maandag 30 december 2013

Guten Rutsch.


In Duitsland wenst men elkaar een Guten Rutsch, als eindejaarwens. Wij zeggen “een goed uiteinde”, nou heb ik niet zoveel met die korte termijnwensen. Net zoals je om vijf voor twaalf iemand nog een goedemorgen wenst. Meer heb ik met het “gelukkig nieuw jaar” of “een gezond 2014”. Maar nog steeds vind ik in die woorden niet alles wat ik een ander wil toewensen. In de woorden “een Guten Rutsch” zit dat wel. Rutsch is afgeleid van reis, van Reise. De Guten Rutsch betekent een goede reis in het nieuwe jaar.

Daar kan ik wel wat mee. En dat hoeft echt niet te betekenen dat je op vakantie gaat, de reis is natuurlijk je levensreis. En daar wens ik je graag het allerbeste mee.

Voordat ik dit wist, dacht ik bij “Rutsch” altijd aan een glijbaan, een roetsjbaan, zo’n hele lange hoge waar je eigenlijk niet eens van af durft te glijden. Je bent omhoog geklommen via een enge trap. Tree voor tree dacht je het wel te kunnen. Bovenaan houd je je stevig vast aan de koude ijzeren leuning. Niet echt wetend wat de roetsj je zal brengen.

Het leven bestaat uit vele roetsjen, niet altijd weet je wat je te wachten staat. Maar de glijbaan van het leven geeft je kansen om midden in het leven te roetsjen. Ik wens je een goede roetsj. Guten Rutsch.


Hotske 

maandag 23 december 2013

Haar prins.


Ik kwam het stel tegen. Op de weg. Ik moest door twee voorruiten kijken om hun gezichten te zien. Maar desondanks zag ik dat het meisje straalde, en ook niet zo’n beetje. Ik kwam hen tegen op de brug, we reden allemaal langzaam en het was niet moeilijk om te zien dat het meisje smoorverliefd was op het ventje dat naast haar zat. Samen zaten ze knus in het kleine autootje, zo’n 45 kilometerwagentje.

En ik vroeg me af, of ze had gedroomd over een prins op het witte paard, of over snelle jongens met mooie rode sportauto’s. Of over een leuke buurjongen met een cabriolet. En of ze zichzelf had gezien met wapperende haren op zonovergoten dagen, naast de prachtigste heren in auto’s zonder dak?

Misschien had ze het geluk al gevonden en wist ze dat snelle jongens ook weer snel vertrekken en dat witte paarden alleen maar een oude heer uit Spanje brengen. Waarschijnlijk was ze gewoon gelukkig met de liefste jongen van de hele wereld.

En wist ze allang dat geluk van binnen zit en niet in knappe koppies en dure auto’s.

Hotske.


maandag 16 december 2013

Over Kerst.


De radio stond aan, ik luisterde maar met een half oor. Totdat de drie diskjockeys begonnen met een kort gesprekje. Zo’n kletspraatje tussen de plaatsjes door. Meestal luister ik niet echt. Maar nu werd mijn aandacht getrokken. Ze hadden het over Kerst en wat dat betekende. Nu is er in december een overvloed aan kerstgebeuren. Kerst is overal. Kerstliedjes, kerstbomen, kerstlichtjes en zelfs de uit Amerika overgewaaide Kerstman hoort bij de accessoires van Kerst. Maar wat is Kerst?

Eén van de heren plaatjesdraaiers had het op google opgezocht. Hij had een computer, een koud kil ding nodig om het Kerstverhaal te horen. Uiteindelijk kwam het gesprek toch op de geboorte van Jezus. En dat er drie wijzen waren die cadeautjes brachten, dat hoorde er ook bij. Ze kwamen niet verder dan goud en mirre. Deze informatie werd de ether in gebazuind. En met iets van weemoed, dacht ik aan het mooie Kerstverhaal. Laten we tussen alle Kerstfranje het verhaal niet vergeten. Iets vieren zonder dat je weet waarom, is zo armoedig, zo zonder zin.

Het verhaal gaat over de geboorte van Jezus. Ieder mag zijn persoonlijke betekenis daar uit halen, maar laten we wel vertellen waarom we Kerst vieren. Het Kerstverhaal is te mooi om niet te worden verteld.


Hotske

maandag 9 december 2013

Leren kennen.


Bij leren kennen, gaat het vaak om de vraag: wanneer heb ik jou leren kennen? Waar een antwoord wordt verwacht over het moment van de ontmoeting. Zo van toen tijdens de feestdagen of op de verjaardag van Pietje, heb ik jou leren kennen. Maar leren kennen is een proces. Denk maar aan verkeringstijd, het duurt even voordat je elkaar kent. En iemand helemaal kennen duurt misschien wel een heel leven.

Soms leer je iemand pas na de dood kennen. Iemand die je alleen “in-het-voorbij-gaan” kende, blijkt vaak prachtige eigenschappen te hebben. Maar je kende hem of haar niet goed genoeg. Dat is haast zonde, als je bij leven niet de mooie kant van mensen kent.

Bij Nelson Mandela zag je tijdens zijn leven al wel zijn mooie kant. En ook nu, na zijn leven hier bij ons, kun je alles over hem lezen en hem leren kennen. Wat ik toevallig over Afrika las, kwam ik ook bij Mandela tegen. Het gaat over ‘ubuntu’. Je zegt het als u-boen-tu. De veel gebruikte definitie is: het geloof in een universeel gedeeld verbond dat de gehele mensheid verbindt. Lees die zin nog maar eens. Het betekent dat ieders menselijkheid onlosmakelijk is verbonden met de menselijkheid van anderen. Het is een begrip uit de Afrikaanse cultuur. Het is deze menselijkheid die van hem een groot mens maakte. Mooi om hem zo te leren kennen. Een groot mens als voorbeeld voor de mensheid, een voorbeeld in menselijkheid als je je vijanden vergeeft en bevriend raakt met je gevangenisbewaker.


Hotske

maandag 2 december 2013

Ook al miezert het.


Het miezerde. Het regende niet, maar je werd wel behoorlijk nat. Koud was het ook. Het liefst zou je dus behaaglijk bij de warmte van je eigen haardje willen zitten. Of dat nou een gaskachel of een centrale verwarming is, de eigen haard is dan de beste plek. Sokken aan en vooral niet naar buiten toe moeten. Het was in de namiddag zo rond een uur of vier.

En als je niet beter weet, zou je je afvragen of de beste mensen soms een vlaag van verstandverbijstering hebben. Maar sinds enige jaren snappen wij dat dit in het straatbeeld van Gaasterland hoort. De dames en heren hebben oude, lange leren jassen aan. Je waant je in de jaren zestig. Het ziet er ook nog romantisch uit. Men is te herkennen aan de glimlach, een zeer brede glimlach. En, oh jah, ze rijden op een solex!

En wat het is, is moeilijk te zeggen, maar op zo’n ding rijden geeft plezier.  Misschien komt het omdat je langzaam door de bossen en langs de Luts snort. Of omdat je je even niet hoeft te haasten; de solex gaat immers niet sneller. Maar een solexbestuurder heeft per definitie plezier. Als we met dit feit de donkere dagen in gaan, weet je altijd een manier om plezier te hebben. Ook al miezert het, is het waterkoud en erg vroeg donker.


