maandag 22 december 2014

Een beetje stilte.


Alweer is er bijna een jaar als een schaduw voorbij gevlogen. Ik vond dat vroeger rare zinnen, “uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen”. Een dag vond ik dan nog het gemakkelijkste om over na te denken. Als op het einde van de dag de zon onder gaat zijn de schaduwen ook weg en de dag dus ook. Zoiets bedacht ik dan.

Het jaar is inderdaad in een flits voorbij, één keer knipperen met je ogen en het is alweer Kerst. Weer bedenken of het kalkoen of rollade wordt, waar we eten en met wie. Ik ben alweer te laat met kerstkaarten versturen en ik wil ook nog alles lezen wat er te wachten ligt aan boeken en vooral aan leuke en interessante bijlagen in de kranten. Gelukkig staat de kerstboom al, maar kerststukjes maken is te laat en ik moet nog kaarsen kopen.

Eigenlijk moeten we in deze donkere dagen veel te veel. Ergens klopt hier iets niet. In dagen waar de nacht het langst is en de dagen kort daar zouden wij een beetje moeten mijmeren over alles wat is geweest en wat denken over wat gaat komen. En vooral even stil zijn. Vroeger was het stiller om ons heen, niet voortdurend geluid, niet constant berichten vanuit de hele wereld. Niet steeds appjes van iedereen, die je toch elke dag ziet.

We moeten in deze tijden ons best doen om even stil te zijn. Afgelopen week was ik op het strand. Het lawaai was enorm, de zee bulderde en gooide de golven op het strand. De wind gierde om ons heen. Het duurde een hele tijd voordat het in mijn hoofd ook stil werd. Gedachten aan wat ik had afgerond, wat er nog moest gebeuren, en dat ik geen zin had in kerstkaarten versturen. Ook al zijn er veel lieve mensen die ik van harte fijne feestdagen toe wens. Dagen met gezellige drukte maar ook een beetje stilte.

Het is echt wel een mooie wens; “prettige kerstdagen en een gelukkig nieuw jaar”. Maar dit kan toch ook: “Fijne dagen en een beetje stilte”.


Hotske.

zondag 14 december 2014

Kerstversiering.


Als je in december een tuincentrum binnenloopt, dan is het werkelijk prachtig om te zien wat er allemaal uitgestald staat en te koop is. Kerstbomen zijn versierd en op kleur bij elkaar gezet. In het sfeervolle tuincentrum stond ik in het roze gedeelte, de rode en zilveren afdeling had ik al gezien. Het parelmoer en het roze was er in alle tinten. In ballen, kaarsen en slingers. Het zag er prachtig uit.

De moeder en het meisje waren op de koude winterdag ook naar het tuincentrum gekomen, op zoek naar mooie kerstspulletjes. Het meisje was een jaar of vijf denk ik. Ze had een mooi winterjasje aan en prachtige blonde lokken om haar lieve gezichtje. Ze vond al dat roze prachtig. “Mama mogen we deze? “, riep ze. Ik keek om, haar enthousiasme klonk aanstekelijk. In haar handen hield ze een hele grote roze kerstbal. Haar ogen straalden.

Het mocht niet van de moeder, de bal was te groot en te duur. En hoogstwaarschijnlijk paste het roze niet bij de rest van de kerstversiering.

Maar, dozen met kerstspullen die één keer per jaar van zolder worden gehaald, zitten vol met herinneringen. Ik heb een heel klein sneeuwpopje van stof, het is al vijfendertig jaar oud, denk ik. En een kaars in de vorm van een kerstboompje, die branden we niet op, omdat de gedachten er om heen te dierbaar zijn. Een klein stalletje, twee zingende engeltjes en heel veel kerstballen. Ik kreeg afgelopen week een mooie kerstbal van glas, waar ik heel blij mee ben. En zo heeft alles zijn eigen verhaal. Een eigen herinnering.

Het meisje is haar roze kerstbal allang vergeten, maar het had een mooie herinnering kunnen worden. Een grote glanzende roze kerstbal die voor dit ene jaar niet past in de kerstboom maar wel voor jaren een mooie herinnering zou zijn geworden.



Hotske Batteram.

maandag 8 december 2014

December.


Het is een bijzondere maand. Tussen de andere elf maanden is dit één met een afwijkend karakter. Waar de andere maanden alledaags zijn en de dagen aan elkaar rijgen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, daar is december speciaal.

Dit jaar kreeg de oude goedheiligman nogal wat aandacht. Dat voelde bijna als een inhouden tot dat de kerstballen en de kerstster eindelijk uit de doos mochten. Een enkel kerstliedje op de radio klonk bijna vals. De enkele kerstbal in een etalage kon maar net. Maar nu 5 december is geweest, mag al het licht van Kerst stralen.

Ik hoop werkelijk dat jij net zo van deze maand houdt dan dat ik dat doe. Het sprankelt van alle lichtjes. Het borrelt zelfs van de energie. En alle mooie kerstballen glinsteren in het licht. Maar als deze dagen je zwaar vallen, dan is het echt zwaar. Als iemand niet meer bij je is. Dan is de leegte in de decembermaand erg groot. Als je dan nog kunt denken aan de mooie herinneringen van warme decemberavonden dan is dat al mooi.

In december doen we met zijn allen erg ons best om het donker ver weg te houden, we steken heel veel kaarsjes aan. Alle kaarsjes symboliseren het licht. Vroeger op de zondagsschool hoorde ik al dat je je lichtje mag laten schijnen. Als alle kaarsjes nu ook mensenharten zijn, dan schijnt er veel licht in de wereld.

Hotske Batteram.




maandag 1 december 2014

Schrijf alsjeblieft.


In Finland krijgen kinderen geen schrijfles meer en op iPad-scholen mogen ouders een keuze maken uit typeles of schrijfles. Vaak wordt er dan nog beperkt met blokletters geschreven, maar dat is alles. De vooruitgang naar toetsenborden in het digitale tijdperk is enorm. En dat is prima.

