je bent wat je eet? Maar wat eet je dan? Wat is nog goed? Concrete korte vragen over een lastige discussie. Wetenschappers en onderzoekers maken het moeilijk. Ze roepen van alles, de ene nog harder dan de andere. Vandaag is vers het beste, morgen gedroogd. Morgen is de aardappel favoriet, overmorgen eet je alleen maar groente. Overmorgen eet je vlees, de dag erna vegetarisch. Uit alle inzichten, waar of niet waar, mag de consument uitzoeken wat hij eet. Wees maar blij dat er zoveel geschreeuw is over ons dagelijks eten, want nu moet je zelf wel nadenken.

Twee dingen zijn helemaal van jou, je eigen lijf en je eigen verstand. Als je die nu allebei gebruikt, dan zegt je gezonde verstand wat goed voor je is en je lijf bevestigd wat goed verteerd. Simpeler kan het niet.

Naast schijven van vijf en dat soort ongein, zou je een paar simpele tips met de paplepel moeten meegeven. Vers, divers en van het seizoen, bijvoorbeeld. Oh, dit is wel heel kort, maar vers is nog altijd het beste. Oh, en meneer de onderzoeker we koken de verse groente allang niet meer tot moes. Divers zorgt voor de nodige variatie in je voedsel. Als je dan ook nog groenten en fruit van het seizoen eet ben je al een eind op weg.
Maar het belangrijkste is: eet met plezier. Een gezonde salade met lange tanden eten? Of een vette hap met veel schuldgevoel? Dat werkt niet. Gebruik je gezonde verstand dan hou je je lijf ook gezond.

Nieuwe marketingcampagne zou moeten zijn; vers, divers, van het seizoen en niet moeilijk doen. 

maandag 8 februari 2016

Wijsheid uit een sprookje.


Het werd een zapavond. Na De-wereld-draait-door en het journaal, even zoeken naar iets leuks. Ik zapte wat heen en weer maar vond niks. Ik keek een poosje naar flarden programma’s, maar achteraf was het heel verhelderend. Ik zag een stuk van het programma; lelijke eendjes. Ik wist niet eens dat het bestond. Maar onzekere jonge vrouwen kwamen in beeld. Ik weet niet of de vrouwen zich hadden aangemeld of waren uitgezocht, maar elk van hen had een probleem. Oftewel ze hadden iets aan hun lichaam waar ze niet tevreden over waren, of erger nog, ze waren erg onzeker en dat bezorgde hen een minderwaardigheidscomplex.

Het was aandoenlijk en uiteraard werd je meegenomen in de emoties van de jonge vrouwen. Zo werkt televisie. Ik volgde het een tijdje, maar al snel kwam de aftiteling. En toen was ik klaarwakker, het programma werd mede mogelijk gemaakt door een kliniek voor plastische chirurgie. Oeps, dit is echt sluipreclame. Lieve onzekere vrouwen voorschotelen dat alles maakbaar is.

Het sprookje van Hans Christian Andersen over het lelijke eendje, vertelt het verhaal over het jonge eendje, dat uitgroeit tot een prachtige zwaan. Op een gegeven moment ziet het jonge eendje zijn eigen spiegelbeeld in het water. De spiegel staat voor reflectie. Het duurt soms even maar als onzekerheid weg gaat, wordt elke vrouw een pracht mens. Lieve vrouwen, kijk in de spiegel en leef de beste versie van jezelf. Dan ben je mooi en zelfverzekerd. Wacht niet te lang, want anders zit je weer te hannesen als de eerste grijze haren en rimpels komen.

maandag 1 februari 2016

De man en het boek.


Hij viel op. In de hippe modewinkel viel hij op. Hij zat op een knusse bank, zo’n bank die daar staat voor vermoeide winkelde benen en voor mannen die met lichte tegenzin winkel in-winkel uit lopen. Ik zag hem direct. Zijn chique hoed was prachtig, grijzende lokken kwamen er eigenwijs onderuit. Zijn lange warme winterjas maakte van hem een heer, maar van binnen zat een vrijbuiter. Ik weet het zeker.

Hij zat daar op de bank en toen ik dichterbij kwam zag ik dat hij een boek las. Midden in de winkel had hij een stukje privé gecreëerd. Heel even vond ik dat raar. Maar mijn nieuwsgierigheid won; wie zou het lef hebben om midden in de winkel een boek te lezen? Van thuis mee nemen, het boek in de binnenzak steken en bij de eerstvolgende mogelijkheid verder lezen? Ik kon niet anders dan hem aanspreken. “Dat moet vast een heel spannend boek zijn”, zei ik een beetje bedeesd. Even dacht ik dat hij me niet had gehoord, te ver verdiept in de wereld van zijn boek. Toen keek hij op, ik zag een paar prachtige, onvoorstelbaar heldere blauwe ogen. Hij lachte en liet mij de voorkant van het boek zien. Ik kende noch de titel, noch de schrijver, maar ik zag wel dat het een thriller was. Het zwarte kaft veronderstelde veel spanning.

Ik vroeg me af in welke wereld hij zich bevond. Als je leest, ga je mee op pad met de fantasie van de schrijver. Heel lang geleden waren boeken verboden, deels om te voorkomen dat mensen zich waanden in een andere werkelijkheid. Soms begrijp ik dat wel, want als een boek je zo pakt, dan hoef je geen koffie, ga je niet naar bed en wil je zeker niet gezellig doen. Je wilt lezen, verslinden, er doorheen als een boekenwurm.

Niet de laatste bladzijde lezen he? zei ik tegen de man. Hij beloofde dat, al was het erg moeilijk. Met die afsluitende zin, begreep hij dat hij verder kon lezen. Hij was beleefd geweest, had heel even zijn aandacht bij het boek weggehaald. Hij snapte dat ik begreep.