maandag 18 december 2017

Over een roos.


Zachte stemmen van de koren klinken. En als dichter heb je dan de mooiste dichtregels voor de liederen bedacht, de muziek brengt de tekst tot leven. De stemmen van de vrouwen klinken in de donkere nacht. Bekende klanken, de teksten ken je nooit helemaal, maar de melodie is herkenbaar, elke keer weer. En als je weer eens zingt of mooie liederen hoort, bedenk eens wat het doet. Zingen beroert twee dingen. Je geest en je hart. Als je de tekst hoort dan kennen jouw hersenen de woorden, de melodie komt binnen via het hart. Dat is waarom liedjes en gezangen zo’n diepe werking hebben, het komt op twee verschillende manieren binnen.
In de grote kerk met een overweldigende akoestiek, klonken de jonge stemmen van het koor. “Er is een roos ontloken, uit barre wintergrond”. En voor je geestesoog zie je een akker met sneeuw, waar nauwelijks iets uit zou kunnen groeien. En dan is er een roos. Het woord “ontloken” heeft altijd iets magisch. De roos bloeide niet, hij ontlook. Ontlook komt van ontluiken, dat is opengaan, maar ook “zich ontwikkelen”. Als dat in de donkere winternacht gebeurt uit de barre koude grond, nou donkerder en dorder kan niet. En toch ontluikt daar per gezongen zin een roos. En als het dan ook nog als een profetie wordt gebracht, dan heb je volgens mij alle ingrediënten voor een goed verhaal. Pasklare antwoorden en verhalen zijn er nooit, maar dankzij dichtregels en melodieën komt er tocht iets bij ons binnen. Nog heel even en dan is het stille nacht.



maandag 11 december 2017

Alleen.


Op de één of andere manier hoor ik veel mensen over de Kerst. Misschien komt het door de sneeuw en de kou. Of de behoefte aan warmte en gezelligheid. Veel mensen zeiden zo maar, soms plompverloren, dat ze zin hadden in de Kerst en dat zij het een mooie tijd vinden. Met gezelligheid en lichtjes enzo. Het viel me echt op dat er dit jaar veel mensen zin hebben in de Kerst. Eén vrouw zei; Kerstfeest is voor mij echt een feest en dan niet het eten, maar het echte Kerstfeest. Ze probeerde niet eens haar geloof onder woorden te brengen en dat hoefde ook niet. Haar gezicht straalde. Haar gave huid leek nog een beetje lichter te worden en haar ogen waren op dat moment echt een puur spiegeltje van haar ziel.
Even later moest ik nog even naar de bakker en de slager, er moet ten slotte ook gegeten worden. Een oudere man, bestelde een beetje vlees, voor één persoon zei hij er duidelijk bij. Waarschijnlijk had zijn vrouw altijd gesproken in een half pond of één ons. Maar hij vroeg aan de slager, vlees voor één persoon. En ook bij de bakker bestelde hij een halfje wit, een paar koeken en een klein krentenbrood. Hij zou voor de komende dagen meer dan genoeg hebben.
Zou de man alleen zijn met de Kerst?

Als er nu genoeg mensen zijn, die zo stralen als de vrouw, dan straalt dat wel over alle mensen uit. Denk ik, hoop ik.

maandag 4 december 2017

Kerstdrukte


Het is december en alweer zitten we in de laatste maand van het jaar. En we vinden dat het snel gaat en we hebben het druk. Ja, wat wil je met alles wat we ons zelf opleggen. Een kerstboom in huis, er moet iets bijzonders op tafel met de kerst, de kerstkaarten moeten nog op de bus. Als je nou een beetje vasthoudt aan je eigen tradities, dat scheelt in je drukdoenerij. Je hoeft geen ander gerecht voor eerste kerstdag te bedenken. Gewoon die kalkoen op tafel spruitjes erbij, ijs toe en klaar. De boom staat ook in een uur, nou oké ik doe er ook langer over, maar dan staat dat ding ook weken mooi te zijn. En de kaarten die naar familie en vrienden gaan, ach je kunt een kerstgroetmailtje doen en anders schrijf je even wat adressen en lieve groeten.
Hebben we het druk of denken we dat we het druk hebben?

De kerstvoorbereidingen zoals ik het nu bereken kost maximaal één dag. Op één druilerige zaterdag in december ben je klaar voor de hele kerst. Heb je nog dagen over om te genieten van het niet denken aan de kerstvoorbereiding, want die kerstdrukte zit natuurlijk in ons hoofd. En als je niet hoeft te denken aan de kleur van je kerstballen, wel of niet zelf een kerststukje maken, een onwijs ingewikkeld vier-gangen menu op tafel wilt hebben, dan is er ineens ruimte voor iets anders. En zie je de oude kandelaar, die je jaren lang niet zag. En dan op een avond, steek je een kaars aan en weet je dat het licht wordt in het donker. En daar gaat Kerst over.

maandag 27 november 2017

Op een koude zondagmiddag.


Natuurlijk steel ik niet. Bovendien vertoon ik geen verdacht gedrag, ten minste dat dacht ik. Maar iemand dacht daar anders over. We waren in een grote winkel, er was echt van alles te koop. Van campingspul tot ledlampjes, en van tafelkleedjes tot bandenplakspul. Echt ongelofelijk. Man en ik hadden verschillende interesses. Uiteraard, ik ben vrouw, hij is man. Al bij binnenkomst gingen we elk een kant op. Het was koud, dus de handen diep in de zakken en op onze hoofden dikke petten. Zagen we er echt uit alsof we van alles in die zakken van onze winterjas wilden stoppen? Schroevendraaiers passen daar niet eens in en zo’n blauw kleed dat voor de caravan moet, kan ook niet. Iets van glas breekt en de paraplu’s waren te opzichtig.
In het midden van de winkel had men een stelling vol kerstspullen gezet. De tl-lampen konden niets aan de sfeer van de goedkope kerstballen en kerstpieken toevoegen. Het lokte niet om te kopen. Maar goed, kijken kan altijd, dat deed ik dus ook. Ik pakte zelfs het één en ander beet om van dichtbij te bekijken. Je bent er dan toch!

Ik voelde me bespied. En het voelde niet alleen zo, het was ook zo. De eigenaresse liep van gangpad tot gangpad mee en hield me wel erg goed in de gaten. Heel even had ik de neiging om te kijken wie het spel het beste speelde. Zou ik doen alsof ik een waxinelichtje in mijn jaszak stopte? Wel reuring op een koude zondagmiddag. We kochten niets en pikten niets, we wensten de eigenaresse nog een fijne dag.

maandag 20 november 2017

Denken over je gedachten.


Is ze het nou wel of niet? Ja, hoor ze is het wel. Vijfendertig jaar geleden zaten we bij elkaar in de klas. Eén jaar denk ik. Haar gezicht is nog net zo vriendelijk als toen, en haar ogen hebben nog steeds die open blik. Ze heeft ook nog altijd zo’n blije uitstraling en ze herkende mij! En dan sta je daar midden op straat en je wilt weten hoe het gaat, wat voor werk ze doet, of ze getrouwd is, kinderen heeft, en hoe ze in het leven staat. Dat allemaal, we vroegen om en om. En terwijl we praatten, bedacht ik ook hoe en wat je verteld. Je kunt dus je eigen geschiedenis van vijfendertig jaar, vertellen in een praatje van een minuut of tien. Je kunt die geschiedenis ook kleuren. Het is jouw geschiedenis. Je kunt er van alles over vertellen, je kunt er trots op zijn, of het slachtoffer gaan uithangen.  De nare dingen vergeten, of juist alleen maar de nare dingen vertellen. Als jij vertelt, kleur jij dus jouw geschiedenis. Elke keer als je over jezelf vertelt, kun je jezelf weer op een nieuwere manier neerzetten. En waarom zou je het met minder doen, het is jouw geschiedenis! Er gebeurt dus veel in je hoofd, als je vijfendertig jaar geschiedenis ophaalt. Je checkt wat je gaat vertellen en hoe je dat gaat vertellen. Er gebeuren dus twee dingen, je hebt gedachten en je denkt na over die gedachten, dat bedacht ik me allemaal. In dit geval waren het ook nog eens gedachten over mezelf, waar ik over nadacht. Een mens denkt meer dan dat hij denkt.

Leuk om je weer te ontmoeten!

maandag 13 november 2017

De man en de vrouw.


Kun je het zien, vroeg ik me af. Kun je zien hoe het zit met een man en een vrouw. Zijn ze al heel lang samen of is het hun eerste date? De man en de vrouw aan het tafeltje hadden een erg intiem gesprek, ze hadden alleen maar oog voor elkaar. De rest deed er totaal niet toe. De serveerster kreeg slechts een korte blik, toen zij de espresso en de verse muntthee op de tafel zette. Het waren mooie mensen, hij een beetje chique, in ieder geval niet alledaags, zijn hoofd karakteristiek met een wat spitse neus, een beetje hoekig. Hij straalde wel zachtheid uit, ik kon niet inschatten of dat kwam door de vrouw die tegenover hem zat, of dat het zijn natuurlijke uitdrukking was. Zij had haar mooiste en meest kleurrijke jurk met vest aangetrokken, haar lange haren waren grijs, maar door alle kleur leek dat goed bij haar te passen. Ze had iets uitbundigs, maar toch bleef ze ingetogen. Misschien kwam dat door het onderwerp van gesprek. Ze raakten elkaar niet aan, hun handen lagen niet bij elkaar in de buurt en stiekem voetjevrijen leek helemaal niet van toepassing. Even later liepen ze samen over het grote plein. Naast elkaar, met exact dezelfde pas. Geen armen om elkaar, geen hand. Zouden het broer en zus zijn? Dat zal toch niet? Een eerste date? Nee, daarvoor waren ze te vertrouwd met elkaar. Ik keek en zag, in mijn hoofd toetste ik de mogelijkheden, ik had geen passend etiketje. Dus moest ik iets nieuws bedenken; waarschijnlijk maken ze elk najaar een afspraak om een stad te bezoeken en moeten dan een heel jaar bijpraten.


maandag 6 november 2017

Mijn voetafdruk.


