maandag 27 februari 2017

Regeren, iets met vooruitzien?


De koe in de wei, afgelopen week werd het wetsvoorstel aangenomen. Ik ben geen boer en weet niet alle ins en outs. Maar boeren hebben het tegenwoordig niet makkelijk. Hoe moet je als boer tussen alle wetten en regels, afhangend van de waan van de dag, nog een richting vinden om te boeren? Misschien is het wel in de maak, ik hoop het, maar er zou een totaalplan moeten zijn voor de boeren. Waar wil de sector naar toe? Wat kan? Voor hoeveel melk en vlees is de sector verantwoordelijk en wat moeten we met alle weilanden? En dan durf ik de fosfaatrechten nog niet eens aan te snijden.

Als je dan met de boeren om tafel zit, zoals de staatssecretaris met de boerenorganisaties, en je maakt plannen voor de lange termijn, dan zou je je als politiek moeten schamen, dit weidegangwetsvoorstel er door heen te jassen. Dit noemt men symboolpolitiek. Iedereen doet aan symboolpolitiek maar nu is het de Partij van de dieren. Het is toch ook niet te controleren, of boeren echt 120 dagen hun koeien 6 uur per dag in de wei laten lopen?

Maar oké, we zitten net voor de verkiezingen. Politiek is tegenwoordig symptoombestrijding geworden. Een pleister hier en een keelsnoepje daar, korte termijn oplossingen. Eigenlijk zou een kabinet 10 jaar aan de slag moeten. Zodat de ingeslagen weg ook 10 jaar voor iedereen duidelijk is. In de zorg, bij defensie, voor het milieu of het onderwijs, ik noem maar wat op, overal moet men weer afwachten hoe het er na de verkiezing uit komt te zien. Ik ken staatssecretaris van Dam niet zo goed en ook de oplossingen voor duurzaamheid in de agrarische sector zijn niet pasklaar, maar wetsvoorstellen die vandaag leuk klinken vlak voor de verkiezingen, schieten niet op. Verkiezingsprogramma’s die maar één doel hebben of het nu gaat om de ouderen of de islam, dat is me ook niet breed genoeg. Jammer dat er in tv-debatten en in twitterberichten geen ruimte is voor een mooie brede visionaire blik.

Regeren doe je namelijk voor een heel land, voor alle sectoren, voor iedereen en voor een lange termijn. Vooruitzien heet dat.


maandag 13 februari 2017

Over ganzen.


Het is winters weer. Dat betekent een beetje vorst en een beetje sneeuw. Meer is het niet. Op de weilanden staan duizenden ganzen, misschien wel meer. Als je een groep ganzen ziet vliegen, word je bijna jaloers. Je zou willen dat de mensen ook zo mooi als één geheel bewogen. Er zijn geen botsende ganzen, ze vliegen als een zwerm heen en weer. Er moet een groepsziel zijn, die aanstuurt en het geheel kan overzien.
Om het geheel van onze mensenwereld te kunnen overzien, moet je wel heel goed kunnen nadenken. Je kunt het bijna samenvatten als; fouten in systemen worden duidelijk. Het zou de titel van een essay kunnen zijn over de dingen die niet meer kunnen.
Door dat er zelfs in ons land gefotoshopte foto’s van politici rondgaan, moet je wel nadenken over al het nieuws. Wat is waar? Klopten alle berichten in het verleden wel? Vanaf deze week nemen we niet meer klakkeloos de waarheid over nieuwsfoto’s aan. Dan de farmaceutische industrie, de prijs van medicijnen wordt belachelijk hoog gehouden, puur en alleen om er aan te verdienen. In de krant van zaterdag nog een bericht over de kosten van de energiebedrijven. Ook hier gaat het alleen om geld. Prijsafspraken waren dacht ik taboe, maar niet bij grote bedrijven. Dan de mensen in Groningen die in de weer moeten met de NAM, als individu ben je maar een heel klein pionnetje. Omdat het allemaal tegelijk komt, is wel heel duidelijk dat dit soort systemen niet meer werken. Er is de roep om maatschappelijke discussie. Naar een maatschappelijk verantwoord ondernemen. De term is mooi, bedrijven moeten rekening houden met de maatschappij. Wij zijn die maatschappij. Gelukkig staan er zo nu en dan pioniers op. Mensen die begaan zijn met andere mensen, of eigenlijk met de maatschappij.
We moeten weer leren om als geheel te vliegen net als een zwerm ganzen. Met een groepsziel of collectief bewustzijn, geef het maar een naam. Een verantwoordelijkheid voor elkaar.
Als grote jongens het te bont maken, worden ze teruggeroepen.



maandag 6 februari 2017

Libje hjoed.


Leef vandaag. In het Fries klinkt het leuker, liever en voelt het als kans. Het ‘leef vandaag” is ook prachtig maar de Friese variant raakt net iets dieper. Libje hjoed, het stond er op het kaartje, hoppa; leef in het nu. Rijen boeken zijn er over geschreven, veel teksten geciteerd en alle weken zijn er nieuwe tijdschriften; leef vandaag. En toch denk ik dat dit de grootste blunder is van ons allemaal. We doen het namelijk niet!

Oké, we leven wel, we ademen, we eten, we lezen de krant, kijken televisie, rijden in de auto, gaan naar het werk, eten, slapen en staan weer op. Natuurlijk zijn er dagen die er uit springen, een feestje, een onverwachts compliment, een zonovergoten voorjaarsdag, noem maar op. Maar toch zit we gevangen in het ritme van alle dag. Het is moeilijker om uit de band te springen, dan elke dag simpelweg de uren voorbij te laten gaan. En uit alle citaten, boeken en een beetje zelf aangeleerde wijsheid weten we dat je de dag moet plukken. De dag moet pakken, met lichtvoetigheid door het leven kunt gaan. Maar wij zijn niet zo van dat uitbundige, we doen liever gewoon. Later herinner je je de gewone dagen niet meer. Dat echt leven in het nu, dát moet zorgen voor herinneringen, voor bewust de dagen beleven. Het is zonde als je het niet doet. De volledige tekst op de kaart is; lear fan juster, dream fan moarn, libje hjoed. Geen speld tussen te krijgen. Mooier wordt het niet, of misschien wel; het echt doen! Leer van gisteren, droom over morgen, maar leef vandaag.