Hotske

maandag 25 november 2013

Boom besteld.


Het gaat me een beetje te snel. De zomer was voorbij, de herfst zette in, we hebben een najaarsstorm gehad. Tot nog toe gaat het goed. De Sint kwam mét zwarte Pieten. Hij kwam zelfs even bij ons aan. Een heel legioen pieten liep over een recreatiebedrijf waar normaal gesproken toeristen met korte broek lopen. Maar dan is het in één keer eind november. En ergens in onze woonkamer floepte er een zin uit die ik niet wilde horen: “doen we een jaar geen boom!”. Oké, het is nog steeds te snel, want ik hoef nog geen kerstliedjes op de radio. En ik wil nog niet nadenken wat er met kerst dan wel gegeten gaat worden. Of met wie we waar de kerst gaan vieren. Maar een boom komt er wel!

En deze week besefte ik het grote voordeel van de winter. Ik houd van de zomer en vooral van de zon. Of eigenlijk het meeste van het buitenleven. Ik kijk met iets van afgunst naar Zuid-Europeanen die, winter of geen winter, in december een lekker temperatuurtje hebben. Maar in deze dagen, waar kachel, kaarsjes en een goed boek belangrijk zijn, waardeer ik de winter.  ’s Zomers volop naar buiten gekeerd, in donkere dagen naar binnen.

Dat de tijd nu snel gaat zij dan maar zo, ik ga echt wel lezen, wat mijmeren én genieten van een gróte kerstboom. Bij dezen besteld!


Hotske

maandag 18 november 2013

Hij is er.


Zaterdag kwam hij aan. Gelukkig maar, hij had ook thuis in Spanje kunnen blijven. Maar ondanks het pietpraat kwam hij toch. In woordenboeken wordt “pietpraat” omschreven als “onnodig geklets”. Het woord zegt het dus al. Het is niet nodig om over pieten te praten. Piet moet er hoe dan ook bij.

Maar, als we toch met elkaar discussiëren, laten we dan de diepte ingaan. Wat vertelt het verhaal van Sinterklaas. Heel prominent aanwezig is het; wie zoet is krijgt lekkers wie stout is de roe. Ook al is die roe nu spreekwoordelijk en bestaat het lekkers uit wel hele grote cadeaus. Het gaat om zoet zijn of stout. Goed en braaf is voor iedereen wel helder, maar wanneer ben je nou stout? Als je teveel aandacht vraagt omdat iemand jou het stickertje van ADHD heeft opgeplakt? Als je je niet kunt concentreren omdat je te veel informatie van de wereld binnen krijgt? Als je niet lief kunt spelen omdat je wilt uit proberen hoe het is om kwaad te zijn?

Voor kinderen is het belangrijk om met andere kinderen te spelen en dan maar uit vinden wat werkt. Veel stout zijn zou wel eens veel bagage kunnen opleveren voor je verdere leven. Moeten we het liedje maar veranderen. Wie zoet is krijgt niets. Wie stout is leert altijd iets.



Hotske. 

maandag 11 november 2013

Maandagochtend.


De twee heren waren samen die ochtend. Na een “goedemorgen”, moeten de gesprekken vast over het weekend zijn gegaan. Over wat er op televisie was, over het heerlijke middagzonnetje van de dag ervoor. Over de stevige wind die er toch nog stond. Over het voetbal van de zaterdag ervoor. Misschien hadden ze niet eens zoveel zin in hun dagelijkse routine. Had de één nog tegen de ander gezegd dat het maar een saaie boel was. Dat er best eens iets mocht gebeuren. Een verslag maken en wat controle houden is niet zo erg spectaculair.

Misschien hadden ze een onderlinge vete, een nooit besproken onderwerp over wie er koffie moest zetten. Of erger nog, misschien waren ze wel jaloers op elkaars huis of auto. Of ergerden ze zich aan de domme uitlatingen van de ander.

En nu zaten ze op die alledaagse maandagochtend samen in de controletoren. Het uitzicht over de Vliehors was weids. En terwijl de één koffie maakte en de ander de gegevens van de oefenvluchten checkte, klonk er een hels lawaai.

Op 4 november schoot een F-16 met het boordkanon per ongeluk op de wachttoren. Het was niet eens de eerste keer, het gebeurt wel vaker! Een mens mag fouten maken, maar als het over kogels gaat……

Hoe was je dag schat? Lekker gewerkt?

Hotske


maandag 4 november 2013

Thanx Vincent.


Al zoveel geschreven, ik vroeg me zelfs af of het al klaar was. Of eigenlijk meer van, volgens mij ben ik er wel klaar mee. Totdat ik een overzichtstentoonstelling van Vincent van Gogh bekeek. Met prachtige heldere zonnige kleuren schilderde hij landschappen en mooie taferelen. Dat zijn werk niet altijd zo uitbundig is geweest, laten de donkere schilderijen zien. Zijn levensverhaal gaat niet over de rozen. Wel over zonnebloemen!

Het meest bijzondere vond ik echter zijn woorden. Hij heeft in zijn leven meer dan 900 brieven geschreven. De meesten aan zijn broer Theo. Nu was het in die tijd gebruikelijk, om elkaar via brieven op de hoogte te houden. Ze vertellen zijn leven, zijn zoektocht. De angst voor depressies. De hoop op goedkeuring van zijn schilderwerk. En in haast poëtische woorden beschrijft hij wat hij wil schilderen. Waarbij hij vooral wil uitzoeken hoe hij de kleuren zo goed mogelijk kan weergeven.

Een zon, een licht dat ik, bij gebrek aan beter, alleen maar geel kan noemen - bleek zwavelgeel. Bleek citroengeel, goud. Wat is geel toch mooi!
Ah, mijn waarde Theo, als je de olijfbomen in deze tijd toch eens zou kunnen zien... De oud-zilveren & groenig zilveren bladeren tegen het blauw. En de oranjeachtige, bewerkte grond. Dat is heel iets anders dan ze in het Noorden denken - het is zo fijn, zo verfijnd!

Vincent van Gogh, pas groot geworden na zijn dood. Hij kwam er achter dat zijn passie, het schilderen, zijn leven wás. De uitdaging van het zo goed mogelijk vast leggen van wat hij zag. Hij zegt op een gegeven moment dat hij de creativiteit nodig heeft. Hij leert ons in ieder geval dat zien iets anders is dan kijken. Hij kijkt met ogen van een schilder!

Ik kan voor geen meter schilderen. Laat mij maar een beetje creatief met woorden zijn.
Bedankt voor de inspiratie.


Hotske

maandag 28 oktober 2013

Drie vrouwen.