Hij keek naar mij, ik voelde het. Met zijn ogen volgde hij mij. Dat kon ik natuurlijk niet zien, want hij was net te ver weg. Maar ik wist dat hij naar me keek. Ik reed op het weggetje, ik was op weg naar een lunch. Ik reed daar vijftig kilometer voor. Ergens moest dus een kok voor mij eten maken, dat eten kwam dan ook weer met auto’s ergens vandaan. Al met al, mijn voetafdruk was die dag groot. (De ecologische voetafdruk geeft aan hoeveel grondoppervlakte er van de aarde nodig is om alles aan eten, drinken voor jou te verbouwen en te produceren.) Het kadootje was niet van gerecycled papier. De gourmet van die avond kwam voor een groot deel van de plaatselijke slager, de kilometers vervoer vielen dus mee, maar voor vlees is heel wat energie nodig.
Toen ik terug kwam was de ree natuurlijk allang weg. Hij had me op de heenweg met zijn ogen gevolgd. Ik zag hem staan met zijn parmantige kop, hij stond met zijn kleine hoefjes midden in de landerijen. Hij zag mij rijden in een auto. Nu zijn die beesten allang aan auto’s gewend, maar kijk eens door de ogen van die ree. Zijn hoefje maakt een kleinere ecologische voetafdruk dan mijn zolen. Ik gebruik meer van de aarde dan hij. Waarschijnlijk is hij daar ook voor bedoeld en ik voor mijn pad. Ik ken gezelligheid en huiselijke warmte, het gemak van de auto en het lekkere eten. En ik kan denken en voelen.
Maar als je door de ogen van de ree kijkt, of door de ogen van de natuur, dan maken wij er een potje van. Respect voor moeder aarde, daar begint het mee, politici roepen weer dat we rentmeester moeten zijn. Wij zijn slechts onderdeel van het geheel. Geen heerser over al wat leeft.
Een mooi beest, die ree daar langs de weg.


maandag 30 oktober 2017

Blauw op het bordes.


Op tafel ligt de krant met de bordesfoto. En ik zou altijd nog politiek verslaggever kunnen worden, maar nu ben ik even kledingcriticus. De heren allemaal in blauw pak, echt allemaal! Ze hebben vast eens gehoord bij het kopen van een pak, dat blauw vertrouwen uitstraalt. Niet het chique zwart, het neutrale grijs of het belegen bruin, nee blauw staat voor vertrouwen. Dat hebben de mannen goed in de oren geknoopt. Zelfs de stropdassen zijn alle tinten blauw, één is er zalmkleur en die is van de koning. En ééntje wat rood, misschien een stiekeme trek naar buiten het keurslijf willen lopen? Gelukkig is er één man die echt durft, en dat is Hugo de Jonge. Hij heeft namelijk een voorliefde voor hippe schoenen. En Hugo zou Hugo niet zijn, als hij niet pontificaal zijn lievelingsschoenen aan zou doen op de treden van het bordes. Hij krijgt een dikke 9.
En dan de vrouwen, keurige dames. Zouden ze dan in die korte tijd iets nieuws kopen of gewoon kijken wat er nog hangt? Keurige roklengtes, niets over te zeggen, de mouwlengte is wel raar, driekwart of zeven achtste? Die laatste lijkt altijd fout, de jurk klopt dan net niet en de handen lijken zielig met een groot stuk arm. Het ziet er niet echt pittig uit. Doe dan maar driekwart, dat is tot aan de elleboog. Verder krijgen de dames ooit te horen; niet te veel blingbling, dat leidt af en lijkt alsof je naar een chique feest gaat. Hier wordt gewerkt en je kunt geen bezuiniging aankondigen als je zelf juwelen draagt. Twee vrouwen wil ik noemen, Cora van Nieuwenhuizen ze krijgt van mij een acht, omdat ze de perfecte match heeft gevonden in schoenen en jurk. Een mager zesje gaat naar mevrouw Bijleveld, die vrouw kan echt beter. Het kanariegele gewaad is echt jammer en ik moest steeds naar de spin kijken, die als broche bedoeld is. Zo’n vrouw zou een mooi royal blauw mantelpakje kunnen hebben. Staat beter, past haar beter en geeft meer uitstraling.
Maar goed, ze stralen wel uit dat ze er zin in hebben en met vertrouwen in de toekomst. En petje af voor de heren die er niet staan, daar op het bordes. De heren Pechtold, Buma en Seegers, zij gaan hun fracties leiden. Bewuste keuzes die boven het eigen belang uit gaan.
Op voorhand denk je niet aan een minister die ooit moet opstappen, maar in elk Kabinet valt er wel eentje. Het hele Kabinet, dat houdt Mark wel bij elkaar, maar wie-o-wie zou er de komende drie en een half jaar moeten opstappen? Ik heb al een idee, maar voor nu geeft het blauw voldoende vertrouwen.


maandag 23 oktober 2017

Respect is het toverwoord.

Op de één of andere manier vind ik dat het hier over “me too” moet gaan. En op de één of andere manier denk ik dat het hier over mannen zal gaan. Eerst dacht ik och zo’n Hollywoodnieuwtje, maar het wordt groter. En overal waar mannen en vrouwen bij elkaar zijn, ja daar gebeurt wel eens wat. En dat kan natuurlijk niet, zeker niet als de man in kwestie een meerdere is, iemand met macht. Daar word je als vrouw kriegel van, want wat moet je?!
Maar voor de jongemannen onder ons is het ook echt uitvogelen, in elke film of serie zit seks. En zoek het dan maar uit hoe het zit met lust en met liefde. Respect voor het meisje lijkt het toverwoord.

Voor de meisjes is het ook zoeken, hoe doe je dat in de wereld met mannen. Mannenblikken, mannenhanden, mannenopmerkingen en mannenpraat. Respect is waarschijnlijk in de mannen-versus-vrouwen-wereld het toverwoord. En daar zijn zowel mannen als vrouwen bij betrokken. Dat is dus één, twee is dat niet alle mannen grijpgrage handen hebben. Het overgrote deel van de heren doet wat hij moet doen en heeft uitgevonden dat respect werkt. Misschien zelfs wel dankzij een boze blik of een klap in het gezicht? Ik weet het niet, maar laten we door deze “me too” niet alle mannen over die ene kam scheren. Want we leven wel met mannen en vrouwen samen. Mannen en vrouwen moeten weten wat wel en niet kan, dus een beetje nadenken, op tijd nee zeggen en niet de grens opzoeken. Dat heet dus respect hebben voor. 

maandag 16 oktober 2017

Het gaat ergens over.


We rolden zomaar de diepgang in. Het was op het randje, bijna voelde het als ongemakkelijk. Ze was zo open en puur en toch kenden we elkaar nog maar enkele minuten. We spraken over het leven en over de keuzes die je voorgeschoteld krijgt. Ze vond het lastig dat je zoveel moest ervaren in het leven. Ze vroeg zich hardop af of je ook leerde van ervaringen van anderen. Ze had een zus, die beleefde van alles en nog wat, ook nare dingen en ook vaak door eigen toe doen. Als ik met haar meeleef, zei ze, is het dat dan ook mijn ervaring? Haar ogen keken me recht aan. Haar jonge gezicht was zo eerlijk en nauwelijks door het leven getekend.

Misschien iets te resoluut, zei ik; nee, dat kan niet! Het is de ervaring van je zusje. Jij kunt je inleven in haar situatie, je kunt haar helpen en het mooiste is waarschijnlijk dat je haar blijft accepteren, wat er ook gebeurt. Maar het blijft de ervaring van je zus. Jij kunt kijken naar jouw ervaring, de reactie op de belevenissen van je zusje. En door te kijken naar jouw gedachten, na te denken over wat je denkt, wat jouw gedachten zijn, heb je een geweldige kans om jezelf te leren kennen. Als je oordeelt, moet je kijken naar waarom je gedachten een oordelend karakter krijgen. Als je haar onvoorwaardelijk blijft steunen, kun je bedenken waarom je dat doet. Ze keek me een beetje schaapachtig aan, we schrokken beiden van ons gesprek. Maar jah we wisten ook, als je over het leven praat, dan gaat het ergens over!

maandag 9 oktober 2017

Geld enzo.



Afgelopen week donderdag waren er zo maar een miljoen kinderen die ergens heen moesten. Er was namelijk geen juf en geen meester in de klas. De staking ging over werkdruk en over geld, het gaat altijd over geld. Maar daar onder ligt het thema waardering. Omdat leerkrachten minder verdienen dan anderen lijkt het er op dat we de leerkrachten ook minder waarderen. Het is en blijft een raar systeem; dat belonen met geld. Je zou denken dat wat we belangrijk werk vinden, hoog gewaardeerd moet worden. Leerkrachten zijn daar zeker bij. Moet je eens berekenen hoeveel uren de jongens en meisjes tijd doorbrengen bij de juf of meester. Daar moeten mensen voor die klas staan die er wat lesstof ingooien, wat sociaals en ook nog iets van; er uit halen wat er in zit. Een verantwoordelijke job! De tweede lijn verzorging ligt bij voeding en dagelijkse behoefte. Dus bakkers en groenteboeren, heren en dames winkeliers, die waarderen wij ook. We hopen dat ze een beetje eerlijk met ons eten om gaan. En als je zorg nodig hebt, dan is het ook fijn dat er mensen dat werk doen. Aandacht voor je hebben en hun medische kennis op jou toepassen. Maar het is ook mooi, dat er iemand is die er voor zorgt dat wegen zo nu en dan geasfalteerd worden en dat mijn bank functioneert zodat ik daar geen zorg om heb. Dus ja, hier gaat het over waarderen. Het beloningssysteem gaat nu nog over verantwoordelijkheid en meer geleerd hebben, oftewel meer papiertjes hebben. Misschien moeten we er naar toe dat iedereen exact hetzelfde verdient. En lange en dure opleidingen moeten we dan met z’n allen betalen via de belasting. Voor alle werkenden geldt dan; doe werk dat bij je past en waar je talent ligt. En voor iedereen dezelfde beloning. Hoeven we nog maar één belastingtarief. Kan nog net mee in het nieuwe kabinet.

maandag 2 oktober 2017

Op het terras.



Het had geregend, alle stoelen op het terras waren nat. Het personeel van de strandtent was net begonnen en dan is stoelen droog maken niet het eerste. Er zaten al twee mensen aan de koffie. De kuipstoeltjes zagen er uitnodigend uit. Zwarte en witte stoelen, ik vond het opvallend dat aan elk tafeltje of witte of zwarte stoelen stonden.  Ik zocht een plekje en schudde aan de rugleuning, de meeste druppels vielen er af. Peter en Annemiek zaten er al, dus kon ik dat ook. Ik kreeg koffie en als het een beetje fris is, smaakt een kop warme koffie heerlijk. Even later kwamen Thomas und Andrea. Ze ploften op de natte stoelen, de dikke spijkerbroeken en winterjassen waren te warm voor de herfstdag, maar absorbeerden prima de regendruppels van de stoelen. Even later liepen Karl und Monica het terras op, mit der kleine Tobias. Het piepkleine mensje zat lekker warm bij Monica in de buidel. Omdat het kleine mutsje lichtblauw was, wist ik dat het Tobias was. Monica wilde niet zitten, ze zei tegen haar man dat de stoelen nass waren. Met een ferme beweging draaide ze zich om en wilde weg lopen. Ach, zei ik tegen Karl, gewoon even de druppels er af schudden, mijn Nederlands begreep hij omdat ik de handbeweging er bij maakte. Even later zat Monica aan de muntthee, Karl had rum in zijn warme chocolade melk en veel Sahne. Aan het verste tafeltje kwamen Joep en Nicolien. Nicolien is altijd voorbereid op van alles en nog wat. Kordaat pakte ze uit haar rugtas een papieren zakdoekje veegde de stoel droog en ging zitten.
Mensen kijken blijft leuk! Namen voor onbekenden bedenken ook.