Maar schrijf toch ook alsjeblieft. Ik houd van schrijven. Je moet toch schrijven? De kleine briefjes voor de andere gezinsleden, om te laten weten waar je bent. Met de tekst; “ben even naar Balk, om vijf uur terug”, breng ik hen op de hoogte. Dan zijn er nog de kaartjes die je verstuurd met trouwen en geboorte waar een hartelijke wens op komt te staan. Geschreven met veel aandacht. En ook de kaarten met steun en medeleven, daar past toch geen smsje of een getypt bericht? Daar moet je toch laten merken dat jouw hart spreekt. En dan de woorden op het kaartje bij een boeket. Met zorg heb je bloemen uitgezocht, de markt heeft ons al voorgedrukte kaartjes bezorgd, en daar schrijf je je naam en een korte wens op. Dat moet geschreven worden. Daar kan geen appje of mailtje tegenop.

Het allerbelangrijkste zijn de dagboeken. Als basisschoolkind wil je misschien niet leren schrijven, maar als puber heb je zoveel te schrijven. Schrijf alsjeblieft, er zit zoveel in je hart wat ontdekt moet worden. Schrijven is dan een prachtige manier. Je hart laten spreken via de pen, werkt als een rivier die de weg naar de zee vindt.

Dus schrijf alsjeblieft. Mevrouw Greetje Arends, is schrijfpedagoge. Zij vertelt ons dat schrijven belangrijk is. De beweging die je maakt met schrijven is goed voor de ontwikkeling van de hersenen. En dan vooral het gedeelte dat de emotie bevordert.

Ja, dat snappen wij wel. Als je het hart wilt laten spreken, schrijf je een kaartje. Geschreven woorden zitten vol met emotie, dus schrijf alsjeblieft.


Hotske Batteram

maandag 24 november 2014

In verbinding met iedereen?


Ik zag haar zitten in de winkelstraat, ze viel op. Een mooie vrouw, krachtig ook. Haar grijze haar viel op de kraag van haar winterjas. Ze had iets vriendelijks. En als ze mij had gezien, had ik vast en zeker gedag gezegd of in ieder geval geknikt. Maar ze zag me niet.

De vrouw zag helemaal niks, alleen het beeldscherm. Ze zat op een bankje, de laptop op haar schoot. Ze had kunnen kijken naar het standbeeld van de beroemde dichter die ooit in ons dorp woonde. Ze had de voorbij lopende mensen kunnen zien, die hun dagelijkse boodschappen bij de slager en de drogist haalden. Ze had kunnen genieten van het licht vriezende winterweer. Ze had kunnen genieten van de mooie namiddag waarop het heerlijk was om nog even buiten te zijn. Ze had mij kunnen zien. Dan had ze, ik weet het zeker, een glimlach van mij gekregen.

Ze zat op een bankje en keek naar haar beeldscherm. In verbinding met de hele wereld. Maar geen contact met de wereld om haar heen. Mensen gingen winkels in en uit. Iemand zei; “het wordt frisser”. We waren met elkaar mensen, we merkten elkaar op. Zij maakte geen deel uit van ons, daar in de winkelstraat. Ze miste alle vriendelijke gezichten, ze miste een leuke toevallige ontmoeting en ze miste het genieten van de prachtige wintermiddag. Of ik moet het mis hebben.


Hotske Batteram.

maandag 17 november 2014

Tolerantie.


Daar dacht ik deze week aan. Aan tolerantie. Of eigenlijk meer van; waar is dé tolerantie gebleven? Ik dacht er heel vaak aan. Maar wat is het nou precies? Google vertelde me dat de Dikke van Dalen zegt dat het verdraagzaamheid is. Verder vond ik als omschrijving; de bereidheid om andere mensen afwijkend te laten denken. En ook; het vermogen om iets te verdragen.

En ergens tussen alle omschrijvingen van “tolerantie” stond het woord “speling”. Het is het smalle speelveld waarin wij ons begeven. Daar waar je mag vasthouden aan je eigen overtuiging, maar waar nog een klein beetje ruimte over is, voor iets wat jij niet bent of wat jij niet kent of wat jij niet vindt! Daar in dat stukje tussenruimte dat speelveld, daar heb jij de ruimte om iets anders aan te horen. En er naar te luisteren. In ieder geval is daar ruimte voor iemand die anders denkt. Dat is tolerantie. Laten we het speelveld tussen de verschillen gebruiken om daar tolerant te zijn.

Het is niet te geloven, maar terwijl ik dit schrijf hoor ik een radio, zachtjes klinkt er een liedje. Ik moet me even op de tekst concentreren, het deuntje vindt zijn weg en de woorden worden krachtiger. Als harten een sprongetje kunnen maken, dan doet mijn hart dat nu. De tekst luidt; iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. Een liedje van Thé Lau. En zo is het.

Hotske Batteram.


zondag 9 november 2014

50 x Hotske de bundel



Deze bundel bevat 50 columns, een aantal nieuwe maar de meeste zijn in de afgelopen vier jaar geschreven. Met veel plezier schrijf ik over dingen die mij raken en die ik opmerk, vaak probeer ik er een diepere gedachte in te verweven. Mijn doel is, om met de wekelijkse column een glimlach te toveren op het gezicht van de lezer. De bundel is te koop voor € 7,50 
Ziet er mooi uit, toch?

Een gloednieuwe dag


Hoi, hoe is het? Ja goed, met jou ook? Korter kan bijna niet. Beleefd is het wel, ten minste dat vinden we. Maar je zou je de rambam schrikken, als het antwoord zou zijn; nou vandaag gaat het eigenlijk helemaal niet. Ik heb pijn in mijn kop, ben de huissleutels al twee dagen kwijt, er zit een virus in mijn computer en de antidepressiva die ik slik helpen voor geen meter. Ja, daar sta je dan met je beleefde vraag.

We blijven dus vooral zeggen; ja goed! Terwijl het echt niet altijd goed is. Al die lieve moeders, die hun vrolijke kinderen voor en achter op de fiets rond sjezen, zitten echt niet allemaal lekker in hun vel. Gebroken nachten, hormoonschommelingen, vermoeidheid en teleurstelling zijn maar een paar oorzaken. Dit geldt waarschijnlijk ook voor vaders, maar dan anders, denk ik.

Ik weet niet om hoeveel mensen het gaat. Maar zo nu en dan zit er een dag tussen, of dagen kan ook hoor, waarop je er even helemaal geen zin in hebt. Nou en dat kan, er is werkelijk niemand, maar dan ook helemaal niemand, bij wie het altijd alle dagen goed gaat!