Ik zag hen lopen op het strand, drie vrouwen. Of eigenlijk een meisje, haar moeder en de oma. Het meisje had haar nieuwe marineblauwe manteltje aan. De goudkleurige knopen glinsterden in zon. Ze hield haar jurkje hoog opgetrokken, op een manier zoals alleen kleine meisjes dat kunnen. Ze sprong bij elke golf die op het strand spoelde. Telkens was ze net op tijd om ervoor te zorgen dat haar jasje en jurkje droog bleven. Haar donkerblonde krullen dansten mee met elke beweging die ze maakte. Ik zag haar op de rug maar ik weet zeker dat haar gezicht blijheid moet hebben uitgestraald en een onbezonnenheid die bij het kindzijn past.

De moeder liep op dezelfde hoogte, veilig op het strand, daar waar de golven net niet kunnen komen. Wel op blote voeten en dat verklaarde waarschijnlijk ook, waarom het meisje mocht doen wat ze het liefste deed.

Naast de moeder, weer een paar meter verder, liep de oma. Ze had de laarzen van het meisje in haar handen en een tas met waarschijnlijk belangrijke dingen. Ze liep behoedzaam, je moet ten slotte niet vallen. Zo nu en dan keek ze met zorg naar het vrolijke grietje.

Drie generaties vrouwen. Ik besefte dat ik in het spoor van de middelste vrouw liep. Even zag ik heel duidelijk hoe het leven kán lopen. Maar je kunt natuurlijk ook de onbezonnen vrolijkheid van het meisje vast houden.


Hotske.

zaterdag 19 oktober 2013

Een waas?


Ben jij ook een waas? Een wandelend-agenda-afrondend-schepsel? Wandelend, haast dolend door het leven? Elk uur, elke afspraak die in je agenda staat afrondend. Afhandelend als een verplichting? Is dat dan wat je bent? Een waas?

Je zou toch plezier maken en vrij zijn? Oké er moet brood op de plank en alles is leuk wat je doet. Maar omdat het zoveel is, is het niet leuk meer.

Je herkent de “waas” ook in zijn auto, alleen recht voor zich uit kijkend, zo snel mogelijk naar de volgende bestemming. Ik begrijp niet wanneer zo’n hard werkend iemand tijd heeft om een verslag te maken of gaat nadenken over nieuwe kansen of oude fouten. En natuurlijk gaat voor een “waas” de tijd snel, want die is al helemaal ingevuld nog voordat de dag is begonnen. Logisch dat de “waas” alleen kan roepen; druk, druk, druk.

Soms komt het waas-zijn dichtbij en moet ik ook rennen, of vergeet ik na te denken of zelfs te voelen en te bedenken wat er gebeurd. En dan vergeet je van alles en moet er tijd van de ingeplande tijd gepikt worden. Per saldo houd je dan nog minder over.

Toch maar eens afvragen; wáár zijn we mee bezig?

De tussenzin van een wijs man zit in mijn geheugen: “over tien jaar snap je niet meer, waar je je nú zo druk over maakt!”


Hotske

maandag 14 oktober 2013

De vissers.


Het is een rustige ochtend. Na de erg harde wind van afgelopen week, valt het op dat de dag stil begint. De linden langs het water zijn al geel en bruin, zij verraden de komst van de herfst. De visser heeft een plekje gevonden aan de waterkant. Zijn hele dikke warme jas lijkt haast een cocon. Urenlang gaat hij op de zaterdag naar zijn dobber kijken. Met de rug naar de bewoonde wereld. Alleen met zijn gedachten. Het lijkt een vorm van meditatie.

Even verderop zijn nog meer vissers, één van hen heeft duidelijk nog geen visstek gevonden en ook nog geen rust. Hij rochelt alsof de bronchitis en een zware verkoudheid zijn leven drastisch gaan verkorten. Op de vroege ochtend echoot de man zijn onfatsoenlijke hoest langs de oevers van het water.

Hij kan er natuurlijk niets aan doen, maar de visser die in alle rust vist, tja, daar wil ik wel naast zitten. Wat mijmeren en mijn gedachten laten gaan. Zitten en wachten tot er iets of helemaal niets gebeurd. Voor de schijn zou ik wel een hengel willen vast houden. Of zou mijn zorg toch naar de hoestende en rochelende visser gaan?

Misschien zijn volgende week de rollen van de vissers omgedraaid. Beiden vervulden nu hun rol met verve. Zowel de rochelende als de mediterende visser kregen mijn aandacht.

Hotske


maandag 7 oktober 2013

Samenleven.


Misschien ligt het aan mij, maar het woord “participatiemaatschappij”, vind ik een hap vol en niet hip. Willem-Alexander had het erover in zijn troonrede. Participatie betekent deelname, mee doen dus. Mee doen in de maatschappij. De tijd dat de overheid ons van de wieg tot het graf bemoederde lijkt voorbij. Dat dit mede wordt ingegeven door een gebrek aan euro’s, zij dan zo.

Als ruil voor zorg wordt er nu aan mensen gevraagd om vrijwilligerswerk te doen. Dat lijkt me een goede zet. Maar iedereen die wat krijgt kan toch in ruil iets terug doen? Als je AOW krijgt of WW, of kinderbijslag kun je toch bijdragen? We kunnen ook het rekenen en het voor-wat-hoort-wat achterwege laten. Je kunt altijd mee doen, aan ons allemaal. Dan is het niet meer ik versus de overheid of ik versus de samenleving. Maar dan is er weer de mogelijkheid om samen te leven, dan zijn we weer “wij”. Wij die goed om elkaar denken. Wij die voor elkaar zorgen en wij die echt samen leven in de samenleving. Dat vind ik wél een mooi woord: “samenleving”, altijd al gevonden trouwens. In veel straten en dorpen is het nog gewoon om zorg voor elkaar te hebben.

Ik wil wel boodschappen voor je doen, als dat nodig is. Ik wil ook graag naar jou luisteren, als je jouw verhaal kwijt wilt. Steunkousen aantrekken of uit, zal niet mijn sterkste zijn, maar mee-eten kan weer wel.

Het schijnt ook goed voor je te zijn: iemand helpen, het geeft namelijk voldoening en je voelt je er goed bij. 



Hotske

maandag 30 september 2013

Bij de Mac.


Soms heb je van die dagen, je begint er aan en weet niet wat er allemaal gaat gebeuren. Dat had ik afgelopen zaterdag. Onverwachts was ik onderweg en op een gegeven moment moest er echt wel gegeten worden. Natuurlijk herken ik ook de grote gele “M”, die aan veel snelwegen staat. En ik wist daar is iets te eten. Ik snap ook nog dat je de drive-in inrijdt want dat betekent “drive-in”. Ik begrijp ook dat er een loket open gaat waar het eten dan uit komt. Maar er moet eerst wel wat besteld worden. Dat staat dan op een groot bord, zag ik later. Ik, eh, was daar aan voorbij gereden. Er was ook geen auto die het vóór deed. Dus stopte ik bij het afhaalloket, en ja dan is het hele systeem in de war. Toch maar gezegd wat ik wilde eten, ook al kende ik de benamingen van de snacks niet. Ik heb betaald en of ik maar door wilde rijden. Een man bracht later, lopende, mijn warme hap. Ik kon er wel om lachen. De smaak vond ik ietsje minder. Tegen de medewerkster heb ik gezegd dat ik vaker zal komen om aan het systeem te wennen. Maar dat was gelogen, bedacht ik later, sorry. Ik vond het lastig en ongezellig ook. Ik wil niet wennen aan het drive-in-eet-systeem.

