maandag 25 september 2017

Op priemmen ha,


Jo moatte iets op priemmen ha. Als je graag breit of ooit een trui of een vest gebreid hebt dan ken je dit wel; er is voldoening als het klaar is, maar dan wil je eigenlijk ook weer iets nieuws. Je wilt weer aan een nieuw breiwerk beginnen. Een nieuwe kleur wol, een nieuw patroon, een nieuwe trui. “Iets op priemmen ha”, betekent; iets op de breinaalden hebben, ergens mee bezig zijn, je hebt het gepland. Dat laatste, dat je iets gepland hebt, is de officiële vertaling van “iets op priemmen ha”, en dat klinkt mooi. Het betekent dat je iets in het vooruitzicht hebt. En dat klopt, dat breiwerk dat moet een keer af. Je hebt een begin gemaakt, steken opgezet en dan heb je een doel. En laat dat doel nou iets met de zin van leven te maken hebben. Je hoeft het doel niet eens te halen, maar alleen al het hebben van een doel, zorgt voor een goed leven.
Maar dat doel, zo lees ik, dat hebben veel mensen die in een verpleeghuis wonen niet meer. Dat lijkt ook wel logisch, je hoeft niet meer te werken voor je doelen, als je kinderen op de wereld hebt gezet zijn die al lang groot, het huis was al lang afgelost en voor grote dromen lijkt het te laat.
Maar toch is het goed om iets op die breinaalden te hebben. Dat hoeft natuurlijk niet letterlijk, niet iedereen breit graag. Maar een doel, ook al is het maar een klein doel, iets gepland hebben, dat geeft het leven waarde. Er moet iets op die priemmen staan.


maandag 18 september 2017

Over goedbedoelde adviezen.


De twee vrouwen moesten duidelijk even bij praten. Waarschijnlijk deden ze dat wel vaker, want ze wisten exact waar de ander over sprak. Nu stonden ze op de stoep voor de supermarkt. De ene vrouw was erg verontwaardigd, ze had het over een andere “zij”. Op het moment dat ik voorbij liep en niet eens mijn best deed om te luisteren, hoorde ik toch hele zinnen. “Ik snap het niet, nou jah, ze moet het zelf maar weten, ze neemt het toch niet van mij aan”. De vrouw was gefrustreerd, er sprak iets van machteloosheid uit. Zo stond ze daar ook. Ik weet niet of het over een buurvrouw, een dementerende moeder of een eigenwijze dochter ging, maar goede raad aannemen deed de “zij” waar over gesproken werd dus niet.

En zo is het, van alle goedbedoelde adviezen volgen wij nauwelijks iets op. Vanaf het moment dat een peuter kan staan en kan praten is het; “ikke zelf”. In de pubertijd hoef je sowieso niet met iets van suggesties aan te komen, want dan wil het kind het zelf uitzoeken. En als iemand op eigen benen staat, zoekt diegene het ook helemaal zelf uit. De gever van het advies, wil zijn doorleefde ervaring meegeven aan de ander, maar juist dat zelf doorleven, dat is wat je moet ervaren. En waarschijnlijk is dat ook het echte leven, niet een ander naleven, maar ikke zelf, die het leven wil ervaren. Ook al val je tien keer en stoot je twintig keer je kop, door zelf te denken, te voelen en te doen kom je erachter hoe het leven werkt. Je leert zelfs dat goedbedoelde adviezen nooit worden opgevolgd.

maandag 11 september 2017

Over parels.


Er was zo’n uurtje dat geen invulling had. Het werd ingevuld achter de computer. Ik scrolde en klikte dat het een lieve lust was. Een scrol-en-klik-uurtje dus. En mazzel voor mij, ik kwam de dingen in de juiste volgorde tegen. Eerst een plek voor een item en toen het in te vullen item. Oftewel ik zag op facebook dat je een intro kunt maken. Daar kun je een korte zin op je beginpagina zetten, een soort credo, iets van een lijfspreuk. En kom ik na één klik, nou oké, een paar klikken, een zin tegen, die het overwegen waard is. Dat deed ik dus een tijdje, dat overwegen. Het enige wat me tegenstond was, dat ik de zin niet zelf bedacht had. Maar dit was wel een kwestie van beter goed gejat, dan slecht bedacht. De zin gaat als volgt; als je op zoek bent naar parels, maar je gaat alleen tot je knieën in de zee dan zal je deze nooit vinden.

Eigenlijk zou iedereen zo nu en dan over zo’n lijfspreuk moeten nadenken. Want waarschijnlijk houd je nooit tien jaar hetzelfde credo. Kijk eens waar je staat en wat je vindt. Het stikt van de gezegdes en mooie spreuken, ééntje zelf bedenken hoeft dus niet persé. Ik heb wel iets met parels en ook met de zee. De clou moet dan wel goed zijn.  

maandag 4 september 2017

Over snelle tijden.


Onze tijden gaan snel. En dat is ook een beetje onze eigen schuld. Als je iets snel doet, lijkt de tijd sneller te gaan. Als je iemand wilt vertellen hoe het met je gaat en je stuurt een brief, dan moet je die eerst schrijven, je moet een envelop zoeken, een postzegel in huis hebben en voor zessen die brief posten. Vroeger gaf je die brief dan aan de postbode mee en dan duurde het dagen voordat de brief op zijn bestemming was. Nu gaat dat sneller, veel sneller. In een appje of mailtje kun je iedereen vertellen hoe het is en soms heb je binnen een kwartier antwoord. Dat gaat dus snel. Omdat het snel gaat, lijkt het ook of de tijd sneller gaat, je bent immers met de briefactie veel sneller klaar. Dat geldt ook voor reizen, voor foto’s ontwikkelen, de was doen en voor nog veel meer dingen. Wat ook veel vlugger gaat is ons eten koken. Een hamburger bak je echt in een paar minuten van beide kanten bruin, de magnetron helpt ons ook en kant-en-klaar is helemaal simpel. Niet dat het gezond zou zijn, maar snel gaat het wel. Denk eens aan de kapucijners en bruine bonen die vroeger een nacht in de week moesten of het draadjesvlees dat lekker stond te sudderen, het liefst op het petroleumstel. Nu ben je in een kwartier klaar met de maaltijd voorbereiden.

Je kunt de rem er op zetten, iets meer aandacht voor het koken, langzamer eten en wat natafelen.