Maar wees wakker op de gloednieuwe dag. Elke gloednieuwe ochtend biedt jou een gloednieuwe kans. Pluk die gloednieuwe dag. Zoals de zon met zijn oranje gloed een nieuwe dag aankondigt. Gloednieuw, het woord sprankelt van nieuwigheid en van kracht die voor de nieuwe dag bedoeld is. Pluk de gloednieuwe dag, hij is helemaal voor jou, gloednieuw!

Hotkse Batteram.



maandag 3 november 2014

Een oude liefdesbrief.


Mijn geliefde en teer beminde minnaresse, zo begint hij zijn brief. Hij schrijft naar zijn vriendin of eigenlijk zijn verloofde. Hij vond het “wigtig te lesen dat het met haar gesondheid goed ging”. Er is dus een briefwisseling. Hij vertelt verder “ik leg in kamp Balouije”, het tegenwoordige Boulogne. En hij wenst vurig dat hun kamp richting Soes gaat dat is vlakbij Uitert, dat klinkt als Soest en Utrecht. Hij hoopt dat, zodat hij dan ”uren nader bij u, mijn geliefde” zou zijn. Het gaat om een liefdesbrief van een Friese militair. Hij schrijft aan zijn Sjoukje Hendriks uit Eestrum. Het is 29 augustus in het jaar 1811.

De brief ligt in het archief bij Tresoar. Daar ligt alles aan geschiedenis van Fryslan. Tresoar heeft een prijs gewonnen, de hoofdprijs zelfs, met de landelijke verkiezing van het archiefstuk van het jaar. Prachtig natuurlijk en nu kan iedereen de liefdesbrief lezen. Zou Romke Eelkes Zandstra ook zo openhartig geweest zijn als hij wist dat wij nu meelezen in zijn liefdesleven? Dat hij verlangt naar de “saterdag- en sondagavond”, mijn geliefde minnaresse?

Geachte heer Zandstra, het is meer dan twee eeuwen geleden dat u een brief schreef aan uw geliefde Sjoukje. Wij hebben u niet kunnen vragen of wij uw liefdesbrief mogen lezen. In 2014 zijn wij gewend aan het feit, dat nieuws op internet staat en dan is het voor iedereen te lezen. Wij hebben uw gevoelens, die u zo prachtig voor uw verloofde omschrijft, met respect gelezen. Het spijt ons zeer dat u uw geliefde nooit meer heeft gezien. En dat u in de strijd in Polen het leven liet. Wij danken u voor de prachtige brief die historisch een bijzondere waarde heeft en ons vertelt dat liefde een emotie is van alle tijden.

Hij eindigde zijn brief met “uw minnaar R.E. Zandstra”. Niet met; “kusjes”, of “jouw Romke” of een X.


Hotske Batteram

maandag 27 oktober 2014

De Twaalfde stad.


Toeristen heb je in soorten en maten, en de vakantiegangers van dienst zijn is een boeiende baan. Afgelopen week kwam er zomaar weer een “onderwerp” het kantoor binnen wandelen. Niet zo zeer de man als wel zijn gesprekje, was bijzonder. Hij reed met zijn camper langs de Twaalf-steden. Hij was erg enthousiast over de plaatsen en over het prachtige Friese land. Hij genoot met zijn vrouw van het herfstweer. Dat betekende dat de wind hard aan hun camper trok en dat de regen het niet gezellig maakte om toch de wandeling naar Balk te maken.

Ik wilde zijn enthousiasme niet temperen. Trots ben ik op us Fryslân en erg blij dat toeristen dat ook zien en ervaren. En dat ze er ook nog oog voor hebben. Maar ik moest de man verbeteren en vertellen dat er maar elf steden zijn, in plaats van twaalf. Ik bedacht al een hele uitleg over stadsrechten van steden en dat kleine pittoreske stadjes klein zijn en er dorpen in onze provincie veel groter zijn qua inwonertal en grootte, maar nog altijd een dorp zijn.

Hij was me voor, hij zei; Balk is de twaalfde stad. Kijk dat is nog eens een promotiestunt. Ik wenste hem een fijne dag. En als ze dan weer thuis zijn, hun huis op wielen hebben verruild voor een vast huis, zouden ze dan nog denken aan de twaalfde stad? Ze willen in de zomer terug komen, om te kijken hoe het is als de zon schijnt in de twaalfde stad. Klinkt betoverend, bijna idyllisch, en dat is het ook.


Hotske Batteram.

maandag 20 oktober 2014

Wie ben ik.


Ik kwam in zo’n voorstelrondje terecht. Met een aantal mensen zaten we aan tafel, we kenden elkaar niet, dus volgt er dan een rondje waarbij iedereen vertelt wie hij is. Het ging in het overleg vooral om de inhoud en niet zo zeer om de personen, het voorstellen was dan ook snel klaar met het vertellen van de naam, de woonplaats en het werk. Maar het zette me wel aan het denken, want wat vertel je dan precies.

Mijn naam zegt niks over mij, hij vertelt alleen hoe ik heet. De woonplaats meldt de plaats waar ik woon. Mijn werk omschrijft mijn dagelijkse werkzaamheden. Als je vertelt dat je getrouwd bent en moeder van twee kinderen, is dat je burgerlijke staat en het feit dat er twee kinderen zijn, wiens moeder je bent. Stel dat je zou vertellen wat je hobby’s zijn, dan is dat alleen een omschrijving van de liefhebberijen die je hebt. Of als ik zou vertellen dat mijn ouders nog leven, dan betekent dat, dat ik iemands kind ben. Als ik meld wat mijn ideeën zijn, dan is dat alleen de uitkomst van dingen die ik heb bedacht. Maar wie ben ik dan?

Alle informatie vertelt iets over jou. Het zijn omschrijvingen. Ze zeggen iets over de vorm. De gegevens formuleren jou, maar vertellen niet wie je bent. Als je al deze gegevens zou afpellen, als een ui, schilletje voor schilletje, kom je dan bij wie je bent? Bij een kern, een ikje van binnen? Ken u zelve, luidt een oude spreuk. Het is wel even zoeken, naar dat ikje, maar ergens binnenin huist de ik.


Hotske.

maandag 13 oktober 2014

Zon op je pad.


Hij zag het. Mijn ogen zochten waar hij naar keek. Als je iemand ziet kijken, ben je altijd geneigd om te zien waar die persoon dan naar kijkt. De man had een fototoestel in zijn hand, een groot professioneel apparaat. En ik zag waar hij naar keek. Hij wilde het beeld vangen. Het was werkelijk een prachtig beeld.