Bovendien is het helemaal niet verkeerd om eens een systeem niet te willen!


Hotske.

maandag 23 september 2013

Een hoofdrol voor Piet.


Vorige week vertelde ik over bagage. Nu kan ik zeggen dat die bagage op orde was. Ik heb heerlijk gelopen langs de Zuid-Hollandse kust. Hagelbuien op blote kuiten, hoosbuien waar je nat van wordt en harde wind die me precies in de cadans van het lopen bracht. Ik heb genoten van kilometers strand. Langs bekende badplaatsen. Waar de strandtenten je laten geloven dat het altijd zomer is. Waar ik me kan voorstellen dat er zonovergoten dagen bestaan en waar alleen al het woord “boulevard” beelden van zwoele warme zomeravonden brengt.

En dan zijn er de ontmoetingen. Op de derde dag, de meest lastige voor spieren, overweeg ik om aan een fiets te denken. Dan moet je op zoek naar een fietsenzaak. Op dat moment komt er een politiebusje aanrijden, mijn hand gaat omhoog en de heren stoppen terstond. Ik vraag hen de informatie en zij wijzen mij, als goed diender, de weg. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig dus word ik uitgenodigd in het busje en keurig bij de fietsverhuurder afgeleverd. Daar kennen ze geen systeem van fietsen verhuur, die dan weer op andere locaties in andere plaatsen worden opgehaald. Ik kan een fiets huren maar die moet ook weer terug. Daar schiet ik niks mee op. Ik bedank de man voor zijn informatie en sta weer op de straat. De heren politieagenten zijn natuurlijk vertrokken, zij spelen niet de hele dag mijn taxi. Er zit niets anders op dan lopend weer richting het strand. Natuurlijk gaat het dan ook regenen maar de moed laat ik niet zakken. Ik zie een aardig oud baasje. Hij doet de klep open van zijn rommelige auto en zijn hond springt erin. In de tien meters die ik heb te gaan, bedenk ik of ik de vraag kan stellen, of hij zijn hondje op het strand gaat uitlaten. Hij antwoordt dat hij niet naar het strand gaat, maar me wel wil brengen! En hij vertelt. Een paar jaar geleden heeft hij een hersenbloeding gehad en iedereen zei: dat wordt niks met Piet. Maar zo moet je niet denken zegt Piet. Nu rijdt hij elke dag naar zijn stukje land. Brengt het oude brood dat hij krijgt naar zijn beestjes. En het gaat goed met Piet. Hij is een tevreden mens, zo zegt hij zelf. Hij zet me af bij het strand en wenst me een fijne wandeling.

Ondertussen zijn mijn knieën weer in staat om mij over het strand te dragen. Ik heb genoten van mijn ontmoeting met de zee en van de ontmoetingen met mensen.


Hotske.

zondag 15 september 2013

Bagage.


Wat kan een hoofd vol zitten! In mijn geval zijn het allemaal nog-te-doen-dingen. Niet dat ik lang wegga, maar de rugzak staat klaar. Nog steeds leeg, want ook dat vergt nogal wat denkwerk. Wat moet er mee en wat heb ik echt niet nodig. Ik wil niet mis grijpen en vind het fijn om mijn eigen spulletjes bij me te hebben. Droge, schone sokken zijn haast het belangrijkste. En een droge broek. Ik hoop maar dat de temperatuur toch ergens aan de behaaglijke kant zit, want lopen in een lange broek is als zonnen in een winterjas. En boeken, één boek moet toch mee kunnen? En een kladblok, stel dat er juweeltjes van zinnen in mijn brein belanden.

Voetstappen op het strand, de wind die me zachtjes duwt, of misschien wel hard. Kilometers wereld voor de boeg. Zo heerlijk, gedragen worden door de aarde. Helemaal alleen, zoeken naar de strook langs de vloedlijn, waar het zand harder is. Mijn voeten vinden het ritme dat bij mijn lichaam past. Gedachten dwarrelen en waaien weer weg. Diepe gedachten drijven boven. Soms denk je even niet en soms denk je even veel.

Het strand en ik, met mijn bagage. De innerlijke en de uiterlijke.


Hotske.

maandag 9 september 2013

Grutsk op Ljouwert.


Culturele hoofdstad van Europa. Pas in 2018, maar we krijgen het er nu al warm van. Knap werk van de Ljouwerters en de vrijwilligers. Velen zullen hebben gedacht; ach we sjogge wol (we zien wel). Maar nu met deze boppeslag is heel Fryslan enthousiast en gaat ons Fryske bloed net even wat sneller door de aderen. Zo is de aard van de Friezen, als we ontdooien dan zijn we een trots volkje! Als een toerist mij vraagt naar de elfsteden, krijgt hij de schaatsverhalen erbij. Als iemand Friesland mooi vindt, bevestig ik dat letterlijk in alle talen. Als men vraagt of mijn naam echt Fries is, schroom ik niet om trots te zijn op mijn afkomst.

De Ljouwerter krante schrijft: “Leeuwarden heeft ingezet op mienskip, gemeenschapszin, en op het verbinden van mensen, duurzaamheid van cultuur en natuur, meer begrip voor diversiteit en identiteit”. Mooi streven, mooie woorden, goed gevoel. Beelden van iedereen die mee doet. Identiteit als kracht met ruimte voor verscheidenheid, jong en oud samen. Samen sterk, samen fier, samen trots. Grutsk heet dat in het Fries. En voor mij voelt “grutsk” net even dieper dan “trots”. Dat komt van mijn memmetaal. En der bin ik ek grutsk op.

Op naar 2018, met in februari een Elfstedentocht? Kan ook op skeelers langs de elf steden! Das nog es een evenement om grutsk op te zijn!


Hotske.

maandag 2 september 2013

Over mooie schoenen.


Het was feest in het dorp en daar hoort een springkussen bij. Kleine meisjes hebben daar veel plezier. De schoenen uit, want dat moet. Het kleinste meisje wordt moe, laat zich uit het springkussen glijden en zoekt haar schoenen. Naast haar oude witte versleten schoentjes, staan prachtige sandalen. Nieuw en roze en zo mooi!

Het andere meisje stopt ook met springen, ze zoekt haar schoenen. Maar: “Heit, mijn schoenen zijn weg”. De vader ontfermt zich over zijn kleine meisje en is ontzet dat een ouder niet oplet als kinderen schoenen aantrekken.

De moeder loopt met het meisje over de markt, tot ze opeens naar haar schoenen kijkt. Wat heb jij nou aan je voeten, vraagt de moeder verbouwereerd. “Ik vind ze zo mooi”: zegt het meisje.

De schoenen worden teruggebracht, de oude sandaaltjes moeten weer aan. Er is een lesje geleerd. Je mag niet hele mooie schoenen aantrekken, die zomaar naast je eigen oude paar staan.