Mijn koffie is op.

maandag 25 september 2017

Op priemmen ha,


Jo moatte iets op priemmen ha. Als je graag breit of ooit een trui of een vest gebreid hebt dan ken je dit wel; er is voldoening als het klaar is, maar dan wil je eigenlijk ook weer iets nieuws. Je wilt weer aan een nieuw breiwerk beginnen. Een nieuwe kleur wol, een nieuw patroon, een nieuwe trui. “Iets op priemmen ha”, betekent; iets op de breinaalden hebben, ergens mee bezig zijn, je hebt het gepland. Dat laatste, dat je iets gepland hebt, is de officiële vertaling van “iets op priemmen ha”, en dat klinkt mooi. Het betekent dat je iets in het vooruitzicht hebt. En dat klopt, dat breiwerk dat moet een keer af. Je hebt een begin gemaakt, steken opgezet en dan heb je een doel. En laat dat doel nou iets met de zin van leven te maken hebben. Je hoeft het doel niet eens te halen, maar alleen al het hebben van een doel, zorgt voor een goed leven.
Maar dat doel, zo lees ik, dat hebben veel mensen die in een verpleeghuis wonen niet meer. Dat lijkt ook wel logisch, je hoeft niet meer te werken voor je doelen, als je kinderen op de wereld hebt gezet zijn die al lang groot, het huis was al lang afgelost en voor grote dromen lijkt het te laat.
Maar toch is het goed om iets op die breinaalden te hebben. Dat hoeft natuurlijk niet letterlijk, niet iedereen breit graag. Maar een doel, ook al is het maar een klein doel, iets gepland hebben, dat geeft het leven waarde. Er moet iets op die priemmen staan.


maandag 18 september 2017

Over goedbedoelde adviezen.


De twee vrouwen moesten duidelijk even bij praten. Waarschijnlijk deden ze dat wel vaker, want ze wisten exact waar de ander over sprak. Nu stonden ze op de stoep voor de supermarkt. De ene vrouw was erg verontwaardigd, ze had het over een andere “zij”. Op het moment dat ik voorbij liep en niet eens mijn best deed om te luisteren, hoorde ik toch hele zinnen. “Ik snap het niet, nou jah, ze moet het zelf maar weten, ze neemt het toch niet van mij aan”. De vrouw was gefrustreerd, er sprak iets van machteloosheid uit. Zo stond ze daar ook. Ik weet niet of het over een buurvrouw, een dementerende moeder of een eigenwijze dochter ging, maar goede raad aannemen deed de “zij” waar over gesproken werd dus niet.

En zo is het, van alle goedbedoelde adviezen volgen wij nauwelijks iets op. Vanaf het moment dat een peuter kan staan en kan praten is het; “ikke zelf”. In de pubertijd hoef je sowieso niet met iets van suggesties aan te komen, want dan wil het kind het zelf uitzoeken. En als iemand op eigen benen staat, zoekt diegene het ook helemaal zelf uit. De gever van het advies, wil zijn doorleefde ervaring meegeven aan de ander, maar juist dat zelf doorleven, dat is wat je moet ervaren. En waarschijnlijk is dat ook het echte leven, niet een ander naleven, maar ikke zelf, die het leven wil ervaren. Ook al val je tien keer en stoot je twintig keer je kop, door zelf te denken, te voelen en te doen kom je erachter hoe het leven werkt. Je leert zelfs dat goedbedoelde adviezen nooit worden opgevolgd.

maandag 11 september 2017

Over parels.


Er was zo’n uurtje dat geen invulling had. Het werd ingevuld achter de computer. Ik scrolde en klikte dat het een lieve lust was. Een scrol-en-klik-uurtje dus. En mazzel voor mij, ik kwam de dingen in de juiste volgorde tegen. Eerst een plek voor een item en toen het in te vullen item. Oftewel ik zag op facebook dat je een intro kunt maken. Daar kun je een korte zin op je beginpagina zetten, een soort credo, iets van een lijfspreuk. En kom ik na één klik, nou oké, een paar klikken, een zin tegen, die het overwegen waard is. Dat deed ik dus een tijdje, dat overwegen. Het enige wat me tegenstond was, dat ik de zin niet zelf bedacht had. Maar dit was wel een kwestie van beter goed gejat, dan slecht bedacht. De zin gaat als volgt; als je op zoek bent naar parels, maar je gaat alleen tot je knieën in de zee dan zal je deze nooit vinden.

Eigenlijk zou iedereen zo nu en dan over zo’n lijfspreuk moeten nadenken. Want waarschijnlijk houd je nooit tien jaar hetzelfde credo. Kijk eens waar je staat en wat je vindt. Het stikt van de gezegdes en mooie spreuken, ééntje zelf bedenken hoeft dus niet persé. Ik heb wel iets met parels en ook met de zee. De clou moet dan wel goed zijn.  

maandag 4 september 2017

Over snelle tijden.


Onze tijden gaan snel. En dat is ook een beetje onze eigen schuld. Als je iets snel doet, lijkt de tijd sneller te gaan. Als je iemand wilt vertellen hoe het met je gaat en je stuurt een brief, dan moet je die eerst schrijven, je moet een envelop zoeken, een postzegel in huis hebben en voor zessen die brief posten. Vroeger gaf je die brief dan aan de postbode mee en dan duurde het dagen voordat de brief op zijn bestemming was. Nu gaat dat sneller, veel sneller. In een appje of mailtje kun je iedereen vertellen hoe het is en soms heb je binnen een kwartier antwoord. Dat gaat dus snel. Omdat het snel gaat, lijkt het ook of de tijd sneller gaat, je bent immers met de briefactie veel sneller klaar. Dat geldt ook voor reizen, voor foto’s ontwikkelen, de was doen en voor nog veel meer dingen. Wat ook veel vlugger gaat is ons eten koken. Een hamburger bak je echt in een paar minuten van beide kanten bruin, de magnetron helpt ons ook en kant-en-klaar is helemaal simpel. Niet dat het gezond zou zijn, maar snel gaat het wel. Denk eens aan de kapucijners en bruine bonen die vroeger een nacht in de week moesten of het draadjesvlees dat lekker stond te sudderen, het liefst op het petroleumstel. Nu ben je in een kwartier klaar met de maaltijd voorbereiden.

Je kunt de rem er op zetten, iets meer aandacht voor het koken, langzamer eten en wat natafelen. 

maandag 28 augustus 2017

Mooie vrouwen.



Iedereen keek naar de twee vrouwen. En toch waren het gewone normale vrouwen. Oké, hun kleding was nogal excentriek. Maar waarom vinden we dat dan? Ze hadden mooie jurken aan. De éne een prachtige donkerroze, bijna lila jurk met korte mouw, nauwsluitend om de taille en een mooie ronde hals. Ze had er exact dezelfde lilakleur schoenen bij gevonden. Hoe vind je die, vroeg ik me af. De andere vrouw, het moet een vriendin geweest zijn, had nog meer haar best gedaan. Een grote witte jurk was de basis met daarover heen een groot lang oranje vest en ook zij had dezelfde kleur schoenen. Zijn er echt zoveel kleuren schoenen? Zij had zelfs bijpassende kralen om haar hals, een beetje groot en opzichtig, maar goed alles kleurde wel bij elkaar. Dat komt omdat je dezelfde kleuren gebruikt. Of het ook allemaal een juiste combinatie is, tja dat is waarschijnlijk een kwestie van smaak. Ik weet niet of dit hun dagelijkse outfit is, dat kan haast niet. Je kon de kamferballen ruiken. Maar ze deden geen vlieg kwaad, maakten zich niet druk om de blikken van anderen en wat zou het ook. Ik voelde iets van schaamte, want kom op de zon schijnt voor iedereen en zeker voor deze vrouwen. Waarom vinden wij dan dat we allemaal een beetje normaal over straat moeten en vooral niet te veel opvallen. Uitzonderingen vinden we niks. Maar als iedereen in een spijkerboek met wit 
T-shirt zou lopen, hebben we ook een erg saai straatbeeld. Lang leve de verscheidenheid en dan is dit alleen nog maar de kleding.

maandag 21 augustus 2017

Een Catalaans wiegeliedje.


Soms weet je iets niet, kun je het ook niet weten, totdat iemand het je vertelt. Hij is beiaardier, speelt al meer dan 25 jaar op zijn carillon. Op de vrijdagavond legt hij al zijn passie voor het spelen in de liederen en geeft zijn gevoel mee aan de noten. Mensen die langs de grote kerk over het plein lopen, horen de melodieën van de beiaardier.
Deze zomer was hij in Barcelona, een congres van beiaardiers van over de hele wereld. Er waren concerten en heel veel ontmoetingen met mooie mensen. Hij leerde de vrouw kennen die beiaardier is in Barcelona. De dag na de aanslag kreeg hij een mailtje van haar. Ze zal geschrokken zijn en is vast verdrietig, maar ze had een Catalaans wiegeliedje gespeeld op het carillon. De muziek mailde ze als bijlage. Ze vroeg aan beiaardiers om met haar mee te spelen. Ik wist het niet, kon het ook niet weten totdat hij het vertelde.
Overal over de wereld kun je in steden op het carillon het Catalaanse wiegeliedje horen. Een web van verbinding. Beiaardiers die in de muziek, op hun manier de klanken van Catalonië laten horen. Muziek uit Barcelona. Je kon het niet weten, maar het is zo mooi om te vertellen.



maandag 14 augustus 2017

Vol leven.


