maandag 30 mei 2016

Op het leven.


Ze wachtte op de dood. Niet op die van haar zelf, maar op de dood van haar klanten. Natuurlijk zijn haar klanten mensen en zo bekijkt zij hen ook. Ze is begrafenisondernemer. En net als iedere ondernemer heeft ook zij een eigen klantenkring. Oprecht zei zij; ik heb het beloofd dat ik er voor hen ben. Een prachtige lieve vrouw met een beroep vol liefdevolle zorg voor de ander.

Ze waren een weekendje weg met de camper en de vraag was; als ik onverwacht weg moet, als er iemand dood gaat, kan de slagboom dan open? Er lag niemand op sterven, dat was de kansberekening die de onderneemster maakte. Maar ja, de dood komt als een dief in de nacht.

Een dief in de nacht, daar zitten we niet op te wachten. Op de dood ook niet. Zij wel, ze verwachtte op elk moment de dood. Een bijzonder beroep, dat je zoveel met de dood bezig bent. Ik vind het in deze column al veel, liever stellen we het een flinke tijd uit. We zijn druk met het leven. Maar de momenten van geboorte en van sterven zijn waarschijnlijk de grootste stappen in ons leven, daartussen in zit het leven, oftewel dit leven. Wat een uitdaging om dit leven groots te maken. Zolang je leeft kun je de kans benutten.

We durfden de uitdaging aan, we gingen ervan uit dat er niemand zou sterven die nacht. Dat voelde als de dood trotseren, we stellen hem nog even uit. Er ging niemand dood, het stel had een fijn weekend. Ze genoten van het goede leven

maandag 23 mei 2016

Mei,


Dat je een openingszin kunt maken, die iedereen kent. Die na meer dan honderd jaar nog steeds prachtig is en waar een grote kracht in meegegeven is. Eén zin die het hele gedicht van meer dan vierduizend regels omarmt. Heel even stond ik naast de schrijver. Zocht ik naar woorden voor de sfeer van de avond. Het water stroomt tussen de kades en aan weerszijden zijn straten. De linden als stille getuigen, tonen de prachtige frisse kleur van deze lente. Huizen staan van oudsher aan de gracht. De schemer valt als voorbode van de nacht.

Op de brug bij het gemeentehuis staat de tijd even stil, gierzwaluwen vliegen af en aan. Ooit was zo’n stille zomeravond inspiratie voor Herman Gorter. Hij schreef maandenlang aan zijn Mei. Dé Mei, het meisje Mei. Waarin hij het leven van het meisje beschrijft, als het leven zelf. In Mei zit zoveel poëzie, zoveel zintuiglijke beschrijving, maar ook zoveel diepgang. Het vergt een hele studie om de Mei uit 1899 te kunnen vatten.

En wij kennen alleen de eerste zin; een nieuwe lente en een nieuw geluid. Vorig jaar kwam ik hem zo maar tegen. Ik fietste op de Zeeweg naar Bergen aan Zee en daar stond hij. Het leek alsof hij op mij wachtte. Samen lazen we de woorden die op zijn sokkel stonden; de dagen zijn lichtreuzen, daar wandel ik, laag tusschen.

Ik fietste naar Zee en daar wandelde ik verder. 

maandag 16 mei 2016

Kunst.


Er was een kunstmarkt in het dorp. Ik zag kunst in veel soorten. Het was echt ontzettend mooi en ook inspirerend. Kunst, wat dan ook, is verbonden met passie. Met het overbrengen van een gevoel via het schilderij naar de ander. De toeschouwer wordt geraakt door de emotie en de passie die de kunstenaar in het kunstwerk verwerkt. Zo werkt het.

Het was een koude dag, met wisselvallig weer. Zon en regen waren beide aanwezig. Samen vormen zij ook kunst. Als regendruppels worden beschenen door de zon, zie je kunst uit de natuur. Zeven prachtige kleuren zijn beschikbaar. En op de plek waar het licht van de zon de waterdruppels breekt daar ontstaat een kunstwerk. Ik keek naar de boog. Druppels vielen op de grond, gekleurde druppels. Als toeschouwer was ik geraakt door de kunst. De kunstenaar heeft al zijn passie in het kunstwerk verweven. Zo mooi dat er ook mensen zijn die durven te creëren, creaties durven te maken. Afgeleid van de grote kunst die natuur heet. De kunst van het raken van de toeschouwer. De Grote Kunstenaar is daar prima in geslaagd. We zijn allemaal nog steeds bij elke regenboog verwonderd door de prachtige kunst in de natuur. We hoeven het niet te evenaren. Maar als een kunstenaar gevoel kan overbrengen, kan laten verwonderen, ja dan maken we de wereld wel een beetje mooier.