Het pad strekte zich uit, bomen stonden aan beide zijden, met bladeren die allang niet meer groen zijn. Tinten als bruin en geel en een beetje oranje waren het decor. En tussen de hoge bomen die een beetje ruimte gaven aan het daglicht, scheen de zon haar stralen naar de aarde. De bundels met licht straalden door de bovenste takken van de bomen. In de schaduw van de bomen schonk de zon haar kolommen met licht. De fotograaf zag het beeld en omdat hij het vastlegde, zag ik het ook.

Even verderop waren geen bomen meer, ook over het weide veld scheen de zon. Ik kon daar haar stralen niet zien. De bundels van zonlicht zijn alleen te zien als ze kunnen stralen ten opzichte van de schaduwen van de bomen. Het moet dus een beetje donker zijn wil je het licht kunnen zien. In mijn geval zag ik de bundels licht pas, nadat ik merkte dat de fotograaf ernaar keek. 

Velen zijn ons voor gegaan op donkere paden in een soms duistere wereld, maar altijd is er wel iemand die ons laat zien dat er licht is. De mooiste lichtval is die van het stralende zonlicht omhult door de schaduwen van bomen. Er is schaduw nodig om stralen van licht te kunnen zien.


Hotske.

maandag 6 oktober 2014

Vrij denken.

  
Ze zat aan tafel bij Matthijs, in het programma de wereld draait door. Jet Bussemaker, ze zat daar en het ging over robotisering, oftewel automatisering. Dat betekent dat menselijke arbeid door machines en robotten overgenomen wordt. Dat noemen wij vooruitgang en dat is het ook. Machines geven geld uit de muur. Robotten zetten, met hun op armen lijkende tentakels, onderdelen in een frame dat later een auto wordt. En dit zijn nog maar twee voorbeelden. Het punt in de discussie aan tafel is, dat er met de verdere automatisering veel banen verloren gaan, er komen wel nieuwe banen maar dat is nooit voldoende om iedereen aan het werk te houden.

Eigenlijk zou je nu eens achteruit moeten gaan leunen, en kijken wat gebeurt hier? Eentonig werk wordt door machines overgenomen, dat betekent simpelweg dat er tijd over is. En natuurlijk is het fijn dat er werk is voor iedereen, want daarmee verdien je je brood. En krijg je, als het ten minste goed is, voldoening en een zinvol bestaan. Maar als het ons gegeven is om minder te werken, dan moet je niet zoals nu, driftig naar nieuwe banen gaan zoeken. Je zou het profijt van meer vrije tijd kunnen gebruiken. We hebben dus tijd over. Je zou bijvoorbeeld de dertigers een sabbatical van een jaar of vier kunnen geven. Dan kan men hele andere dingen doen, een eigen huis bouwen, een grote reis maken, kinderen op de wereld zetten of nadenken over wat men wil gaan doen.

Als er verandering komt in werk, dan moet je ook iets veranderen voor diegenen die werken. Arbeidstijdverkorting, 36-urige werkweek, vervroegd pensioen zijn kleine stappen. Een sabbatical voor dertigers zou het onderzoeken waard zijn. Beste minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, buiten de gebaande paden denken is ook een kwaliteit van de mens, daar kan geen robot tegenop.

Hotske.

maandag 29 september 2014

De mooie vrouw.


Ze kwam naar me toe lopen, met haar hand uitgestoken. Al heel lang komen ze elke zomer een paar nachtjes bij ons. Ze zijn boven de tachtig, het lijkt oneerbiedig om naar hun leeftijd te vragen. Nog steeds varen ze in hun kleine kajuitzeilboot, ze zeilen ook nog, als het waait ten minste. De man had naar de kinderen ge-sms’t, “zon, geen wind”. Hun gezondheid is prima en ze genieten van het goede leven. Ik ken hen niet goed genoeg om te weten of zij donkere dagen in hun leven hebben gehad, maar dat zal vast en zeker. Maar nu in deze dagen, leven zij hun leven op dezelfde relaxte manier als de nazomerdagen in deze septembermaand.

Zij komt naar me toe lopen. Haar lieve gezicht straalt, de lijnen zijn zacht geworden. In haar ogen zie je de kracht van het leven. Je zou haar kunnen omschrijven met charisma, maar dat is niet het goede woord, het is gewoon liefde die om haar heen hangt. Of wijsheid, dat is het! De wijsheid, die spreekwoordelijk, met de jaren komt. Ik weet niet hoe ze er aan gekomen is en of ze veel in het leven moest leren. Ze ziet er niet getekend uit, ze heeft geen last van de diepe dalen gehad, of ze heeft ze goed doorlopen en is er wijs uit geklommen. Dat weet ik allemaal niet, dat doet er ook niet toe.

Ze straalt, ze is liefde, ze draagt de wijsheid van het leven om haar heen. God heeft haar engelenhaar gegeven, van dat zachte, glanzende licht-golvende witte engelenhaar. Zodat wij haar gemakkelijk kunnen herkennen. Dag mooie lieve vrouw.


Hotske.

maandag 22 september 2014

Over hoedjes, oppositie en coalitie.


Elk jaar met Prinsjesdag vraag ik me af wat de meeste aandacht krijgt, alle hoedjes of de boodschap van de Koning. Ik kan me zo goed voorstellen dat je verslaggever bent en je eigenlijk het nieuws moet vertellen, maar als je dan de hoedenparade ziet, wil je daar ook iets van zeggen. Natuurlijk hoort het erbij, de sjeu van de hoeden en hoedjes.

Wat er ook bij schijnt te horen, zijn de commentaren van de oppositieleiders. De woorden van de Koning hangen nog in de lucht, als de camera’s al inzoomen op de heren oppositie. Maar beste oppositieleiders, let dan op je woorden, zeg eens iets positiefs. Altijd dat polariserende, altijd een weerwoord dat politiek correct is voor je achterban, dat zou je nu eens niet moeten doen. Ga gewoon samen aan de slag.

En wees maar niet bang dat Rutte je vergeet, die weet donders goed dat hij brede steun nodig heeft voor belangrijke zaken. In de algemene beschouwingen nodigt hij een ieder zelfs uit om mee te doen, hij gebruikt daar wel het woord “constructief” bij, als je op die manier wilt mee doen en denken, ben je welkom.
Samenwerken in de politiek, zo zou het moeten zijn, want beste politicus, je weet niet half hoe groot jouw voorbeeldfunctie is! Zo binnen zo buiten!

