Zou Herman Gorter hebben geweten,
hoe krachtig de eerste woorden van het gedicht de Mei zijn? Het is een enorm
lang epistel en hij zal er vast mee geworsteld hebben. Maar die eerste woorden
klinken als een klok; een nieuwe lente en een nieuw geluid. Hij heeft ze
bovendien in Balk geschreven, of in ieder geval ontleend aan het logeren in een
grachtenpand aan de Luts.
Een nieuwe lente en een nieuw
geluid. Daar zit zoveel belofte in. Bij elke nieuwe lente laat ik de krachtige
woorden om mij heen hangen. Elk jaar opnieuw, komt er een lente. Nieuwe loten
aan de bomen en opnieuw is er het frisse lentegroen. Niets is groener en
frisser en mooier van kleur, dan het nieuwe blad aan bomen in de lente. Die
bomen staan er natuurlijk niet voor niets. Als zij opnieuw mogen beginnen, dan
kunnen wij dat ook. Je mag elke lente opnieuw beginnen. Je mag zelfs een nieuw
geluid laten horen.
Ik was op een bijeenkomst met
allemaal pioniers. Ze wilden allemaal goed zorgen voor de mensen en voor de
aarde. Eten wat het seizoen ons brengt en wat echt eten is. Nieuwe geluiden met
een oeroude echo. Een nieuwe lente, met nieuwe geluiden. We zouden de lente
moeten vieren en elke eerste lentedag een nieuw geluid moeten laten horen. Het
lentegeluid van dit jaar gaat over groente uit eigen omgeving van eigen tuin
van het eigen seizoen.
Gorter legde in ons collectieve geheugen
de woorden van een nieuwe lente en een nieuw geluid. Laten wij dan nieuwe
geluiden maken. Dan wordt het echt een nieuwe lente.
Hotske