Ergens
moeten we een goede balans vinden in betutteling en vrije keuze. We willen niet
dat de overheid alles voor ons beslist, maar om over alles zelf te beslissen
dat lukt ook niet. Betutteling vind ik naar klinken, maar om over alles zelf
goed na te denken en een juiste keuze te maken dat valt niet mee. Vooral omdat
we vaak niet alles weten. Mevrouw Schippers heeft 26 miljoen in de begroting
zitten, daarmee kunnen alle jonge moeders de Nipt-test laten uitvoeren. De niet
invasieve prenatale test, de test waarin kan worden vast gesteld of het
ongeboren kind het syndroom van Down heeft. Aan de hand van bloed van de moeder
kan de test gedaan worden. Gelukkig hoeft er niet in de foetus geprikt te
worden.
De
voortgang in de medische wereld is mooi, maar legt ook druk op de keuzes van
jonge ouders. Want stel dat je een kind krijgt met het downsyndroom. Negatief
kan dat dan worden uitgelegd, als dat het kind de samenleving geld gaat kosten.
Alleen die uitdrukking al, dat een leven, een jong leven “de maatschappij” geld
gaat kosten. Wat een moeilijke keuze als de test uitwijst dat je ongeboren kind
down heeft. Ik kan me zo maar voorstellen dat je dan denkt; had ik het maar
niet geweten. Er moet voor iedereen plaats zijn op onze wereld, maar er is de
mogelijkheid om kinderen met down niet geboren te laten worden. Het lijkt er
dan op dat we een superieur mensenras aan het maken zijn. Maar wat is goed?
Waarom zouden mensen met een downsyndroom niet passen in onze samenleving?
Waarschijnlijk passen ze er juist heel goed in.
Eén
zo’n regeltje in de begroting over een ethische kwestie, we zijn wel erg ver afgedwaald
van de eerbied voor het leven. De keuze is voor de ouders. Misschien moeten we
als samenleving juist meer om deze jonge ouders heen gaan staan. Waarschijnlijk
is familie daar voor bedoeld.