De moeder zal geschrokken zijn. De vader kreeg weer vertrouwen in de mensheid; niet met opzet gepikt. De meisjes gingen elk met hun eigen schoentjes naar huis. De één blij met haar teruggekregen schoenen, het andere grietje bezorgde ons een mooi verhaal over schoenen en gras dat altijd groener is bij buren en andere meisjes.


Hotske.

maandag 26 augustus 2013

Leven en laten leven.


Natuurlijk had ze gelijk, het gaat niemand wat aan. Maar als er in een camper één man met twee vrouwen zit, tja dan roept dat allerlei gedachten en vragen op. De dames kwamen zich melden, het leek er haast op dat de man als chauffeur mee was. Maar dan zou ik het gezelschap te kort doen. Vrolijk en fietsend en genietend van de zomer vermaakten ze zich prima met zijn drieën!

Grapjes als dat iedere man er van droomt om het leven met twee vrouwen te delen, ook al is het alleen maar het camperleven, waren de reacties die de man kreeg. De vrouwen werden op nieuwsgieriger manier ondervraagd; hoe de verhouding van de man en de twee vrouwen dan wel was. Ik moet bekennen dat ook mijn eerste gedachte bestond uit het uitvogelen van de onderlinge verhouding, waarbij ik hen direct in het hokje plaatste van twee vriendinnen, waarvan één de man en de camper had meegenomen. Maar twee zussen en een broer kon ook, of twee lesbische dames met een buurman, of een neef en nicht met buurvrouw, of drie mensen die samen een relatie hebben. Of drie alleenstaanden samen op vakantie. Alles kan!

Laten we leven en vooral láten leven.

Hotske


maandag 19 augustus 2013

Een schat.


Ze speelden samen, broer en zus. De plaid op het gras was hun domein. De grote doos met lego zorgde ervoor dat het spel gespeeld kon worden. Huizen werden gebouwd en ook een bank. En daar lag de schat en die werd gestolen. Er was ook een koning en de politie kwam er ook aan te pas. Op een gegeven moment vroeg het meisje aan haar broer: “wie zijn wij eigenlijk, de dieven?”. Ze moest nog uitzoeken wie ze was. Ze moest ook nog uitvinden wat de schat was. Ze is nog erg jong en hoogstwaarschijnlijk krijgt ze nog heel veel verhalen te horen.

Op een geven moment zal ze lezen dat er een bank van wederdienst bestaat. Paulo Coelho, beschrijft de bank in één van zijn boeken. Het is een bank waar je saldo uit diensten bestaat. Je gebruikt jouw talenten, jouw tijd en je aandacht ten gunste van de ander zonder een vorm van beloning. Heb je op een gegeven moment hulp of steun nodig, dan mag je op jouw beurt verwachten dat je geholpen wordt. Het is een systeem van geven en ontvangen. Maar, schrijft de schrijver, alles wat je zonder voorwaarden geeft krijg je in veelvoud terug.

Ik ben groot geworden met Bijbelteksten als: ‘Vergaar geen schatten hier op aarde, waar mot en roest ze aantasten en waar dieven inbreken en ze stelen. Vergaar liever schatten in de hemel”. Ik begreep vroeger uit de woorden dat materiaal vergankelijk is. Ik was van plan veel echte schatten te vergaren.

Groot voordeel van het tegoed van deze schatten is dat ze waardevast zijn.



Hotske

maandag 12 augustus 2013

Om te lachen.


Hij moest er zelf ook wel om lachen. Hij keek strak naar zijn iphone. Alsof alle wijsheid uit het apparaat zou komen. Oké, hij is zeiler en wilde met het weer rekening houden. Toen hij toch op keek van zijn beeldschermpje was zijn vraag over de weersverwachting overbodig.  Op dat moment zag hij de donkere wolken boven ons. De wind trok aan en drie tellen later plensde het. Waarschijnlijk voor buienradar te kort om op een schermpje weer te geven.

Ze moesten er zelf ook wel om lachen. Hun tomtom had gezegd, oftewel de stem uit het apparaat, dat ze recht door moesten. Hun gezonde verstand en richtingsgevoel dachten er anders over. Toch volgden ze de vriendelijke vrouwenstem, die het natuurlijk fout had. Het apparaat wist niet, voor zover een apparaat iets weet, dat de verkeerssituatie was gewijzigd.

Ik moest om mezelf lachen. Ik was een route aan het uitstippelen, en keek op googlemaps hoe wandelroutes er uit zien. Waar paden lopen en waar water is. Kijken op een beeldscherm, terwijl ik toch altijd vind dat je je moet laten verrassen door het leven zelf? Juist de paden en wegen bewandelen die op dat moment het beste lijken?

Onze grootouders zouden er om moeten lachen. “Kinderen”, zouden ze zeggen, “jullie hebben dat speelgoed niet nodig”. Je hoeft alleen maar te kijken!


Hotske

maandag 5 augustus 2013

De Luts,

  
Of ze het slootjú wel in kon varen en dan in Balk kwam. Ik had haar graag geantwoord dat haar bootjú gemakkelijk door de Luts kon. En of ze dan even wilde denken aan Herman Gorter. Die logerend bij zijn oom in Balk, op een mooie zomeravond, werd geïnspireerd zijn “Mei” te schrijven. Met de werkelijk prachtige en krachtige beginwoorden: een nieuwe lente, een nieuw geluid. En of ze aan alle schaatsers wilde denken die zwoegend in de schemer op ijskoude februariochtenden, over het Slotermeer de Luts op schaatsten. En na 220 kilometer en elf steden eindelijk in Leeuwarden aankomen. En of ze mijn verhalen over de Luts wilde horen. De keren dat ik tot aan de brug ben geschaatst. Of het plezier dat ik had met kanovaren in de Luts. Beginnend bij de monding, naar Balk waar linden van oudsher langs de kade staan. Dwars door het Gaasterland, genietend van de bijzondere sfeer van varen over heel smal water. Langs rijen bomen, die je uiterst vriendelijk begroeten. En op zomerse dagen als je op blote voeten fietst, het water ziet glinsteren en het riet aan weerszijden zachtjes fluistert dat de wind uit het noorden komt.

Ik wenste haar veel plezier en deelde een beetje van mijn liefde voor de Luts. De rest zal ze zelf wel ervaren.


Hotske

maandag 29 juli 2013

Mijn zonnetje.


Een prima week was het. Heerlijk zomerweer, veel gasten, altijd goed voor veel ontmoetingen. En tussen alle tips over fietsroutes, leuke eettentjes, braderiedagen en aan de andere kant alle bijzondere verhalen, moest ik ergens checken wat goed genoeg was voor een column. En dat viel nog niet mee. Dat kwam omdat er veel gewerkt werd en vooral veel gedacht en geregeld werd.