Ik zit midden in een boek, veel poëtische taal. Het gaat over een eiland met witte stranden, omzoomd door glashelder blauw water. Het eiland heeft de vorm van een boemerang. En steeds zie ik alleen maar die boemerang. Maar goed het brengt mij bij de zondag.
Want sommige zonnige zondagen zijn het leven meer dan waard.
Als de zon zijn schitterende stralen over de meren schijnt, een wedstrijdje met een paar wolken verliest en dan toch weer met volle teugen mijn huid beschijnt, dan voel ik volop leven. Even is er de koelte van de bomen, die het decor vormen langs het smalle water, dat al eeuwenlang Luts heet. Varens zijn groter en mooier dan ik me kan herinneren. Bootjes met vakantiegangers en sloepen met dagjesmensen zijn een vertrouwd beeld in het water dat tussen meren en dorpen ligt. Het water strekt zich uit, omzoomd door rietkragen die altijd weer mee bewegen op de wind. Nergens anders dan hier wil je zijn, wil je varen, de wind voelen door je haren en van het leven genieten. Met al je zintuigen wil je leven op Fries water. Want hier is de ruimte voor jou en voor mij. Maar het allermooiste zijn de golven, die elke keer weer bewegen en worden beschenen door de zon. Die schittering is de grootste kracht van leven, een leven dat altijd in beweging is. En als je mijn woorden niet mooi genoeg vindt, kom dan zelf voelen wat het water en de wind met je doen, en wacht op de glinstering van de zon op de golven.
Het boek met bloemrijke beschrijvingen blijft vandaag dicht. Want op deze zonnige zondag ben ik zelf onderdeel van het script.


maandag 7 augustus 2017

Contact houden.



Vier vriendinnen. Leuk vlotte vrouwen. Pittige, leuk geklede vrouwen die midden in het leven staan. Op de zomeravond zitten ze met zijn vieren op het gezellige terras. De ronde tafel zorgt ervoor dat er genoeg gekletst kan worden. Glazen rosé en chardonnay staan naast de borden. Waarschijnlijk spreken ze één keer per jaar af, zo’n ritueel dat al lang bestaat en bedoeld is om contact te houden. Zo nu en dan vang ik wat woorden op. Vrouwenpraat en meidengeklets. En toch is het op momenten stil aan de tafel van de vrouwen. Naast elk bord ligt een mobiel, er moet gecheckt worden. Handen gaan als vanzelf over het schermpje, ogen zijn er op gericht om nieuwe berichten op elk moment te signaleren. Bovendien moet de wereld weten dat het zo gezellig is bij restaurant huppeldepup en dat het zo’n mooie avond is met de vriendinnen. Ondertussen kijken ze naar de nieuwe profielfoto van het buurmeisje van een achternicht. En de vriendin van een vriend die eerst met een andere vriend getrouwd is geweest, heeft nieuwe schoenen. Een kind van een vrouw die een vriend van een vriend is, gaat uit zijn dak bij een concert. En een collega die niet meer collega is, vindt een recept voor ratatouille leuk. Meldingen van buienradar hoeven ze op deze zomeravond niet te volgen. Ondertussen appt een dochter dat ze blijft slapen bij een vriendin en pas morgen thuis is. Eén van de mannen thuis appt dat hij een biertje drinkt bij buurman. En een vriend van vriendin twee, meldt dat hij morgen vroege dienst heeft. De glazen zijn leeg, er wordt gekust, de mobiel gaat in de tas, “daaag, hoi, tot volgend jaar, ja jij ook de groeten, we houden contact!” 

maandag 31 juli 2017

Bramen enzo.


Wat gaan we eten? Op het aanrecht staat een doosje champignons. Ik weet het niet, die champignons die doe ik wel ergens doorheen. Het gaat me alleen om het doosje. Want met het lege champignondoosje mag ik bramen plukken. Bramen plukken is in ons land verboden, je kunt er een maand voor in de cel! Je begeeft je namelijk op het pad van de stroperij, iets meenemen uit de natuur wat niet van jou is. Een boete kan zomaar 4100 euro zijn. Maar een paar bramen plukken, niet meer dan wat er in mijn leeg champignon doosje past, dat mag wel van onze overheid! Natuurlijk moet er ook nog even op onze angst ingespeeld worden; we zouden zo maar dood kunnen gaan aan vossenlintworm, omdat de vos op de bramen plast. Het gaat ook nog over paddenstoelen, want het is helemaal onverantwoord om giftige paddenstoelen te eten. Misschien moeten we dat dan weer leren, wat we wel en niet kunnen eten uit de natuur! Dat we niet 20 potten bramenjam op de plank hoeven, want dat heeft niets te maken met; genoeg is genoeg. We weten niet eens meer waar het verse fruit goed voor is. Google vertelt mij dat bramen het gezondste fruit op aarde zijn! De braam zit namelijk vol met vitamine A en C!
Eerst mag ik van de overheid geen bramen plukken, dan moet ik in een grote encyclopedie, het wereldwijde web, opzoeken of die bramen gezond zijn en dan besef ik dat we wel erg ver van de natuur zijn afgedwaald. Ik mag zelf niet bepalen wat ik eet van de natuur en ik weet ook niet eens meer of het goed voor me is.

Mijn vingers zijn een beetje paars, zo’n donkerrode paarse kleur. En de vitaminen voor vandaag heb ik ruimschoots binnen. Ze zijn heerlijk.

maandag 24 juli 2017

Vakantie, maar waarom?


Je weet nooit precies wat vakantiegangers beweegt om op reis te gaan. Het lijkt tegenwoordig meer een gewoonte. In januari/februari wordt een datum gepland, weer of geen weer, zin of geen zin, de datum staat vast. We gaan op vakantie. Een locatie moet worden bedacht en plannen moeten worden gemaakt. En misschien weten de reizigers onder ons hun eigen motivatie niet eens. Dat we als tegenhanger van het ritme van werk even een rustpunt nodig hebben, dat lijkt een logisch feit. Maar om dan dagen te reizen, op veel te drukke wegen, mooie plekken proberen te bemachtigen, geen eigen bed als thuis te hebben en niet je eigen gedoetje, tja dat klinkt niet als rustpunt. Wat willen we dan? Iets beleven, zoals alle andere vakantiegangers, die prachtige foto’s op facebook zetten? Willen we ontdekken, omdat we met eigen ogen willen zien wat er buiten onze landsgrens is? Willen we even iets anders dan opstaan-douchen-aankleden-werken-eten-slapen? De constantere warmte van het zuiden opzoeken, omdat je dan buiten kunt zijn, zonder op je weer-app te kijken? Er moet een manier zijn om uit te zoeken wat de vakantieganger beweegt?

We vragen aan elkaar; “waar ga jij heen met vakantie?  Een betere vraag is: waarom ga jij met vakantie? Beetje anders, maar wel leuk. Je moet er even over na denken. Maar elk antwoord is goed, want het is jouw vakantie! 

maandag 17 juli 2017

Boekverslaving.


Eindelijk heeft mijn stapeltje boeken weer een acceptabele hoogte. Alleen al het weten dat er boeken liggen om nog gelezen te worden, vind ik een rijkdom van het leven. Ooit hoorde ik een man in een boekenwinkel zeggen dat hij altijd een stapeltje boeken had. Ik zag het al voor me, een beetje een saaie bank met een oud rond donkereiken tafeltje met zo’n gehaakt dun kleedje. En daarop lagen naast het ouderwetse leesbrilletje, de boeken van de man. Hij las ze ook door elkaar en dat was fijn om te horen. Dan ben ik niet de enige die een beetje doldwaas boeken leest. Dat door elkaar heen lezen is trouwens nog wel eens een uitdaging. Ooit las ik twee boeken tegelijk die beide in het bos afspeelden, ook beide verhalen werden nogal bloemrijk verteld. Dus veel bomen en veel vergezichten, toen raakte ik mijn hoofdpersonen in het bos kwijt.
Vroeger keurde de Kerk het lezen door het gewone volk simpelweg af. Het was tijdverspilling en je zou er eens verfrissende ideeën van kunnen oppikken. Maar goed dat ik toen niet leefde. Maar het werkt wel verslavend. Als ik nu in een boek zit, de laatste drie bladzijden nog even niet lees, omdat het dan jammer is dat het uit is en ik de hoofdpersonen nog even bij me wil hebben, dan lijkt dat op verslaving. Het lijkt ook op verslaving als je chagrijnig bent als er niet een nieuw boek ligt te wachten. Een vorm van verslaving is het ook als je werk uitstelt om toch nog bladzijden te lezen of gewoon niet naar bed gaat omdat je nog een hoofdstuk uit moet lezen. En het is zeker een verslaving als je smoesjes bedenkt om thuis te blijven, om dan in het boek te verdwijnen.

Er zit een kern van waarheid in dat lezen een gevaarlijke bezigheid is, maar een mens moet zich ergens in kunnen verliezen. 

maandag 10 juli 2017

Het grote waarom.


Zaterdagochtend, ik zie hem fietsen, een klein ventje. In zijn hand een vishengel. Hij fietst het dorp uit, op zoek naar een visplek. Een rugzakje mee, met vast een boterham en een pakje drinken ofzo. Hij gaat vissen. Stoer en alleen de wereld in, op zijn manier. Ik hoop dat hij wat vangt, maar ik hoop vooral dat hij nog lang mag vissen. En zelfs als oud mannetje zijn hengel uit mag gooien aan de waterkant. Maar niet iedereen wordt oud, sommigen van ons halen de gemiddelde leeftijd niet, of worden niet eens vijftig. En een enkeling wordt niet eens tien jaar.
En wij snappen dat niet, hebben de grote waaromvraag. Zeker als de dood dichtbij is, dan vinden we het niet eerlijk. Ook al is het leven dat voorbij is zinvol geweest en heeft diegene volop geleefd nog altijd vinden wij dat de dood te vroeg komt.

Lang geleden vertelde iemand mij een metafoor, het leven is als een borduurwerk. Wij zien alleen de achterkant, de aan- en afhechtingen, de knopen, de losse draadjes, de warboel van kleuren. Alleen als je heel goed kijkt, kun je een patroon zien. Je mag er op vertrouwen dat de voorkant een prachtig geheel wordt, maar zolang je bezig bent met de draden van je leven is dat niet zichtbaar. 

maandag 3 juli 2017

De basis.


