Jo
moatte iets op priemmen ha. Als je graag breit of ooit een trui of een vest gebreid
hebt dan ken je dit wel; er is voldoening als het klaar is, maar dan wil je
eigenlijk ook weer iets nieuws. Je wilt weer aan een nieuw breiwerk beginnen.
Een nieuwe kleur wol, een nieuw patroon, een nieuwe trui. “Iets op priemmen
ha”, betekent; iets op de breinaalden hebben, ergens mee bezig zijn, je hebt
het gepland. Dat laatste, dat je iets gepland hebt, is de officiële vertaling
van “iets op priemmen ha”, en dat klinkt mooi. Het betekent dat je iets in het
vooruitzicht hebt. En dat klopt, dat breiwerk dat moet een keer af. Je hebt een
begin gemaakt, steken opgezet en dan heb je een doel. En laat dat doel nou iets
met de zin van leven te maken hebben. Je hoeft het doel niet eens te halen,
maar alleen al het hebben van een doel, zorgt voor een goed leven.
Maar
dat doel, zo lees ik, dat hebben veel mensen die in een verpleeghuis wonen niet
meer. Dat lijkt ook wel logisch, je hoeft niet meer te werken voor je doelen,
als je kinderen op de wereld hebt gezet zijn die al lang groot, het huis was al
lang afgelost en voor grote dromen lijkt het te laat.
Maar
toch is het goed om iets op die breinaalden te hebben. Dat hoeft natuurlijk
niet letterlijk, niet iedereen breit graag. Maar een doel, ook al is het maar
een klein doel, iets gepland hebben, dat geeft het leven waarde. Er moet iets
op die priemmen staan.