Maar in één keer was hij er. De lieverd, om op te vreten. Dat kon natuurlijk niet maar hij was om te stelen, ook dat kon niet. Maar de schat stond in eens voor me. Eén turf hoog, een ventje van een jaar of zes. Met nog kleuterbeentjes uit de korte broek, een vrolijk t-shirt en blonde lokken zoals alleen de liefste jongens die hebben. Ogen zo open en puur die vol vertrouwen de wijde wereld in kijken. En dan de vraag! Hij wachtte tot ik was uitgesproken en al mijn aandacht haast gebiologeerd naar hem toe ging. Hij stond daar met in zijn knuistje een stuk stoepkrijt en hij vroeg of hij mocht krijten. Natuurlijk mocht dat, ik hoopte dat hij mooie gele tekeningen ging maken. Later begreep ik dat de stoep voor zijn eigen voordeur niet bekrijt mag worden, je loopt dan namelijk met schoenen met restjes stoepkrijt op het parket van de gang en dat is niet de bedoeling. Mijn stoep mocht vol met de mooiste tekeningen.

In deze prachtige zomerweek was hij mijn stralendste zonnetje.

Hotske

maandag 22 juli 2013

Eens per jaar.


Het overkomt me elk jaar wel een keer. Ik word door een campinggast staande gehouden. En op een toon die alleen voor samenzweerders is, komt de vraag er met wat schroom, haast fluisterend uit. “Klopt het wel, ik zie geen leven in de caravan naast ons?”. En op de één of andere manier versterken onze thrillerachtige gedachten elkaar. Zonder dat we het uitspreken, weten we dat ons denken hetzelfde is. “Geen leven in de caravan”, betekent dat er iets ergs gebeurd moet zijn. Messteken zijn het meest simpele. Vergiftiging door iets als rattenvergif is altijd mogelijk. Dood door uitputting lijkt overdreven, en tijdens de daad, ja die daad, daar willen we niet aan denken. Diefstal van luttele euro’s met een fatale afloop lijkt wat erg vergezocht. Door zuurstofgebrek zou nog kunnen of overmatig drankgebruik in combinatie met medicijnen. Maar voordat de doodsoorzaak is vastgesteld moet de caravandeur open. Gordijntjes zijn al een paar dagen dicht, de fietsen keurig opgesteld in de voortent, het tafeltje en de stoeltjes netjes opgeklapt. Een gebruikte barbecue en een fleurige parasol wijzen op het plezier dat er wel geweest moet zijn. Hooggespannen is de verwachting van wat de statische stilte verbergt.

Dan stop ik de onuitgesproken verhaallijn en vertel dat de man en vrouw een paar dagen naar huis zijn om de plantjes water te geven, de post te checken en het gras te maaien.

Eens per jaar krijgen psychologische onderzoeken hun gelijk; in een ieder van ons zit een donkere kant.

Hotske


maandag 15 juli 2013

Ik zie het wel!


Ik kan alles nog zien. Mijn ogen doen het werkelijk erg goed. Ik heb nog lang geen bril nodig. Nee, echt niet. Leeftijdsgenoten zie ik één voor één met een bril verschijnen. Bekende gezichten die ik ken als “leuke koppies”, komen nu in mijn gezichtsveld mét montuur. En sommige brillen zijn prachtig, daar wil ik wel aan. Maar dat heb ik echt niet nodig!

Vorig jaar had ik alleen moeite met de computer als ik moe was. Nu duurt het focussen van de lenzen iets langer. Etiketten in de supermarkt lees ik met gemak, voor de kleine lettertjes heb ik geen tijd.

Ik snap alleen niet waarom de gegevens op pasjes tegenwoordig zo erg klein moeten zijn. Voor het opladen van de ov-chipkaarten van de kids pakte ik een leesbril, die natuurlijk niet van mij was. Het genot van de glazen was een openbaring, alsof ik door een verrekijker keek. De cijfers duidelijk; prachtig! Ik wist niet meer dat dat bestond.

Ik heb extra vitaminen gegeten. Ik weet zeker dat mijn lenzen daardoor hun best doen. Ik heb ze rust gegeven maar ook goed gebruikt, want van luie spieren heb je alleen maar last. Ik weet zeker dat ik mijn ogen de kost geef, waar en wanneer ik dat wil. Ze doen het ook echt erg goed. Ik zie op meters en soms op kilometers afstand wat ik wil zien. Alleen cijfers en letters staan vaak te dicht bij elkaar, dat kan ik niet ontcijferen, daar kan ik niks aan doen.

Ooit zal ik er aan moeten geloven, een bril met een mooi montuur. Maar wanneer? Ik zie het wel.


Hotske

maandag 8 juli 2013

Herinnering.


Ik had er nooit meer aan gedacht. Maar het zat nog in mijn geheugen. Ik herkende de man en vrouw. Toen ik hen zag kwamen de beelden uit het laatje.

Het is meer dan twintig jaar geleden. We waren uitgenodigd bij een bevriend stel. Met zijn vieren togen we naar de Messe, jawel in Düsseldorf. Vlagen komen boven, van rondlopen in immense hallen, maar beter herinner ik mij de sfeer. Die was gemutlich. Er moest ook gegeten worden. En het gekke is dat je typische dingen onthoudt. Het restaurant lag in een bocht van de weg. Niet in een stad maar ergens buitenaf. Het was donker midden in de februarimaand. We bleven slapen onze gastheer had een groot huis, dat door drie generaties werd bewoond. Ook dat weet ik nog. Maar het restaurant in de bocht van de weg, met houten stoelen, en van die grote houten vensterbanken, dat zie ik zo voor me. 

De herinnering zat er nog. Keurig opgeborgen in een laatje in mijn hersenen. En bij het zien van onze gastheer van destijds, herinnerde ik mij de beelden. Het is onvoorstelbaar wat er allemaal aan herinneringen opgeborgen zit in laatjes. Zo nu en dan maar eens één opmaken om herinneringen te herinneren.


Hotske.

maandag 1 juli 2013

Vakantie.


Hij komt er aan: de welverdiende vakantie. Uit onderzoek blijkt dat wij Nederlanders, een reislustig volkje zijn. Bovendien vinden we ook dat we er recht op hebben. Komt nog bij dat het sowieso leuk moet zijn! Dat is nogal wat, dan verplicht je jezelf tot twee weken, die vooraf bestempeld worden als: moeten geslaagd zijn!

Dat werkt niet, want eerst moet je je werk af hebben. En er komen altijd onverwachte lange klussen voordat de-laatste-dag-voor-de-vakantie aanbreekt. Dan moet het huis nog schoon, de buurvrouw die op de plantjes past, zou eens kunnen denken dat je en viespeuk bent. De koffers moeten gepakt, korte broeken die toch wel erg kreukelig uit de kast komen, moeten op de strijkplank en bikini’s zijn of uit de mode of passen op de één of andere manier niet meer. Routes moeten uitgestippeld worden, achterblijvers moeten weten waar je bent. Er moet iets te eten mee. Ritmes en regelmaat zijn anders en als gezin ben je langer bij elkaar zonder dagelijkse invulling, dus ook dat levert een fikse aanpassing op. En dan heb ik het lijstje met zonnebrand, waspoeder, boeken en paspoorten nog niet eens genoemd.

En ergens voel ik bloed stromen van zigeuners, die rondtrekken en de wereld zien als een tuin die ontdekt mag worden. Dus beste vakantieganger, lieve reiziger, kijk of er zigeunerbloed door je aderen stroomt met de drang om te zwerven. Vakantie is hét moment om vrij te zijn, om je vrij te voelen en om vrij over de wereld te zwerven.