Wat is je basis, een beetje plezier in je werk en wat geluk? We weten al lang dat geld niet gelukkig maakt, een zinvolle invulling is dat wel. Maar je zult ze de kost moeten geven, de mensen die niet blij zijn op hun werk. Er niet meer de passie in kunnen leggen en de uitdaging al lang vergeten zijn. Velen van ons werken alleen voor het brood op de plank. Als je al werk hebt. Eigenlijk is het werk verkeerd verdeeld. De werkende mens, werkt zich de rambam en ook nog niet eens altijd naar de zin. De mensen die niet werken, willen er graag bij horen, of doen vrijwilligerswerk, dat geeft vaak wel voldoening maar wordt dan weer ondergewaardeerd. Gelukkig is er voor de meesten van ons werk, maar dit gaat vast veranderen, met de automatisering gaan er veel banen weg. De mensen die werkeloos zijn, hebben nog recht op allerlei uitkeringen en toeslagen. Erg ingewikkelde systemen, waar nauwelijks iemand de weg in vindt. Maar wat is onze basis? Is werken de basis, of is ontplooien de basis. Je plezier en geluk waar ligt dat? Als je dat in je werk vindt, ben je een gelukkig mens. Maar er zijn velen waarbij de dagelijkse zorg gaat over geld en over de stress in het werk. Wat is jouw basis?
Een basisinkomen voor iedereen lijkt voor een vaste basis te kunnen zorgen. Er moeten dan wel heel veel regeltjes en systemen omgelegd worden, maar in theorie zou het kunnen. Alle uitkeringen en toeslagen bij elkaar levert al een flinke bak geld op. Bovendien zijn de systemen en uitkeringsinstanties dan ook niet meer nodig. Een basisinkomen voor iedereen, zodat je mag uitzoeken; ga ik nog bijverdienen? Ga ik wat doen voor de mensen om mij heen? Heb ik de kans mijn dromen te leven?
De eerste vraag zal moeten zijn; wat is ons doel als mens? Wat is jouw doel? Wat zou jij doen als je elke maand een basisinkomen krijgt waarvan je kunt eten en leven? Wat zou je dan gaan doen?

(hoogstwaarschijnlijk komt er in Leeuwarden een proef met het basisinkomen)


maandag 26 juni 2017

Zeilles of levensles.


Ik vraag me af wie er ooit de overstap van skûtsjes naar snelle zeilboten heeft gemaakt. Vroeger werden de zeilen gebruikt om te varen, puur voor de broodwinning. Op een gegeven moment werden er wel wedstrijden met de skûtsjes gehouden. Die nostalgie wordt met het skûtsjesilen nog steeds in ere gehouden. Maar ooit moet iemand bedacht hebben om zeilen als ontspanning, als watersport te ontwikkelen. En misschien is het het leven zelf wel, dat vond dat er gezeild moest worden. Met twee elementen moet de zeiler rekening houden, met het water en de wind. Je kunt niet rechtstreeks je koers bepalen, je moet rekening houden met de wind. Soms is de wind vlagerig, waait hij uit onverwachte hoek en zo is het leven ook. Dan moet je je koers opnieuw uitzetten. Soms moet je laveren en een extra slag maken voordat je bent waar je naartoe wilde. Of alle zeilen bijzetten, zoals het spreekwoord ons ook al leert. De ene keer kabbelt je bootje rustig over het water, een andere keer moet je rekening houden met donkere wolken.
Eigenlijk zou iedereen verplicht een weekje naar de zeilschool moeten, maar dat “verplichte” schiet niet op. Dus als je slim bent ga dan zeilen. Ten eerste leer je over het leven zelf, ten tweede weet je dat je met de elementen rekening moet houden en als laatste moet je nog het één en ander weten over de relatie van schipper en fokkenist, want anders kom je ook nergens.


maandag 19 juni 2017

Weinig woorden.

Het lijkt er op dat het een lange mooie zomer wordt. Afgelopen dagen was het prachtig. Wij waren in een watersportdorp. De weg op het water was bekend, de hoogte van de bruggen niet meer. Net voor een brug genoot een man van de avondzon. Hij zat voor zijn huis onder de parasol. Hij kwam naar ons toegelopen, vertelde ons wat wij wilden weten en hij praatte nog wat verder zoals mensen doen die altijd over boten praten. Hij kende ons nog van de haven. De herkenning was mooi. Al snel kwam die ene zin er uit; “mijn vrouw leeft niet meer”.
Het licht van de brug sprong op groen, dat betekent voor een schipper naar de brug toe, want die gaat open. Wij gingen verder met de boot. Maar de woorden van de man bleven in mijn hoofd hangen. De oudere man was uiterst vriendelijk, altijd ook al geweest. Zijn praat was nog hetzelfde, maar toch was er met die ene zin een wereld van verschil. In die paar woorden over het verlies van zijn vrouw, zat een groot verdriet. Een leven lang samen en nu was zij er niet meer.
Een man die praat over boten en bootjes, maar niet over zijn gevoel. Waarschijnlijk ook niet groot gebracht met woorden van emotie. Maar zoveel gevoel in één enkele zin. Wat een kracht in woorden. Hij deelde de woorden van zijn hart. Dan is één zin genoeg.


maandag 12 juni 2017

Bezorgd en onbezorgd.



Denk je om je drinken, zeg ik net voordat ze weggaat. Ja mama, ze weet dat ouders bezorgd zijn over rotzooi of pillen in een drankje. En ik ga ook niet met vreemde mannen mee, zegt ze. Ze dreunt het rijtje met goed bedoelde adviezen op. Ze overlegt nog even over geld en pasjes, ov-kaart en ID-kaart moeten in ieder geval mee. Ze stapt al een aantal jaren de grote wijde wereld in en terecht zegt ze; mama dit is al de derde keer dat ik naar dit festival ga, vorig jaar zei je niks! Ik besef dat er vorig jaar niets aan de hand was. Deze week gaat er door ouders een schrikreactie, het besef van bezorgdheid raakt even je hart. Je wilt je kind beschermen. Twee meisjes die nog een heel leven voor zich hadden zijn vermoord. Kinderen loslaten in de wijde wereld is weer even een thema. Meisjes moeten zich vrij voelen in onze wereld, ze moeten onbekommerd naar festivals gaan en ’s avonds nog met de trein naar huis kunnen. Ze moeten kunnen drinken wat ze willen en ook kunnen praten met wie ze willen, je wilt toch ook nieuwe mensen ontmoeten? Een onbezorgde fijne tijd van vrijheid, zo’n tijd zou er voor alle jonge meisjes moeten zijn. Iets van, in vertrouwen loslaten ofzo? Van krampachtig vasthouden is nog nooit iemand blij geworden. 

maandag 5 juni 2017

For a reason.


Het is zomer, tijd voor jurkjes, korte broeken en T-shirts! Er lag op een stapeltje nog een T-shirt, twee jaar oud ofzo. En shirts die je graag draagt worden veel gewassen. Nieuwe T-shirts zijn altijd mooier, maar deze zit zo lekker. Past prachtig bij witte broeken, dus hoort hij bij de favorieten. En gisteren pas zag ik de kleine lettertjes, een heel klein zinnetje op mijn T-shirt. Ik ben niet zo van de grote letters op borsthoogte, als die gelezen worden weet je nooit waar de lezer naar kijkt. Mijn T-shirt is grijs met wat veren als opdruk en met die kleine woordjes dus. Er stond; everything happens for a reason, alles gebeurt met een reden. Tsja een waarheid als een koe. Wat die reden dan is, dat wordt er niet bij gezet, daar is mijn T-shirt niet voor. De redenen waarom mij dingen overkomen, passen waarschijnlijk ook niet op één T-shirt. En soms kom je pas jaren later of soms zelfs op het eind van je leven achter een reason. En toch geeft het houvast, we leven niet zomaar wat in de wilde weg.
Waar de exacte scheiding ligt, tussen alles is voorbestemd en alles gaat om jouw vrije wil, dat weet ik niet. Maar het voelt op de één of andere manier goed, als dingen gaan zoals ze behoren te gaan ook al weten we de reason niet direct.
Zal voortaan beter de kleine lettertjes lezen. Soms staat wijsheid simpelweg al jaren op je lievelingsshirt.

maandag 29 mei 2017

Democratie moet groeien.


Ik ben geen politiek verslaggever en al helemaal geen formateur. En het zal met al die mannetjes ook wel niet meevallen voor mevrouw Schippers. Dus moet je misschien anders beginnen of opnieuw. Ik zou zeggen; beste Edith begin bij de feiten. Dat is ten eerste de verkiezingsuitslag. Die is nogal versnipperd, dus krijg je ook een verdeling van zetels over allerlei partijen die versnipperd is. Want punt twee is dat wij een meerpartijenstelsel hebben. Groot voordeel is dat wij als kiezers een partij kunnen uitzoeken die het dichtst bij onze eigen ideeën staat. Maar met zoveel verscheidenheid krijg je dus nooit een meerderheid voor een kabinet. Voordeel van meer partijen in een politiek systeem is dat men elkaars uitschieters in toon houdt. Ik bedoel als één partij voor een voorstel gaat met grote gevolgen dan houden andere partijen dat een beetje in evenwicht. Er wordt dus nooit in één keer een donorwet aangenomen en er wordt ook nooit in één keer een koran afgeschaft, om maar es wat te noemen.
Omdat er bij deze verkiezingen echt wat te kiezen viel, is de uitslag uiteraard verdeeld. Dat betekent dat je dus niet met meerdere partijen vooraf allemaal afspraken kunt maken voor een regeerakkoord, want daar zijn de verschillen te groot voor. Je kunt het met vier of vijf partijen nooit eens worden over grote politieke verschillen. Anders zouden wij ook voor niks gestemd hebben. Maar wat dan nu?
Rutte zou een regeerakkoord moeten schrijven voor de ontwikkelingen waar sowieso onder alle partijen wel een ruime meerderheid voor te vinden is. Daarnaast moet er een agenda komen voor onderwerpen die partijen aandragen en waar verschillende meerderheden voor te vinden zijn. Dit lijkt op een minderheidskabinet alleen gaat het verder. Want ook de termen coalitie, de partijen die regeren, en oppositie, de partijen die in de oppositie zitten, die termen vallen weg. Want iedereen doet mee. Men moet dus goed luisteren naar andere partijen, wat eigenlijk te herleiden is als luisteren naar de kiezer. Nog een voordeel; het kabinet kan niet vallen, want iedereen doet gewoon mee, haalt jouw voorstel het niet, dan moet je luisteren naar de andere partijen om er achter te komen wat het land wil. Dit is democratie ten top. Hoe partijen zich dan politiek kunnen profileren? Simpelweg voorstellen vanuit het eigen verkiezingsprogramma bijschaven zodat een meerderheid van de partijen zich er in kan vinden, wat ook betekent dat een meerderheid van de kiezers zich er in kan vinden. Een goed zichzelf corrigerend en democratisch systeem. We gaan dit een variameerderheidskabinet noemen, met variabele meerderheden. En ministerposten dan? Die gun je aan mensen die capabel zijn, ongeacht hun politieke partij. Voordeel over alles zou zijn dat het “strijden” naar de achtergrond gaat en dat het samenwerken met respect voor elkaars idee de werkwijze wordt.

Nou Edith, wat denk je?

maandag 22 mei 2017

Echt k.


