maandag 27 april 2015

Over bovenbenen.


Ze had dikke bovenbenen, zei ze. Om dat te laten zien legde ze haar handen om die bovenbenen. Volgens mij kan niemand met zijn handen bovenbenen omsluiten. Dat past gewoon niet. Ik weet ook niet wanneer iets te dik is. Want dan moet je eerst weten wat gemiddeld is. En gemiddelden krijg je pas als je klein en groot en middelmatig optelt en daar een gemiddelde van maakt. Maar wie heeft er nou een gemiddeld lijf?

’s Avonds thuis keek ik ook maar eens naar mijn bovenbenen, ik had ze eigenlijk nog nooit gecheckt. Andere delen wel hoor! Ik ben ten slotte een vrouw. Maar de bovenbenen die waren er gewoon, ik kon er niet zo veel van vinden. Ik weet wel dat Nederlandse vrouwen stevige kuiten en bovenbenen hebben. Dat komt van het fietsen, denk ik. Of omdat we gewoon stevig in de Hollandse klei staan. Dat betekent ook dat we nuchter zijn en dat is een prima eigenschap daar past eigenlijk het gezemel over de bovenbenen niet bij.

De volgende dag zat ik in de kappersstoel, na een uurtje keek ik weer met plezier in de spiegel. De kapster kletste gezellig en vertelde me haar wijsheid, ze was opgehouden met haar lijf te bekijken. Ze wist dat iedereen wel ergens ontevreden over was. Ze vond het ook niet nodig om andere vrouwen te bekijken en te beoordelen. Ze was gezond en zat prima in haar vel, vertelde ze. Over bovenbenen hadden we het niet.

Hotske


maandag 20 april 2015

Basisinkomen.


Hij speelde buiten, zijn benen waren eigenlijk te groot geworden voor de traptrekker. Op het karretje achter de trekker had hij een stellage gemaakt. Ik weet niet of het een kunstmeststrooier of een giertank moest voor stellen, maar het was duidelijk dat de boeren uit de omgeving zijn voorbeeld waren.

De zon scheen op de mooie voorjaarsmiddag en je zou werkelijk wensen dat ieder kind zo’n onbezorgde tijd heeft om te spelen. Maar wanneer eindigt dat onbezorgde dan? Waarom doen we als we ouder worden zo moeilijk? Er moet van alles bedacht worden. Er is in ieder geval eerst school met testen, toetsen en examens. Op een gegeven moment heb je een huis nodig en moet er gewerkt worden. En ergens raak je daar de onbezonnenheid van het kind kwijt.

Zorgeloos zijn, het voelt als iets natuurlijks, je wilt dat vasthouden. Maar prestatiemaatschappij en geldzorgen zijn er ook. De dorpsjongen, opgroeiend op het platteland, speelt zijn spel. Een prachtig onbezorgd kind. Ik zou hem willen verzekeren van een mooie toekomst. Maar dat kan ik niet alleen. Wij kunnen dat met zijn allen wel! In een aantal steden wordt geƫxperimenteerd met het Basisinkomen. Voor iedereen een basisinkomen. Net als de AOW nu, maar dan voor iedereen. Iedereen kan doen wat hij wil, je ontplooien, zonder zorgen over geld. Je zou tijd hebben voor vrijwilligerswerk. Als student bouw je geen studieschuld op, je krijgt immers een basisinkomen. Bovendien halen we de kracht uit het geld, er is immers elke maand automatisch een basisinkomen!

Is dit een utopie? Nee hoor, financieel kan het. Onderzoek wijst uit dat het mogelijk is. Het duurt nog een jaar of tien voordat de dorpsjongen over schuld en geld moet nadenken. Of het basisinkomen is dan de gewoonste zaak van de wereld. We zullen het zien!


maandag 13 april 2015

Over een Zweed en de politiek.


Ik las de krant. Een klein stukje ging over collegevorming. Het vormen van de colleges, dat op dit moment in alle provincies gebeurt. Ondertussen kwam er een klant. Een Zweed. Ik vroeg hem naar de reis die hij en zijn vrouw met de camper maakte. We brabbelden en babbelden in het Engels. Hij kende een paar Nederlandse woorden en zei dan ook met de grootst mogelijke intentie; dankjewel. Hij wilde de volgende dag naar de “kuikenhof”, zo vertelde hij. Ik snapte wel dat zijn “ui” een “eu” van Keukenhof moest zijn. Hij vroeg aan mij de mooiste route, ik denk dat hij via de Afsluitdijk naar de tulpen gereden is.

De krant lag nog opengeslagen op de tafel, ik was gebleven bij het lezen over de collegevorming. De laatste zin was; de andere partijen, dus die niet in het college zitten, de partijen die dan gedoemd zijn tot de oppositie, zij konden nog onderwerpen aanleveren. Ja natuurlijk, natuurlijk! Als je dan bent gekozen als partij en je hebt een college gevormd en je gaat vier jaar regeren dan betekent dat niet dat de andere partijen die in de zogenaamde oppositie zitten niks te melden hebben. Kom op zeg, bij elke vergadering, bij elk voorstel en bij elke begrotingsvergadering mag iedereen roepen wat hij wil. OkƩ, de coalitiepartijen nemen het voortouw, hebben uitgestippeld wat zij de komende vier jaar willen doen. Maar beste statenleden, van coalitie of oppositie, je mag altijd, jouw onderwerp op de agenda zetten.

De Zweed liep het havenkantoor uit, hij zei; welterusten. ’s Middags om half zes wenst een wildvreemde Zweed mij welterusten! Hij bedoelde het goed, maar snapte het gebruik van de taal niet helemaal.


Beste politicus, waar en op welke zetel dan ook, weet dat je altijd, maar dan ook altijd jouw onderwerp op de agenda moet zetten. Je hebt de grootst mogelijke intenties en je brabbelt en babbelt alsof je zetel er van afhangt, maar snap alsjeblieft dat oppositie en coalitie slechts een vorm zijn. Ga voor je idealen, dat verwachten wij namelijk. Welterusten en dankjewel.

maandag 6 april 2015

Gebekt.


Wat kun je veel wijsheid halen uit gezegden. Ik hoorde in de afgelopen dagen heel wat vogels zingen. En het bevestigt het aloude gezegde; ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Je laat dus het geluid horen wat bij jou hoort. Of beter gezegd; op jouw eigen wijze. Zo ben je gebekt.

Ik hoop dat we verder kunnen zien, voorbij aan gedrag en uitlatingen. Ik hoorde heel veel meningen en verhalen. Iedereen doet dat op zijn eigen wijze. Nu in de lente horen we ook veel vogels hun eigen liedje zingen en lang niet elk gezang is mooi en melodieus. Het is zelfs een heel klein vogeltje, het winterkoninkje, dat het mooiste geluid uit zijn kleine strotje laat horen.

In de mensenwereld zijn het vaak de grote roepers die aandacht krijgen. Laten we bedenken dat iedereen praat zoals hij gebekt is. In onze samenleving gaat het vooral om je stem te laten horen, een mening te moeten hebben. Even verder kijken dan het gebekt zijn is tegenwoordig lastig. De oneliners vliegen om je oren en bedenk dan nog maar eens wat er achter het gebekte mens zit. Laten we luisteren naar elkaar. Honderd mensen zijn honderd meningen en honderd mensen zijn alle honderd anders gebekt.

Bij vogels is dat geen probleem, het kwettert dat het een lieve lust is. Ik bedoel niet dat wij in de maat moet kwebbelen. Maar we zijn wel allemaal anders gebekt.

Hotske