In tweehonderd jaar Prinsjesdag toch de tradities en gewoonten bekijken? Dan mogen de oppositie en coalitie wel geschrapt worden. Politieke spelletjes ook. Oneliners om in de publiciteit te komen ook. Wat dan nog overblijft? Honderdvijftig politici, die samen het land besturen, luisterend naar de stem van de mensen.

Mogen de hoedjes nog wel even blijven.


Hotske Batteram

maandag 15 september 2014

Sterrennacht.


Wij hebben hier geen lichtvervuiling. Geen last van de overdadige verlichting die ’s nachts overal in de wereld brandt. Het is nog echt donker. We kunnen dus ook de sterren zien. En onder die sterrenpracht voel je je klein en rijk tegelijk. Ten minste ik wel.

Al eeuwenlang kijken mensen naar de sterren. Ik vind het echt onvoorstelbaar dat mensen vroeger de hemel bestudeerden, of eigenlijk hielden zij bij, hoe de stand van de sterren was. Op een gegeven moment bleek uit alle waarnemingen dat de sterren op een bepaalde tijd in het jaar hetzelfde staan. Het is toch ongelooflijk dat men daar sterrenbeelden bij bedacht en ook dat men ontdekte dat de stand van de sterren invloed heeft op het leven op aarde.

Men had natuurlijk geen televisie, waar je als het donker wordt naar kunt kijken, men keek dus naar de hemel. En als de avond valt en de sterren weer in beeld komen, dan voel je je klein mensje in een enorm heelal. Klein, omdat het heelal zo groots is. Maar ook rijk en dankbaar, omdat ons de pracht van het grote heelal is gegeven. Het doet ons beseffen dat wij ons leven hier op de planeet aarde kunnen en mogen leven.

Bij onze achterdeur keek ik naar de hemel, even zoog ik de rust op en voelde ik me deel van het immense universum. Eén avond, één kwartiertje niet naar het kastje kijken. En als jouw achterdeur in de stad is, waar het niet meer donker wordt, kom dan maar bij mij. Kijken we samen naar de sterrennacht.


Hotske.

maandag 8 september 2014

Verloren.


Vier jongens, ze stappen op hun fiets. Nonchalant hangen de zware zwarte sporttassen over hun schouders. Armen en benen iets te lang, hun puberlichaam heeft nog niet de juiste afmeting gevonden. Frisse, aardige jongens, leuke koppies ook. Ik hoor flarden van hun praat. Het is niet een echt gesprek. Ze praten een beetje bij elkaar langs, of eigenlijk maken ze om de beurt wat opmerkingen. Alsof ze elkaar moed willen inspreken en woorden zeggen om op die manier niet stil te hoeven zijn. Doorpraten betekent ook, niet te hoeven denken aan het verlies. Want ze hadden verloren. Hun gezichten staan vrij strak, haast neutraal. Verliezen is nooit leuk.

En toch verdient één van de jongens een standbeeld, hij meldde dat de tegenpartij dan wel de beste spelers had, maar zij hadden van alles wat. Hij vond dat dat beter was. Ik kon daaruit afleiden dat hij het belangrijk vond om een team te zijn. Zij hadden voetballers die konden verdedigen, maar ook die konden aanvallen, en jongens, die als het moest, even heel hard konden rennen. Jongens, die misschien wel samen vloekten als ze hadden verloren, maar ook samen na een verloren wedstrijd de moed er in hielden.

In een wereld van absurde aankoopbedragen voor topspelers zou zo’n jongen een stem moeten hebben. Laat hem vertellen dat voetbal een teamsport is. Want ook sterspelers, kunnen het niet alleen. Je hebt altijd verdedigers nodig, en voetballers die goede voorzetten geven en een keeper die kan keepen is ook handig.

De dorpsjongen, hij zegt het niet met zoveel woorden, maar hij weet dat voetbal een teamsport is. Eigenlijk zouden alle jongens de kans moeten hebben om in een teamsport mee te doen. Goed voor het zelfvertrouwen, en ook goed voor de deuken die het ego krijgt.

De dorpsjongen, niet de beste speler, wel een goed mens!


Hotske Batteram.

maandag 1 september 2014

Het prachtige kind.


Het was nog vroeg in de ochtend. De zon begroette ons op het moment dat de dag nog stil is, de wereld nog slaapt en de mensen nog moeten ontwaken. Het prachtige kind was al wakker, gewend aan het ritme van de zon. Het was een zonnekind, een kind van de natuur.

De vorige dag had ik haar voor het eerst ontmoet, met haar vader zocht ze een ligplaats voor hun boot. Het is echt een prachtig kind. Haar grote bruine ogen kijken open en onbevangen de wijde wereld in. Zoals alleen de ogen van een kind nog durven te kijken. Haar gezicht zo gaaf, een mooi meisje. Haar huid zo zacht en mooi van kleur, ik moest steeds naar haar kijken.

En in het vroege uur van de nieuwe dag kwam ze naar me toe. Ze vond altijd mooie stenen. Nu weer, hij paste precies in haar kleine handje, een steen met kleine lichtgroene glinsteringen er in. Ze mocht niet meer stenen mee nemen naar de boot, haar vader vond het wel genoeg. Ze zocht iemand aan wie ze de steen kon toevertrouwen. Bijna plechtig nam ik de steen van haar aan en bewonderde hem en haar natuurlijk ook. Het prachtige kind nog één met haar natuur.

De steen ligt op mijn bureau, als herinnering.

Hotske Batteram.


maandag 25 augustus 2014

Festina Lente.


Het hoogseizoen is dan wel voorbij, maar gevaren wordt er nog steeds. En is het jou wel eens opgevallen met wat voor namen die boten rondvaren. Vaak zit alleen daar al een heel verhaal achter. De meeste booteigenaren durven hun aangekochte boot niet van naam te veranderen, want het bijgeloof stelt dat dat ongeluk brengt. Bij de aankoop wil je niet denken aan schipbreuk of aan andere zaken die met wateroverlast te maken hebben. Veel bootnamen zijn afgeleid van persoonlijke namen. De Tjalriem, zorgt er nog steeds voor dat Tjalling en Riemke hun zomerse tochten kunnen maken. Ook de namen van de kinderen worden vaak gebruikt.  De “jonatan” kan zomaar zijn afgeleid van kinderen die Johannes, Natasja en Tanja heten.