Het is niet voor niets dat kunst en kunstenaars een aanvulling zijn in het dagelijkse leven. Kunst spreekt namelijk meer dan logica, tot het hart. En die taal spreken we te weinig. Kunst is een mooie vertaler. Je voelt het als je naar een kunstwerk kijkt, naar een mooi schilderij, of naar de regenboog.


maandag 9 mei 2016

Prachtig meisje.


Je hebt jongen-meisjes, jongensachtige meisjes en meisje-meisjes. Van die schattige, om te zoenen meisjes. Met prachtige prinsessenjurkjes, een maillot erbij en lange paardenstaarten. Ik zag een meisje-meisje, maar ze wist nog niet zeker of ze dat wilde zijn. Haar roze jurkje was prachtig. Roze is van meisje-meisjes. De gympen er onder zagen er absurd stoer uit. Haar donkerblauwe jas was nog van de winterperiode. Maar plezier had ze sowieso. Ze klom over de basaltblokken op de grens van water en land. De dikke zolen van haar gympen gaven haar grip, haar winterjasje hield haar warm en haar jurkje bezorgde haar het plezier van het meisje-meisje zijn.


Wat een mooie combinatie van menszijn. Ze hield geen rekening met de etiquette, ze hield zich bij lange na niet aan wat alom geaccepteerd wordt. En van ongeschreven regels had ze nog nooit gehoord. Het meisje was nog puur. Luisterde vooral naar zichzelf en deed waar ze zin in had. En op de zonnige dag had ze zin om eindelijk een zomers roze jurkje aan te doen, maar ze wilde ook graag klauteren. Eigenlijk zou het leven altijd zo moeten blijven, niet hoeven kiezen wat het beste is. Wat volgens de regels hoort, of voldoen aan verwachtingen van je omgeving. En dan heb ik het hier alleen nog maar over een klein meisje met stoere gympen. Het leven zou een stuk simpeler zijn, als we de ander in zijn eigen waarde zouden laten. Moet je eens kijken hoeveel eigenwaarde je dan aan iemand geeft. Dat is waardevol; om eigenwaarde te hebben. 

maandag 2 mei 2016

Ken uzelve.


Hij vond zichzelf een laatbloeier, pas op zijn dertigste had hij ontdekt hoe heerlijk het is om te zeilen. Nu geniet hij van de wind in de zeilen, vraagt zich af welke koers het beste is. Zeilt aan de wind en weet dat je koers moet houden anders gaat de vaart er uit. Hij houdt van het geluid van de golven tegen de boot. Het spel met de elementen, wind en water. Hij wist niet dat hij zeilen zo mooi zou gaan vinden. En dat verbaast hem nog het meeste, hoe kan het dat je van iets gaat houden, terwijl je dat nooit van jezelf had gedacht. Hij vraagt het zich letterlijk af; ken ik mezelf dan niet beter?

Je moet natuurlijk wel tegen zo’n zeilboot aanlopen. Kom je die niet tegen op je vaarweg, dan weet je ook niet wat het is. Maar je kunt ook verder kijken dan je vaste gedoetje, wellicht laat je onontdekte hobby’s liggen, of erger nog; talenten, of nog erger; dingen waar je gelukkig van wordt. De ouwe Griekse filosofen waren zo gek nog niet. Boven de tempel van Apollo stond het Gnoti Seauton, oftewel: Ken uzelve. Socrates beweerde dat ware kennis begint bij zelfonderzoek. De heren filosofen vonden in die tijd, dat een niet onderzocht leven het niet waard is om geleefd te worden. Dat bedachten ze dus vroeger allemaal in Athene! Drie, vier eeuwen voor Christus. Voor nu geldt;

Het is nooit te laat om zeiler te worden.