Drie meisjes. Pubermeisjes, aardige meisjes ook. Ze stonden achter mij bij de kassa. In hun handen één enkel broodje. Dus mochten ze vóór. Drie vriendinnen. Ze hadden dezelfde soort broeken aan en korte jasjes. Ze liepen wat om elkaar heen te drentelen. Alsof ze elkaar nooit meer willen loslaten. Vertellen elkaar vast ook alles. Ze kletsten dan ook de hele tijd door. Opeens zei één van de meisjes met stemverheffing; “en weet je wat ik nou echt kut vind?” Wat ze dat dan vond dat weet ik niet. Ik schrok van het woord, nu zeggen wel meer mensen dat soort woorden, maar zij schrok niet. Ze deinsde er niet voor terug om in de openbaarheid van de supermarkt dat woord te roepen. Ze merkte niet eens dat ze iets over vrouwelijke geslachtsorganen riep! Het hoort dus gewoon bij haar woordenschat. Ik dacht aan al die oudere dametjes die met een rollator langs de stellingen lopen en opeens schoolmeisjes horen praten en daar hoppa komt het woord k-u-t voorbij. Zelfs hier schrijf ik het met enige terughoudendheid. Want als je de woorden typt of leest, dan hoor je ze in je hoofd.
Maar ik kan afkijken, in de krant stond namelijk k*t, dat is het hetzelfde, maar dan zeg je het niet. In de zaterdageditie las ik namelijk dat het k*t was dat de formatie van een nieuw kabinet was gestrand. Of zo leek de zin; de fractievoorzitters leken het k*t te vinden.

De krachtterm wordt dus door velen van ons gebruikt. En ik snap ook wel dat als je ergens van baalt of iets echt heel erg vindt, je niet uitroept; oh vrouwelijk geslachtsorgaan! Maar misschien moeten juist wij, als vrouwen, er mee stoppen. Iets met respect voor vrouwenlijven ofzo. Denk ik.

maandag 15 mei 2017

Stress zit in je hoofd.


Hij loopt over het wandelpad, zijn hoofd voorover. De donkerblauwe winterjas veilig om hem heen, het oranje van de voering steekt af. Het oranje past niet, niet bij de jas en niet bij de man. Hij loopt langs een appelboom, de roze bloesem is prachtig. De man ziet het allemaal niet. Later deze zomer zullen er piepkleine appeltjes in de boom hangen. De boom denkt niet, de bloesem komt automatisch en wordt vanzelf appel.
Ik las een verhaal over stress in onze tijd. Vroeger was er ook stress, als er wilde dieren op je pad kwamen, dan zorgde een reflex in je lichaam dat er iets gebeurde met je angst en dat je ging vluchten. Het lichaam was alert en kon in actie komen. Nu hebben we geen wilde dieren meer. We hebben nog wel de spreekwoordelijke apen en beren op de weg. En die zitten in ons hoofd. Stress in de vorm van hard werken, van zorgen maken, van bezorgd zijn over je gezondheid, van angst over de wereld, zorg over te veel zon en nog veel meer. Onrust in ons bestaan zorgt voor de alerte houding. Je ademhaling zit dan ook hoog, omdat het lichaam denkt dat je moet kunnen vluchten. Al deze stress zit tegenwoordig in het denken, in je hoofd.
De man met zijn donkerblauwe jas loopt te denken. En misschien ziet hij ooit op een dag de wonderlijke roze bloesem van de appelboom. De boom heeft geen stress, geen zware job of hoge hypotheek en al helemaal geen angst. En misschien op een dag, denkt de man dat er geen echte wilde dieren meer zijn. Zijn ademhaling zakt, de vluchtreflex van zijn lichaam is niet meer nodig. Hij gaat voorbij de stress.


maandag 8 mei 2017

Herinneringen aan de oorlog.


Midden in de dagen van 4 en 5 mei. Aan Amerikanen die we niet kennen, maar die op ons pad komen, leg ik uit wat het betekend. Ze zijn op leeftijd en weten wat het is, ze kennen de geschiedenis. Wij kennen de geschiedenis ook en de verhalen. De verhalen zijn het belangrijkste. De feiten in de lesboeken ook, maar de verhalen die vertellen wat mensen hebben meegemaakt die raken ons. Voor sommige mensen duurt het heel lang voordat zij hun verhalen kunnen vertellen. Er werd lange tijd niet over gepraat.
Ik schreef het levensverhaal voor een lieve man. Hij had de oorlog meegemaakt en vertelde zijn verhalen. Dat hij met zijn broertje op een vrachtwagen midden in de nacht werd weggebracht naar een adres ergens in Friesland. Het was koud, vriezend weer. De maan stond aan de hemel en stiekem zongen de jongens met de andere mannen het Wilhelmus, eerst zachtjes en toen uit volle borst. Maar, vroeg ik, hoe was het toen de oorlog voorbij was, werd er gesproken, werd er gepraat over wat je had meegemaakt. Dat gebeurde niet. Ik herinner het ook nog van mijn pake, over de oorlog werd niet gesproken, ja er waren onderduikers op de boerderij. Als het winter was en er kon geschaatst worden op de opfeart bij het dorp dan schaatsten de onderduikers ook mee. Alleen in de avond, als het donker was, overdag kon natuurlijk niet. Maar meer werd er niet verteld.
De verteller van het levensboek zei; we wilden er niet meer aan denken. We wilden allen maar vooruit. Er over praten deed je niet. Waarschijnlijk werd er in die tijd ook minder gesproken over gevoelens. Men wilde anderen niet met het verdriet belasten. Maar wat hoor je vaak, dat er nog verhalen los komen, soms pas op het sterfbed. Laten we ruimte maken voor de verhalen. Laten we mensen die de verhalen nog willen vertellen de ruimte geven. Lieven mensen, vertel het of schrijf het op. Maak het rond, verwerk de herinneringen die nog in je zitten. Onze generatie luistert, jullie mogen het vertellen. Verwerk het, laat het los en laat het hier blijven, neem het niet mee in je graf. Deel het met ons, het hoort bij deze wereld en bij onze tijd. Wij luisteren.


maandag 1 mei 2017

Wijze les van de Koning.


Stiekem zijn we simpelweg trots op onze koning. Je kunt ook met recht trots zijn op die man. Het vorige interview toen hij dertig werd, daar leek hij nog zo’n broekie. Je dacht ook dat hij steeds werd gesouffleerd, niet zelf zijn antwoorden bedacht. Maar nu staat daar een man, een persoon die stevig met zijn beide Koninklijke voeten op Nederlandse grond staat.
Eens in de twintig jaar zo’n interview is te weinig. Elke maand een gesprek met de Koning zou voor de saamhorigheid goed zijn. En geeft hem ook de kans een voorbeeld te zijn. Hij hoeft niet meer mee te doen met de Kabinetsformatie en heeft dus tijd voor interviews en de voorbeeldrol. Hij wil dat ook graag, hij zei dat hij nauwelijks iets persoonlijks in de Kersttoespraak kan toevoegen. Hij wil dus graag zijn steentje bijdragen. Het geeft ook aan dat we in een nieuwe tijd zitten. De Koning laat zijn menszijn zien. Hij begeeft zich letterlijk op het menselijk vlak. Met zijn menselijk optreden, valt de rang van Koning weg zonder dat het respect verloren gaat.

Hij werd ook erg respectvol geïnterviewd, daar kunnen we wel weer naar toe. Niet beledigend en geen negatieve vraagstelling. En dan de Koning, hij deed het goed. Voor de goede luisteraar zat er zelfs levenswijsheid in. Wat dacht je van; het ken je zelf? Hij wilde dat zijn dochter Amalia, vooral zichzelf leert kennen. Want zo zei hij; in dit ambt, moet je je zelf goed kennen, ook over je eigen grenzen gaan, want dan leer je jezelf kennen. Eigenlijk moet elke vader zijn kind naast school, ook andere dingen leren en dan vooral helpen in het zichzelf leren kennen. Veel ouders zullen dat onbewust ook wel doen, en vooral het voorleven zal als voorbeeld dienen. Maar wat mooi als je vader zegt dat hij hoopt dat zijn kind zich zelf goed leert kennen. Een mooie levensles. Hij mag er nog aan toe voegen dat je daar een heel leven de tijd voor hebt.

maandag 24 april 2017

Voorjaar.

We dachten dat je dood was. Zo zag het er ook uit. In de winter nemen alle bomen hun vertrouwde rust om dan in het voorjaar weer volop in bloei te staan. De grote kastanjeboom heeft een prominente plaats in de tuin. Kastanjes liggen in de herfst overal en in de zomer ben je een pracht. Je zorgt dan bovendien voor verkoeling. Maar afgelopen najaar waren we bezorgd, je zag er ziek uit. De schors van je stam liet los en overal waren zweetplekken. We stonden er bij en hoopten er het beste van. Het is de bloedingsziekte, het ziet er erg triest uit. We vroegen zelfs een deskundige, want de trots van onze tuin omzagen als het niet echt noodzakelijk is, dat doen we natuurlijk niet. Maar, nee ook deze man vond de boom dood en adviseerde voor onze veiligheid de boom met zijn zware takken te kappen. We stonden er bij, keken er naar en hoopten nog steeds. De winter kwam en we stelden het kappen nog een seizoen uit. Het risico van takken die af zouden breken vonden we niet erg groot, of wilden we liever niet horen.
Veel Kastanjebomen schijnen last te hebben van deze bloedingsziekte, vooral in woon-werkomgeving. En dat komt omdat de boom te weinig ruimte krijgt. Heb je wel eens gezien hoe stoepen tot aan zijn stam worden betegeld, hoe moet zo’n boom dan aan water en lucht komen? En zijn eigen tot compost geworden kastanjebladeren komen nooit door de trottoirtegels heen. Zijn weerstand wordt logischerwijs slechter. Wat staat hier eigenlijk? Woon-werkomgeving, te weinig ruimte, geen lucht meer, de weerstand is weg omdat we het natuurlijk systeem dwarsbomen, geldt dit alleen voor bomen? Klinkt dit ook als bij mensen?

Elke keer als we op het pad langs de Kastanjeboom liepen, hoopten we op het beeld van een bloeiende kastanje in het voorjaar. Soms tegen beter weten in, een volgende keer hoopvol. En toen op een dag zagen we een minuscule verdikking op de einden van de takken. We stonden er bij en elke dag groeide de boom, nu staat hij prachtig in het frisse blad. Hij staat te pronken en is de trots van onze tuin. Hij heeft zijn natuurlijke weerstand weer gevonden. 

maandag 17 april 2017

In de klas.