Afgelopen zomer kwam ik de “Festina Lente” tegen, oftewel een boot met die naam. Dat betekent: haast u langzaam. Vooral in de vakantie is dat een mooie trigger om je uit de haastige wereld te halen. In de twee woorden “haast” en “langzaam” zit een tegenstelling. Tussen het langzaam en het haasten zou je de middenweg moeten kiezen en je dus uiteindelijk langzaam moeten gaan haasten. De filosofische betekenis stelt dat de mens groeit, waarbij de snelheid van handelen en het geduld, roekeloosheid en zelfbeheersing hand in hand gaan. Die oude wijzen waren zo gek nog niet. Snelheid van handelen en geduld is tegengesteld, en ook zelfbeheersing en roekeloosheid zijn tegenstellingen.

Het gaat er om het beste van beide te vinden. Je langzaam haasten is een manier van leven waarbij je de gulden middenweg moet zoeken tussen twee tegengestelden.

Als je een boot voorbij ziet varen met de naam “Festina Lente”, dan weet je nu in ieder geval wat dat betekent.

Hotske Batteram.


maandag 18 augustus 2014

Doe je mee?



Op facebook gaat een berichtje rond, of eigenlijk een oproep. Het is bestemd voor studenten. Het vraagt de jongeren, om aan het begin van het nieuwe schooljaar, anderen er bij te vragen. Het artikel stelt dat je ten slotte niet altijd weet waarom iemand niet de meest-populaire spijkerbroeken draagt. Niet de gangbare schooltas heeft of te verlegen is om uit zichzelf mee te doen.

Jaren geleden, was ik met mijn ouders en zusjes op vakantie. Op een avond werd er op het veld volleybal gespeeld. Ik was de oudste en samen met mijn jongere zus gingen we heel verlegen aan de zijkant staan. De kinderen die daar aan het sporten waren kenden we niet en waren echt veel ouder. Het klonk dan ook geweldig, toen zij vroegen; willen jullie mee doen. We stapten elk aan een kant van het net. Het voelde fantastisch, we hoorden erbij. We dronken nog wat met elkaar en hadden plezier. Hoe de kinderen heetten en of er gewonnen werd zou ik niet meer weten, maar dat wij er bij werden gevraagd heeft indruk gemaakt.

Beste studenten in welke klas of op welke school dan ook, als je vindt dat iedereen altijd mee mag doen, vraag het dan eens! Zeg gewoon; wil je mee doen? Eén zo’n opmerking kan het verschil maken, probeer het maar!

Geldt trouwens ook op andere plaatsen en ook voor volwassenen.


Hotske Batteram. 

maandag 11 augustus 2014

Zomer en winter.


We hebben een mooie zomer. Iedereen geniet van het prachtige weer. Ik ook, en toch denk ik even aan winterse taferelen. Op de fiets met een dikke winterjas, blij dat de handschoenen nog in mijn jaszak zitten. De koude wind waait mijn haren naar achteren, het verschil met zomerse dagen is erg groot.

We hadden een camperaar te gast, een aardige Italiaan. Hij reisde met zijn vrouw een jaar door Europa. Holland was zijn koudste land, daarom kwam hij in de zomer naar ons en daarna zocht hij de zon op in Frankrijk, Spanje en Portugal. Hij had gehoord dat je in de winter niet in Nederland moest zijn.

Maar eigenlijk zouden alle zomergasten ook de winter in Friesland moeten meemaken. Winters waarin je kunt schaatsen. Je verwondert over een laag ijs, die er voor zorgt dat je de bak water, die Slotermeer heet, kunt bedwingen. Gasten zouden terug moeten komen als er warme chocolademelk gedronken wordt en bomen wit zijn van de rijp. De mensen dikke winterjassen dragen. En de lage middagzon, de schaduwen van dorpen met hun kerktorens aftekent in een idyllisch winters landschap.

Nou zo vertelden wij dat ongeveer. De beelden die wij beschreven kende de Italiaan van de schilderijen van de oude meesters. Maar dat je tegenwoordig ook nog echt over het Slotermeer kon schaatsen, had hij niet verwacht. Hij bedacht dat hij dan in de winter terug kon komen. Al kan ik me niet voorstellen dat de man een winterjas heeft, schaatsen heeft hij al helemaal niet. Maar genieten van de winterzon met taferelen die schilders ooit vastlegden, kan altijd.


Hotske Batteram.

maandag 4 augustus 2014

Tips en goedbedoelde adviezen.


Zo midden in het zomerseizoen kan ik niet de volle aandacht bij elkaar schrapen om de dikke zaterdagkrant te lezen. Het blijft bij de zogenaamde koppen en een enkele alinea. De vaste columnisten hebben vakantie, dus dat scheelt. Maar dan in de achterste bijlage; twee pagina’s groot, staan daar schrijftips. Er wordt ergens een literair zomerschrijfkamp gehouden en ervaren schrijvers geven alvast tien tips.

Mijn honger om deze tips te lezen is moordend. Schrokkend naar slimme adviezen en gretig om de gouden tip te vinden, verslind ik de woorden. De eerste van de indrukwekkende rij tips zegt; begin met schrijven. Het is de meest simpele tip! Maar ook zo waar. Als je wilt schrijven, schrijf dan. Dit geldt trouwens voor alles, als je wilt zingen zing dan, wil je reizen; reis! Wil je ooit nog eens zwemmen met dolfijnen, organiseer dat dan! Dus als je een boek wilt schrijven, dan moet je gewoon beginnen met het eerste woord.

Ik lees verder, taxerend of een tip iets betekent voor mij en ik kom bij het laatste punt. Daar staat, het staat er echt, “durf op te geven”. Doormodderen en huilend in een hoekje zitten met een verfrommeld kladblok en een pen waar het topje is afgekauwd, is inderdaad niks. Maar je moet het toch proberen? Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd.

Tips en goedbedoelde adviezen zijn echt goed bedoeld. Maar je leert vooral door het zelf te doen. Dat is met alles zo, echt met alles. Peuters weten dat, daarom roepen zij ook de hele dag; kan ‘t zélf wel!


Hotske

maandag 28 juli 2014

Lichaam en geest.