Hotske.


maandag 24 juni 2013

De schipper.


Hij schildert zijn schip. Het lome weer past exact bij zijn doen en laten, niet dat hij onverschillig is, maar de relaxte houding van de man wordt versterkt door de warme zwoele dag. Het lijkt er op, dat hij de dagen neemt zoals ze komen. Hij schildert de donkerbruine stootranden van de romp van de tweemaster. De pot verf staat uit voorzorg in een emmer, de kwast ligt met jaren ervaring stevig in zijn hand. Hij kent alle plekjes en is zichtbaar één met het schip. De gerafelde afgeknipte spijkerbroek en een kapsel dat net ruig genoeg is past bij het schijnbaar zorgeloze bestaan van de zeeman.

Het bord op de kade moet groepen mensen lokken voor vaartochten op het IJsselmeer. Zou hij zorg hebben over klandizie? Zou hij zich afvragen of de groepen die geboekt hebben wel komen? Zou hij zich druk maken over nota’s die ook hij moet hebben? Zouden er in zijn hoofd gedachten spelen over de toekomst en of dit alles is wat hij uit zijn leven heeft gehaald?

Ik kon het hem niet vragen, hij kende mij niet. Het zou een absurde vraag zijn: heb je het naar de zin? Doe je wat je zou willen doen en haal je daar voldoening uit?

Zijn antwoord zou zo maar kunnen zijn: ach mensje wat maak je je toch druk, geniet van het goede leven!


Hotske


maandag 17 juni 2013

Gedrag.


U krijgt van mij echt geen lijstje met mijn grootste ergernissen. Ik houd er niet van, om over ergernissen te praten en een lijstje heb ik al helemaal niet. Maar dat er bij weggebruikers ergernissen bestaan dat is bekend. We gebruiken met zijn allen dezelfde weg en we moeten dus rekening met elkaar houden. Daar hebben we de officiële regels voor. Bovendien is er gedrag voor nodig, dat er voor zorgt dat we een beetje soepel en vriendelijk met elkaar omgaan op de weg.

Er is echter één actie, die ik vreselijk vind. Als ik op provinciale wegen rijd en er komt van rechts een auto aan rijden, die ook de weg op wil. En dan ook nog met een flinke vaart, waarbij ik maar moet afwachten of hij ook werkelijk op het laatste moment stopt. Dat vind ik echt vervelend. Ik snap dat niet, ik moet te veel vertrouwen op de laatste reactie van de andere bestuurder op het laatste moment.

Wat is jouw ergernis in het verkeer?

En stel dat verkeersgedrag ook iets zegt over het echte leven. Ben je snel agressief in de auto? Ben je dat dan ook op andere momenten? Vind je het lastig als iemand aan je bumper kleeft? Heb je er dan in werkelijkheid ook een hekel aan als iemand te dicht op je lip zit? Baal je er van als andere auto’s niet een beetje doorrijden? Ben je dan ook ongeduldig? Als je wegomleggingen irritant vindt, vind je het dan ook vervelend als dingen in het echte leven anders lopen dan je had verwacht?

Ik ben geen psycholoog, dat is ook niet nodig. Eén autorit zegt meer dan genoeg.


Hotske Batteram.

maandag 10 juni 2013

Waar en wanneer?!


U weet niet hoe mijn vrijdag er uit zag, waar ik was en wat ik deed. Het was niet opzienbarend of schokkend, zelfs niet opvallend, maar er is bedacht dat onze dagelijkse stappen in de gaten moeten worden gehouden. ’s Morgens al vroeg deed ik boodschappen, met de auto, zonder tomtom en zonder mobiele telefoon, dus niet te volgen. Er moest wel gepind worden, dus ergens in een grote computer staat dat ik om 9.24 aanwezig was in de plaatselijke supermarkt en genoeg saldo had om te betalen. Thuis gekomen heb ik ingelogd om mijn werk te doen. Weer wordt er in een grote computer geregistreerd, waar ik ben en wat ik doe. ’s Middags heb ik een afspraak in Leeuwarden. Ik weet de weg niet precies, dus gebruik ik de tomtom en neem mijn mobiel mee. Ik ben dus zowel voor de satellieten als voor de provider (van de mobiele telefoon) prima te volgen. En dat dat ook werkelijk gebeurt kon ik horen toen mijn provider mij belde en exact vertelde hoeveel belminuten en smsjes ik per maand verbruik.

In de namiddag weer thuis, daar was ik niet te volgen, denk ik. Geen computer, geen mobiel, geen tomtom, of zou de grote computer denken dat de auto met mij erin op de woonlocatie is? ’s Avonds nog een cadeautje kopen, even op de fiets, dus lekker onzichtbaar. Maar het pinnen verraadde weer mijn locatie. Het overzicht van de dag is compleet met beelden van camera’s die mij hebben “gezien” op wegen en in winkels.

Als iemand over tien jaar wil weten wat Hotske Batteram op vrijdag 7 juni 2013 deed en waar ze was, dan weet de grote computer dat allemaal. Big brother is, wérkelijk, watching you.

Eens kijken of ik komende week een dag onopvallend door het leven kan, geen computer, geen tomtom, geen mobiel, geen winkels binnenlopen, niet naar de bibliotheek, niet op de weg rijden, niet bellen. Zou er dan om 24.00 ’s nachts een melding uit de grote computer rollen? Opvallend gedrag: Hotske Batteram is vandaag nergens gesignaleerd?


Hotske 

maandag 3 juni 2013

Taart.


Normaal gesproken worden alle diensten die wij aan elkaar verlenen verrekend met geld. Zo is dat onze gewoonte hier en nu, en zo werkt dat ook. Maar soms is de hulp gewoon service en haal ik het niet in mijn hoofd om een nota uit te schrijven. Als aardigheidje komt er dan nog wel eens een flesje of een taartje onze kant op. Kanttekening op dit moment: u hoeft dit vooral niet als hint te lezen.

Op een gegeven moment kwam er een vrouw ons kantoor binnen lopen. Met wel een erg grote gebaksdoos, waar vast veel en ook heerlijk gebak in moest zitten. Denkend aan verse slagroom en vooral verse aardbeien, liep het water werkelijk letterlijk in mijn mond. In gedachten zette ik groot gesneden stukken taart op tafel. Ik kon me zo goed voorstellen hoe het vorkje met frisse verse taart mét slagroom richting mijn mond zou gaan. De smaak van de aardbeien lag al op het puntje van mijn tong. En met verse koffie zou de koffietijd een verrukkelijk gebeuren worden.

De vraag was of de taart een nachtje in onze koelkast mocht staan: tuurlijk. Sindsdien ben ik enigszins op mijn hoede als er iemand met taart aan komt lopen.

Hotske.
  

maandag 27 mei 2013

Yolo.