Er zit een nieuw jongetje in de klas. Hij moet even wennen. Is een beetje eigenwijs en denkt vooral dat hij het zelf het beste weet. Psychologen zouden zeggen; een echt alfamannetje. Zo’n hoofdaap die de baas speelt ten koste van alles. Hij moet nog uitzoeken wie zijn vriendjes gaan worden en luisteren naar de juf is er niet bij. Voor de andere jongetjes in de klas is het ook wennen, want de rangen en standen moeten opnieuw bepaald worden. Ik ben een meisje en kom ook nog eens uit een meisjesgezin, dat er gevochten wordt op het schoolplein en dat daar blauwe plekken uitkomen, ken ik niet zo goed. Dat er machtsspelletjes gaande zijn dat begrijp ik wel, maar de letterlijke kleerscheuren ken ik niet.
In het klasje van de nieuwe jongen zitten alleen maar jongens. Ze heten Vladimir en Bashar met de achternaam Assad, nog een Noord-Koreaans ventje en een jongen uit China. Eigenlijk zitten deze jongetjes in de combinatiegroep met een aantal jongens uit andere landen en één meisje, zij heet Angela.
Tsja, als je columns mag schrijven kun je er nog een geintje van maken. Mag je heel even zeggen dat als belangrijke mannen grote machtspelletjes spelen, zij eigenlijk op het niveau van een basisschoolklas zitten. Als bommen niet zo’n grote impact zouden hebben zou je echt mogen lachen om de mannen die zichzelf op de borst slaan. Kijk mij eens, ik ben de held, de alleenheerser, ik bepaal en heb de macht.

Je zou wensen dat er een schoolpleintje bestaat voor grote mannen die allang niet meer in klasjes zitten. Dat er machtsspelletjes gespeeld worden dat snap ik, maar de kleerscheuren begrijp ik niet. Zeker niet voor onschuldige mensen. Je hoopt dat er een leerkracht is die de jongens leert omgaan met winnen en verliezen, met machtsvertoon en hoe je vrienden maakt.

maandag 10 april 2017

Hoe gaat het?


Ineens was het voorjaar. Bloembakken riepen om frisse viooltjes dus op naar het tuincentrum. Heel veel bomen, boompjes en struiken en heel veel bakken met fleurige bloemen. Het viel nog niet eens mee om een keuze te maken. Er waren meer mensen op zoek naar tuinplanten. Het is een beetje een rare manier van natuur maken, iemand kweekt bomen en koopt plantjes in, die wij dan weer in ons eigen tuintje kunnen planten. Ik weet niet of Onze Lieve Heer het zo bedoeld heeft, maar we maken de wereld een beetje mooier.

Iets verder zag ik een echtpaar ook zoeken naar nieuwe planten. En sommige silhouetten vergeet je nooit. Ik keek nog eens, maar wist het allang, daar staat hij! Mijn allereerste vriendje. Op de één of andere mysterieuze manier voelt hij natuurlijk ook dat ik daar sta. We lopen naar elkaar toe met ogen die onderzoeken en die vragen willen stellen. Er worden handen geschud. Zijn vrouw ken ik nog van vroeger. Hij is dus getrouwd, heeft een baan en ziet er goed en gezond uit. In no time taxeer ik zijn lengte, hij is groter dan vroeger, ik moet ietsje omhoog kijken. En zijn ogen wil ik peilen, gaat het goed met je, ben je goed terecht gekomen, ben je blij, ben je gelukkig? Veel te veel vragen. Veel te kort ook om daar tussen de pampus en de laurier veertig jaar bij te praten. De vraag houdt me bezig; gaat het goed met je? Je wilt gewoon dat het goed is met iemand die ooit een grote betekenis in je leven heeft gehad. De vraag hangt daar om ons heen; gaat het goed met je? En wat betekent dat dan exact? Ben je gelukkig en heb je de dingen gedaan die je wilde doen? Heb je je ware aard gevonden en ben je gevallen en weer opgestaan? Heb je geleerd en ben je een beter mens geworden, wat dat dan ook maar betekend. Heb je de kunst van leven ontdekt, misschien is dat wel de mooiste vraag.


Lieve man, het ga je goed.

maandag 3 april 2017

Over auto en ego.


We hebben wat autogarages bezocht. Het klinkt alsof je naar een museum gaat, en daar lijkt het ook wel op. Je krijgt koffie, vooral als je interesse voor een bepaalde auto toont. Je zit aan een mooie hoge tafel, achter een rij gepoetste, glimmende auto’s. Sommige auto’s ruiken zelfs lekker, naar frisse bloemen en pas gemaaid gras. Men heeft daar geursprays voor, denk ik. Dat zijn kleine dingen om het de potentiële koper naar de zin te maken. Het is lastig om de sfeer gezellig te maken, de panden waar al die vehikels staan zijn vaak groot met betonnen vloer. De wanden kleurloos want de auto’s moeten opvallen. De grote glazen puien zijn dan wel weer mooi.
Ik kan wel recensies gaan schrijven, want ook de heren verkopers, het zijn altijd mannen, zijn het vermelden waard. Een nette broek met hippe schoenen komt het meeste voor. Ik heb zelfs mooie bruine en blauwe suède exemplaren gezien, de mannen in kwestie kregen er extra cachet door. Ze hadden een kokette pas en moderne uitstraling, ook al was hun verdere outfit wat saai. Het is lastig om de juiste kledij te kiezen, het moet niet te chique, je verkoopt slechts een auto, je bent geen notaris of bankdirecteur. Maar in spijkerbroek met bouwvakkersnaad, dat kan echt niet.
De meeste autoverkopers kijken eerst even wat voor stel zij voor de neus hebben staan, en of de man en de vrouw wel echt geïnteresseerd zijn, zo handelen zij allemaal. Als je dan voor dat ene model komt, je hebt immers op het hele internet alle beschikbare auto’s al tien keer kunnen bekijken, dan komt er al snel een verkooppraatje. Je mag dan ook mee naar de aparte kantoortjes, ook dat is bij alle garages dezelfde volgorde van afhandelen. Die praatjes zijn tegenwoordig prima, ik heb geen onredelijke voorstellen gehoord. Nou, op één na dan. We hadden een meningsverschil over de auto, de jonge verkoper werd er nerveus van. Zijn baas, waarschijnlijk de garagehouder, kwam er zelfs bij kijken. Als volleerde autoverkoper voelde hij zich aangevallen en werd ook wat agressiever in het praatje. Hij had volgens mij een prima bedrijf, maar zelfs op zijn leeftijd kwam het ego pats boem op de voorgrond. Door dat ego, werden wij opeens snotneuzen. We begrepen allemaal dat de verkoop er niet meer in zat, maar we moesten het spel met het ego-mannetje wel spelen. We kregen nog extra koffie uit een kartonnen bekertje. De laatste scene speelde zich af onder de autobrug. Het ego bleef, meebewegen met de klant was nog steeds een te grote opgaaf.
We hebben nog geen andere auto, wel een column.

maandag 27 maart 2017

Een nieuwe jurk.


Met een prachtige nieuwe zomerjurk liep ze naar de paskamer. Nieuwe jurken zijn altijd mooi, maar deze was echt schitterend. Wit met hier en daar felle kleuren oranje en blauw. Een chique jurk ook, netjes gevoerd en met een mooie sluiting. Ze had hem nodig voor een feestje. “Ik ga trouwen”, zei de vrouw. Ze werd er verlegen van, zevenenvijftig jaar geleden was ze ook getrouwd en nu trouwde ze weer. Ik weet niet of het met dezelfde man is, maar ze moet dolgelukkig met hem zijn, want haar hele gezicht straalde. Bij de mouwloze jurk zocht ze een kobaltblauw vestje, want hij vindt blauw zo mooi. Ze klonk als een verliefd tienermeisje, dat net haar knappe prins heeft gevonden en zeker weet dat hij de ware is.
De kapper was besteld en nu wilde ze de jurk uitzoeken. Ze vertelde het met een beetje schroom. Want, zo meldde ze in het tussenzinnetje; mensen van onze leeftijd trouwen niet zo vaak. Statistisch gezien waarschijnlijk niet, maar met statistieken hoef je geen rekening te houden. Als je wilt trouwen, dan trouw je.
Met de mooie jurk zou ze het stralende middelpunt van haar trouwdag zijn. Maar, zei ze, ze wilde de jurk later ook weer aan. Het klinkt zo logisch en zo vertrouwd. Ik heb het vaker gehoord en ook zelf wel eens gezegd. Een schitterende jurk kopen voor één dag, voor één keer dragen, daar zijn we te zuinig voor. Wij willen de dure jurk vaker dragen. Zelfs prinses Beatrix en Koningin Maxima doen dat. Wel mooi van de Koninklijke dames. Maar als het je trouwdag is dan mag je de mooiste jurk dragen ook al is het je tweede trouwdag. Lieve vrouw met je grijze haren, misschien is je dochter al getrouwd en je kleindochter ook. Nu is het jouw dag, koop de mooiste jurk voor die éne dag.


maandag 20 maart 2017

De nieuwe trend.


Veel verkiezingsuitslagen en veel politiek nieuws op televisie. Maar plotseling beland ik in een prachtig filmpje, ik weet niet eens welk programma het is. Er is goed over nagedacht, het heeft meteen mijn volledige aandacht. Het gaat over de dromen die je hebt als je jong bent. En dan op een dag, zegt de stem die bij het filmpje te horen is, “op een dag besef je dat je de droom bereikt hebt”. Je ziet iemand in een kantoor en ook een gezin dat op vakantie gaat. En elke keer, zo lijkt de suggestie, is er weer een nieuwe droom, een volgende fase. Maar zo zegt de clou; als je elke dag weer dromen hebt over de toekomst, over later, dan ben je nooit in het NU.
Wat een mooie wijsheid, zo maar in een filmpje. Maar wat blijkt dan; het is een autoreclame. Het automerk weet ik niet meer, ik zat helemaal in de flow van de boodschap over leven in het nu. Tolle Eckhart schreef er boeken over en ook in de Bijbel staat; maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Geen zorgen over dagelijkse dingen dus. Ook nu in deze tijd, hopen we met z’n allen de zorg over het dagelijkse “brood op de plank” een beetje te kunnen overstijgen.
Dat er dan een commercieel filmpje over het nu op de buis komt, is een mooie aanvulling op onze gedachten. Het is ook een mooi teken van onze tijd.
De commercie, de reclame, beïnvloedt ons. Maar wordt zelf door de tijd ook beïnvloed. We hebben een periode gehad, dat de legerprint in de mode was. Bedenk maar wat het met je doet, als de voorjaarsmode legerkleuren laat zien in plaats van pasteltinten.
In de tuin zie je nog duidelijker de trends. We hebben de kabouters in de tuin gehad en de Boeddha’s. Nu is de trend dat de tuin naar binnen wordt gehaald. De scheiding tussen binnenshuis en buiten wordt kleiner. We zetten allemaal meubels in de tuin. En een overkapping of tuinkamer zorgt ervoor dat we dichter bij de natuur kunnen leven. Dat is de trend; dichter bij de natuur, meer in het nu.


maandag 13 maart 2017

Als een mierenhoop.