Hij moest weer “aan de bak”, zei hij. Aan het werk, vroeg ik. Nee, hij bedoelde iets anders. De volgende dag had hij een toernooi en moest een enorme krachtinspanning leveren. Een lange tijd van training was vooraf gegaan. Ik wenste hem succes, en ik weet niet waarom, maar ik adviseerde hem om zijn geest er ook bij te betrekken. Ik leende de woorden van van Gaal, toen die zei dat de geest sterker bleek dan het lichaam. Het ging toen over Nigel de Jong die toch mee kon spelen in de volgende voetbalwedstrijd, terwijl hij behoorlijk geblesseerd was.

De jonge jongen die zijn sportprestatie nog moest leveren, keek mij een beetje verbaasd aan. Maar dat van Nigel de Jong wist hij ook en dat veel topsporters een mentale coach hebben was ook bij hem bekend.
Maar is dat dan altijd zo, vroeg hij zich hardop af, dat de geest sterker is dan het lichaam? Ik had diezelfde vraag ook al bedacht. Een lastig vraag. Ik dacht aan het lichaam, dat niet altijd doet wat we ervan verwachten en de invloed van de geest. Zeg maar voor het gemak; het denken. Ik weet wél dat als tien mensen tegen je zeggen dat je er slecht uit ziet, je jezelf gaat afvragen hoe het met je is gesteld. Ik ken ook de positieve verhalen van schaatsers die zich de overwinning kunnen vóór stellen en de opbouw van hun rit in de geest hebben uitgetekend.

Het zou zo maar kunnen dat we de kracht van onze gedachten en ons mentaal evenwicht, sterk onderschatten. Een sterke wil en een groot vertrouwen in eigen kunnen, is goed voor de grootste helft.

Om het gesprek met de jongen af te ronden zei ik dat ik in ieder geval dacht dat als je de geest mee had, je al op 51 % zit. Een beetje verbaasd hoorde ik hem zeggen, dat hij dacht dat het percentage hoger moest zijn. Ik wenste hem veel succes, hij zal vast goed gepresteerd hebben. Met lichaam én geest.


Hotske Batteram.

maandag 21 juli 2014

Op reis.


In de afgelopen week kwamen er wel onderwerpen voorbij. Er drijft dan iets boven, wat goed is voor de column. Het werd reizen, of op reis. Ik vind dat bijna magische woorden, op reis gaan. Je hebt je thuis, je eigen plek en dan trek je de wijde wereld in. Op zoek naar, ja, naar wat? Vrijheid, plezier, een nieuwe omgeving? Je neemt in ieder geval je ervaring weer mee naar huis.

“Op reis” vind ik mooie woorden, omdat ze ook staan voor je levensreis. Je leeft je eigen weg, gaat op zoek, naar, ja, naar wat? Naar je doel? Je waarden? Je dromen? Je bestemming? Ook zo’n mooi woord: bestemming. Daar waar je voor bestemd bent. En dat vind je op je reis. Ik vind het dan ook een mooie groet, om iemand een goede reis te wensen. Je leeft je leven en de ervaringen van je reis neem je mee in de dagen die komen.

Donderdag kregen de woorden “op reis” een hele andere lading. Mensen, gezinnen die zich hadden voorbereid op een mooie reis, kwamen niet op de bestemming. Het vliegtuig van vlucht MH 17 crashte. Familie, bekenden en vrienden hadden hen een goede reis toegewenst, het werd echter hun laatste reis.

Niemand weet hoe zijn reis zal verlopen. We weten zelfs niet hoe de dag zal gaan. Allemaal zijn we onderweg, op reis. Alle mensen die slachtoffer zijn geworden, hadden vast nog plannen, dromen of een zoektocht voor de boeg. Nog niet op hun bestemming. Zo abrupt een einde aan hun reis.

En wij? We gaan verder ieder op zijn eigen reis.


Hotske.

maandag 14 juli 2014

Zijn zorg.

Hij kwam afrekenen, ze hadden een dag of vijftien op onze camping gestaan. Ik vroeg of het naar de zin was geweest. Hij wist het niet. Hij wist niet of zij het naar de zin had gehad. Dat wist ze zelf waarschijnlijk ook niet. Een paar keer had ze gezegd dat ze het fijn vond om in de zon te zitten. Ook had ze een aantal dingen herkend, zoals het toiletgebouw en het pad van de parkeerplaats naar de camping. Dat betekende dat ze de weg van de auto naar de caravan kon vinden. Een beetje onzeker had ze aan hem gevraagd; zijn we hier al eens eerder geweest?

Als hij ging fietsen, vroeg ze waarom ze niet mee mocht. Natuurlijk mocht ze mee, maar twee minuten eerder wilde ze niet. Ze vroeg wat ze gingen eten, hij had haar al verteld dat hij sperziebonen en komkommer had gekocht.

Hij hoopte dat zij genoot. Maar als ze thuis waren was ze misschien de hele vakantie al weer vergeten. Hij vertelde dat het eenzaam was. Naast de zorg die er altijd was miste hij ook hun gesprekken. Eigenlijk bestond hun praat alleen maar uit vragen van haar kant. Hij beschouwde het als zijn plicht om voor haar te zorgen. Zou de verplichting uit liefde zijn of zou het zorg zijn omdat het ooit is beloofd. Lang geleden hadden ze elkaar beloofd om in goede en slechte tijden bij elkaar te blijven. Maar dan weet je nog niet wat de tijd voor je in petto heeft. Lange tijd moest er vriendschap en liefde zijn geweest, langzaam glipte het weg. Haar blik werd wazig.

Ik zag zijn verdriet maar ook zijn liefde. De liefde voor haar. En zij, als ze het nog weet, dan komt de liefde van beide kanten, het kan niet anders.


Hotske

maandag 7 juli 2014

Sint én Piet.


Alleen al bij het woord “Sinterklaas” komen er allerlei herinneringen boven. En wie Sinterklaas zegt, zegt ook Zwarte Piet. Als klein meisje zag ik hun rolverdeling niet zo precies, maar ik vond de Zwarte Piet een erg belangrijke man voor de oude Sint. Ik had zelfs de indruk dat de ouwe man die grote overzeese reis nooit zou kunnen maken als zijn trouwe vriend niet bij hem was.