Ja “yolo” staat er. Het betekent You only live once, (je leeft maar één keer). Het woord of eigenlijk de omschrijving hoort sinds kort bij het taalgebruik van de jongere generatie. Ik heb nog nooit iemand van mijn leeftijd als reactie horen roepen: goh moet je doen, yolo! Want dat betekent het: doe wat je wilt. Was het de laatste jaren nog “je ding doen”, nu worden je dromen ondersteund met een “yolo”! En beste lezer, die al ietsje ouder is, men gebruikt de kreet niet als excuus om lekker onverschillig te zijn. Zo van kijk mij eens yolo zijn, ik drink me helemaal ladderzat. Ik rotzooi maar wat aan want ik leef maar één keer. Nee het yolo hoort bij doen wat je zou willen doen in de zin van je dromen waarmaken. En ook je kop boven het aloude maaiveld uit willen steken. Mijn lijfspreuk klinkt dan niet zo hip, maar hij kan nog steeds. Als je wilt mag je hem lenen: kom op, niet van dat benauwde!

Soms hebben we echt even een zetje nodig, om te doen wat je wilt doen. Vooral als dat net even anders is dan wat algemeen verwacht wordt. Maar kom op, oudere en jongere lezer, leef nu en maak het de moeite waard.

Hotske

maandag 20 mei 2013

Denken enzo.



Je had al een dichter des vaderlands en sinds enkele jaren hebben we ook een denker des vaderlands. Ik zag de man op televisie. En als je “des vaderlands” bent, dan ben je een beetje van en voor ons allemaal. Hij wil dus ook graag zijn filosofisch denken met ons delen. Hij heeft nota bene op Lowlands (muziekfestival) een eigen tent waar het publiek hem vragen kan stellen.

De man wil ons een “trucje” leren. Nu vind ik het nogal wat om levenskunst met een trucje te benaderen, het was op zich al een behoorlijke truc om de man zijn verhaal te ontgoochelen. Maar het gaat over onze emoties en ons verstand. Emoties, vertelde hij, die krijg je daar kun je niet zo veel aan doen. Die hebben we ook nodig, daar zit iets van overlevingsdrang in. Bijvoorbeeld schrikreacties. Dat soort emoties zorgt ervoor dat je reageert op angst en dergelijke. Maar als je verstand met de emoties aan de haal gaan, dan houd je de emotie in stand. Als je verstand zich gaat afvragen waarom gebeurt mij dit, wat is er aan de hand en hoe moet dit nu verder? Dan houdt je verstand de emotie vast. Een emotie overkomt je maar ebt ook weer weg. Als je verstand allemaal vragen gaat stellen, dan houd je de emotie vast.

Emotie overkomt je dus, maar je kunt via je verstand regelen of je je erin verliest of dat je ze in een baan kunt leiden. Zelf baas over je emoties!  Bedankt René Gude, voor het trucje. Ik zal er aan denken. En als ik wel naar Lowlands ga, vraag ik jou hoe het dan met het voelen zit. Want het moet natuurlijk wel goed voelen om van alles te bedenken. Wat denk je daarvan?

Hotske

zondag 12 mei 2013

Moeders.



Het heeft natuurlijk wel een verplichtend karakter, zo’n moederdag, maar het is een prachtig ritueel. Moederdag is de meest zonnige zondag van het jaar ook al schijnt de zon nauwelijks. Het is voor moeders een zondag met een gouden randje. Jouw kinderen sloven zich uit, maken tekeningen die je altijd mooi vindt, kopen geuren die per definitie lekker ruiken en bloemen die altijd prachtig zijn.

Vandaag zet ik, nu hier op dit moment, alle jonge moeders in het moederdagzonnetje. Want lieve moeders jullie zitten midden in pittige tropenjaren. Gebroken nachten maken het lastig. En vechten tegen postnatale depressie is vreselijk. Als hormonen de regie van je lichaam willen overnemen, ben je letterlijk jezelf kwijt. Bovendien zijn er voortdurend zorgen en zorgjes.

En toch fietsen de jonge moeders met hun fris gewassen en netjes in de kleren gestoken kindertjes, voor en achter op de fiets naar de scholen toe. De moeders, ze lachen en geven al fietsend de kinderliedjes door. Vertellen dat eendjes kwaken en dat de koe “boe” roept.

Lieve moeders, ook al worden de cadeaus groter en betaald met eigen verdiend geld, het grootste cadeau is onbetaalbaar; de onvoorwaardelijke liefde van je kind.

Hotske.


maandag 6 mei 2013

Vergeten.



Maandenlang was ik vergeten waarom zoveel mensen van het voorjaar houden.  Eindelijk zien we dan de natuur ontluiken. Bijna was ik vergeten hoe mooi de tulpen in het voorjaar kleuren. En haast was ik vergeten hoe fris de lente ruikt en hoe herkenbaar de vogels fluiten over weidse weilanden. Vandaag in de stralende zon, met een lucht blauwer dan blauw, mocht ik weer ervaren dat de natuur altijd zijn cyclus maakt. In de winter de rust met de belofte om in het voorjaar weer volop te bloeien.

Maar vandaag merkte ik dat ik al heel lang ben vergeten, hoe fruitbomen van dag tot dag, in het voorjaar hun bloesem laten prijken. En ik weet dat je verwondert mag zijn over de pracht van de natuur, maar ik was de bomen vergeten. In koude maartse dagen hadden we jonge fruitbomen geplant en eindelijk komen er blaadjes uit de minuscuul kleine knopjes. Heel pril is de witte bloesem. Ik was verrast en ben blij dat ik weer de groeifases van de boom heb gezien. Altijd al heb ik een zwak voor krachtige bomen, die zo mooi de seizoenen aan ons laten zien. Vandaag heb ik de lentepracht en de belofte van de groei in de fruitbomen gezien. Ik zal het nooit weer vergeten.

Hotske.

maandag 29 april 2013

Meer dan een jurk.


Lieve Maxima, ik ben zo benieuwd naar jouw jurk. Volgens mij bestaat de dresscode voor jou voornamelijk uit wat níet mag. Niet te kort natuurlijk, mooie lange benen moet je maar bewaren voor een ander moment. Te bloot is helemaal niet aan de orde, je decolleté moet bedekt zijn. Te vrolijk mag ook niet, het gaat ten slotte om de troonswisseling. Te eigentijds zal lastig zijn, al kun je vast wel ergens bepalen wat in stijlvolle jurken van deze tijd is. Te fel van kleur kan ook niet, naast de Koningsmantel van je man kies jij vast voor pastel of roomwit. Zelfs hooggehakt kan niet eens, ook al zien we jouw schoenen vast niet, jij moet de juiste lengte hebben naast de Koning.

Maar het lastigste is dat jij met jouw kleding moet zeggen: mijn man is Koning, we hebben geen duobaan. Hij is uw vorst en ik ben zijn vrouw.

Maxima, prachtige vrouw. In een spijkerjasje ben jij zelfs een stralend middelpunt. En nu moet jij jouw positie naast de Koning benadrukken in een jurk.

Blijf in je kracht staan, laat je niet in de schaduw zetten door protocol of een vastgelegde geschiedenis. Blijf wie je bent. Straal als je wilt stralen. De Koning zal je nodig hebben!


Hotske Batteram.