Wer at wy op’e wrâld ek binne, oer us skynt deselfde sinne. In het Nederlands; waar wij ook zijn op de wereld, overal schijnt dezelfde zon. Een mooi gezegde en als je dan eens ergens anders bent dan op je eigen plekje, besef je dat we allemaal onder dezelfde zon leven. De één een beetje dichter bij de evenaar dan de andere, maar we zitten allemaal op het aardbolletje, beschenen door dezelfde zon. Voor de maan geldt hetzelfde, waar je op de aarde ook bent overal is dezelfde maan te zien. Wat dan wel weer bijzonder is dat de maan er anders uitziet. Vanaf de evenaar zie je anders naar de maan, je kijkt vanaf een ander punt op aarde naar de maan.

Op reis terug bracht het vliegtuig ons boven de wolken, aan de ene kant kwam de zon tevoorschijn en aan de andere kant een prachtige bijna volle maan. Zon, maan en aarde, en daar leven wij. Vanaf zo’n 11 kilometer hoogte vlieg je over water en land en besneeuwde bergtoppen. In dalen zie je kleine huisjes en hele kleine autootjes. En overal zijn mensen die in die huisjes wonen. Het lijkt op een mierenhoop. We rennen over de aarde. We werken, bouwen huizen, zelfs hele steden. Hier en daar zag ik een rij windmolens en overal schijnt dezelfde zon.

En zo druk als de mieren zich maken, zo druk maken wij ons ook. Over van alles, over Trump, over Erdogan, over onze buren, over je eigen toekomst en over de verkiezingen. En over de verschillen tussen de mensen, die in verkiezingstijd worden uitvergroot. Het wij en het zij. Ik weet niet of er in een mierenhoop een hiërarchie is. Het ziet er bij de mieren heel simpel uit, iedere mier doet zijn ding. Ze leven en laten leven en dat blijkt te werken, ook in het groter geheel. Wij zijn vergeten dat we allemaal van dezelfde soort zijn, allemaal mensen onder dezelfde zon. Gelukkig zijn er vliegtuigen uitgevonden, kun je zien dat we op mieren lijken.

maandag 27 februari 2017

Regeren, iets met vooruitzien?


De koe in de wei, afgelopen week werd het wetsvoorstel aangenomen. Ik ben geen boer en weet niet alle ins en outs. Maar boeren hebben het tegenwoordig niet makkelijk. Hoe moet je als boer tussen alle wetten en regels, afhangend van de waan van de dag, nog een richting vinden om te boeren? Misschien is het wel in de maak, ik hoop het, maar er zou een totaalplan moeten zijn voor de boeren. Waar wil de sector naar toe? Wat kan? Voor hoeveel melk en vlees is de sector verantwoordelijk en wat moeten we met alle weilanden? En dan durf ik de fosfaatrechten nog niet eens aan te snijden.

Als je dan met de boeren om tafel zit, zoals de staatssecretaris met de boerenorganisaties, en je maakt plannen voor de lange termijn, dan zou je je als politiek moeten schamen, dit weidegangwetsvoorstel er door heen te jassen. Dit noemt men symboolpolitiek. Iedereen doet aan symboolpolitiek maar nu is het de Partij van de dieren. Het is toch ook niet te controleren, of boeren echt 120 dagen hun koeien 6 uur per dag in de wei laten lopen?

Maar oké, we zitten net voor de verkiezingen. Politiek is tegenwoordig symptoombestrijding geworden. Een pleister hier en een keelsnoepje daar, korte termijn oplossingen. Eigenlijk zou een kabinet 10 jaar aan de slag moeten. Zodat de ingeslagen weg ook 10 jaar voor iedereen duidelijk is. In de zorg, bij defensie, voor het milieu of het onderwijs, ik noem maar wat op, overal moet men weer afwachten hoe het er na de verkiezing uit komt te zien. Ik ken staatssecretaris van Dam niet zo goed en ook de oplossingen voor duurzaamheid in de agrarische sector zijn niet pasklaar, maar wetsvoorstellen die vandaag leuk klinken vlak voor de verkiezingen, schieten niet op. Verkiezingsprogramma’s die maar één doel hebben of het nu gaat om de ouderen of de islam, dat is me ook niet breed genoeg. Jammer dat er in tv-debatten en in twitterberichten geen ruimte is voor een mooie brede visionaire blik.

Regeren doe je namelijk voor een heel land, voor alle sectoren, voor iedereen en voor een lange termijn. Vooruitzien heet dat.


maandag 13 februari 2017

Over ganzen.


Het is winters weer. Dat betekent een beetje vorst en een beetje sneeuw. Meer is het niet. Op de weilanden staan duizenden ganzen, misschien wel meer. Als je een groep ganzen ziet vliegen, word je bijna jaloers. Je zou willen dat de mensen ook zo mooi als één geheel bewogen. Er zijn geen botsende ganzen, ze vliegen als een zwerm heen en weer. Er moet een groepsziel zijn, die aanstuurt en het geheel kan overzien.
Om het geheel van onze mensenwereld te kunnen overzien, moet je wel heel goed kunnen nadenken. Je kunt het bijna samenvatten als; fouten in systemen worden duidelijk. Het zou de titel van een essay kunnen zijn over de dingen die niet meer kunnen.
Door dat er zelfs in ons land gefotoshopte foto’s van politici rondgaan, moet je wel nadenken over al het nieuws. Wat is waar? Klopten alle berichten in het verleden wel? Vanaf deze week nemen we niet meer klakkeloos de waarheid over nieuwsfoto’s aan. Dan de farmaceutische industrie, de prijs van medicijnen wordt belachelijk hoog gehouden, puur en alleen om er aan te verdienen. In de krant van zaterdag nog een bericht over de kosten van de energiebedrijven. Ook hier gaat het alleen om geld. Prijsafspraken waren dacht ik taboe, maar niet bij grote bedrijven. Dan de mensen in Groningen die in de weer moeten met de NAM, als individu ben je maar een heel klein pionnetje. Omdat het allemaal tegelijk komt, is wel heel duidelijk dat dit soort systemen niet meer werken. Er is de roep om maatschappelijke discussie. Naar een maatschappelijk verantwoord ondernemen. De term is mooi, bedrijven moeten rekening houden met de maatschappij. Wij zijn die maatschappij. Gelukkig staan er zo nu en dan pioniers op. Mensen die begaan zijn met andere mensen, of eigenlijk met de maatschappij.
We moeten weer leren om als geheel te vliegen net als een zwerm ganzen. Met een groepsziel of collectief bewustzijn, geef het maar een naam. Een verantwoordelijkheid voor elkaar.
Als grote jongens het te bont maken, worden ze teruggeroepen.



maandag 6 februari 2017

Libje hjoed.


Leef vandaag. In het Fries klinkt het leuker, liever en voelt het als kans. Het ‘leef vandaag” is ook prachtig maar de Friese variant raakt net iets dieper. Libje hjoed, het stond er op het kaartje, hoppa; leef in het nu. Rijen boeken zijn er over geschreven, veel teksten geciteerd en alle weken zijn er nieuwe tijdschriften; leef vandaag. En toch denk ik dat dit de grootste blunder is van ons allemaal. We doen het namelijk niet!

Oké, we leven wel, we ademen, we eten, we lezen de krant, kijken televisie, rijden in de auto, gaan naar het werk, eten, slapen en staan weer op. Natuurlijk zijn er dagen die er uit springen, een feestje, een onverwachts compliment, een zonovergoten voorjaarsdag, noem maar op. Maar toch zit we gevangen in het ritme van alle dag. Het is moeilijker om uit de band te springen, dan elke dag simpelweg de uren voorbij te laten gaan. En uit alle citaten, boeken en een beetje zelf aangeleerde wijsheid weten we dat je de dag moet plukken. De dag moet pakken, met lichtvoetigheid door het leven kunt gaan. Maar wij zijn niet zo van dat uitbundige, we doen liever gewoon. Later herinner je je de gewone dagen niet meer. Dat echt leven in het nu, dát moet zorgen voor herinneringen, voor bewust de dagen beleven. Het is zonde als je het niet doet. De volledige tekst op de kaart is; lear fan juster, dream fan moarn, libje hjoed. Geen speld tussen te krijgen. Mooier wordt het niet, of misschien wel; het echt doen! Leer van gisteren, droom over morgen, maar leef vandaag.


maandag 30 januari 2017

Jongens en mannen.


Samen met mem de verjaardagstaart ophalen. Negen jaar wordt hij en er is een prachtige taart besteld. De bakkersvrouw zet de taart op de hoge toonbank, mem haalt het deksel er even af. Eigenlijk kan hij zijn evenbeeld niet zien, maar dat zegt hij niet, hij is immers al groot. De andere mensen in de winkel zien wel een kleurrijke taart. Er staat een schat van een jongen op, met blonde haren en blauwe ogen. De slagroom lijkt wel een sierlijke lijst om een mooi schilderij. De jongen is een beetje beduusd van zoveel aandacht voor zijn foto op de taart en nu weet ook iedereen dat hij jarig is. Zo puur, niet kinderachtig want dat ben je als kind nooit, de jongen van negen jaar is nog puur. Mem heeft ook heel veel bolletjes besteld, hij moet voor haar een tas uit de auto halen. Dat kan hij wel!

Hij weet niets van geopolitiek, van spelletjes van grote mannen die denken de macht in de wereld in handen te hebben. Hij weet niet van muren bouwen om landen heen, van mensen uit sluiten en verdeeldheid tussen de mensen brengen. En als hij wil kan hij op elk vliegtuig stappen, geweigerd wordt deze knul niet. Hij hoeft ook niet “normaal” te doen want hij is gewoon zichzelf. Hij hoeft ook geen onhandige knuffels uit te delen. Dit is wat we zagen van mannen op televisie. Misschien moet hij op het speelterrein wel voor zichzelf opkomen, of moet hij in de klas tegen andere jongens opboksen, ik weet het niet. Iedere jongen heeft voorbeelden nodig, ik hoop dat er een lieve heit is en omkes en buurmannen die goede voorbeelden zijn. De mannen die zelf vinden de groten der aarde te zijn, zijn vaak niet de beste voorbeelden.