Ik dacht echt dat Sinterklaas niet zonder Piet kon. Er ging immers altijd wel iets mis en in mijn beleving loste Piet dat steevast op. Hij was het ook, die het grote boek onder zijn hoede had. Hij hield de staf vast als Sinterklaas veilig in een versierde stoel zat. Hij zorgde dat er genoeg pepernoten waren en dat iedereen cadeautjes kreeg. Ik vond Piet een grote steun voor de oude grijsaard.

Het hele Sinterklaasverhaal is een onvoorstelbaar groot voorbeeld voor ons allemaal, omdat het laat zien dat wat wij vertellen, waarheid wordt voor onze kinderen.

Op een gegeven moment vertellen we de kinderen over onze Nederlandse traditie. Als zij dan groter worden vertellen we dat het Sinterklaasfeest is afgeleid van Nicolaas van Myra, die bisschop was van de plaats Myra. Hij stond bekend om zijn zorg voor kinderen. Hij stierf op 6 december 342. Veel later in 1850 maakte Jan Schenkman, hij was onderwijzer, een leesboekje over Sint-Nicolaas. In het verhaal verzon hij de intocht, de stoomboot en een helper, “Sinterklaas en zijn Knecht”. Omdat de knecht zwart is, zou je dit als een verwijzing naar de slavernij kunnen zien. Een zwarte man die slaaf is en waarbij de relatie tussen de blanke en de zwarte niet gelijkwaardig is. Maar onze Piet is uitgegroeid tot een prachtige Zwarte Piet. Zijn rol veranderde van knecht naar een gelijkwaardige partner.

Nu waarderen wij Zwarte Piet hetzelfde als Sinterklaas. Onze Zwarte Piet heeft geen ondergeschikte rol, en wordt zeker niet meer als Knecht gezien. Sint en Piet een prachtig paar. Een kinderverhaal voor jong en oud, waard om te vertellen en in ere te houden.

Hotske 

maandag 30 juni 2014

De tuin in.


Gisteren plukte ik van de nieuwe frambozenstruik de allereerste framboos. Het vruchtje werd bekeken, bewonderd ook. Met de grootst mogelijke zorg had ik bedacht hoeveel water de struik moest hebben en groot was dan ook het plezier van het piepkleine bolletje dat uitgroeide tot een framboos. Toen daarna het bleke framboosje ook nog zacht rood van kleur werd was het feest compleet. Met veel aandacht en de smaakpapillen op scherp, alsof ze voor het eerst fruit proefden, stopte ik de framboos in mijn mond.

Mevrouw Jetta Klijnsma, de staatssecretaris van sociale zaken, heeft het niet over frambozen, ze heeft het over een moestuin die er voor moet zorgen dat de AOW-er wat extra geld heeft. En dat geld opleveren doet het natuurlijk niet. Maar als het nu eens niet over geld gaat is er wel winst te behalen. Ook als je geen moestuin hebt, maar alleen een paar potten in de vensterbank, dan heb je al winst. Je hebt het plezier van het zaaien en de verwachting van het opkomen van de eerste kleine groene sprietjes. Het is heerlijk om elke dag even bij je tuintje te kijken en je plantjes te verzorgen. Je bent buiten, dat is ook al winst. Je kunt je verwonderen over het groeien van groenten en als je dan uiteindelijk verse sla kunt plukken of een aardbei zo van de plant in de mond steekt, daar kun je toch blij van worden? Winst zit niet in de financiën, winst zit in het plezier van tuinieren. Niet alles draait om geld. Niet als wij ten minste vinden dat niet alles om geld draait!

Hotske Batteram.





maandag 23 juni 2014

Leven met de wind.


Ik houd van de wind. Echt waar, ik vind het heerlijk, een harde storm of een flinke tegenwind. Het zit in onze collectieve beleving, als je ten minste net als mij, op het platteland geboren bent, dan leef je met de wind. Vakantiegangers die hier komen fietsen wijs ik nog wel eens op de fietsrichting, houd rekening met de wind; neem het grootste stuk om het Slotermeer met de wind mee. Meestal is dat van Woudsend naar Sloten want op mooie dagen komt de wind uit het Noorden.

Nu deelt diezelfde wind de Friezen in tweeën. Met de komst van windmolenplannen is er een tweedeling. Voor of tegen windenergie. Hoe moet je als volksvertegenwoordiger ooit een keuze maken? Want je vertegenwoordigt het volk. Dat volk zijn wij met zijn allen en wat willen wij als volk? We moeten eerst terug naar wat ons wél bindt. En dat is heel basis, de elektriciteitsvoorziening. We willen allemaal elke dag stroom, en het liefst geen beperking. We hebben elke dag elektriciteit nodig. We kunnen niet een dag zonder, niet eens één uurtje. Moet je eens kijken wat er in je vriezer gebeurt, je was wordt niet gewassen, je pc werkt niet, je kunt niet eens koffie zetten, tv-kijken is er niet bij, we kunnen niet meer zonder elektriciteit.

Nee zeggen tegen windmolens is te begrijpen. We houden van Friesland, maar we zijn óók gewend aan de elektriciteit die, zo lijkt het, voor eeuwig uit onze stopcontacten komt. Laten we de discussie opnieuw beginnen met de eerste vraag die ons nog verbindt; we hebben elektriciteit nodig, dat is het eerste feit. Laten we dan invullen wat de beste optie is van energie leveren.



maandag 16 juni 2014

Normaal of niet normaal.


Nou leek hij niet op de ideale schoonzoon. Niet dat dat belangrijk is, want dochters zoeken nog altijd zelf hun man uit, maar spreekwoordelijk hebben wij een beeld bij de ideale schoonzoon. Deze jongeman leek daar van geen enkele kant op.

Dat hij niet erg breed was, zal aan zijn bouw hebben gelegen. Maar zijn haar droeg hij in een staart, een bos dreadlocks bijeen gebonden op zijn rug. Op zijn kin een sikje of eigenlijk een sik, daar zat veel haar. Hij viel op in het, voor de rest, normale gezelschap. En daar zit de clou, want wat is normaal? Als wij met elkaar hadden gevonden dat dreadlocks normaal zouden zijn dan hoorde hij er gewoon bij. Als elke jongeman een sik van vijf centimeter onder aan zijn kin had hangen dan zou dat normaal zijn. Maar hij viel bewust op. Oftewel hij had zijn eigen uiterlijk bewust gekozen. Mooi om te zien! Want wie zijn wij dan om daar ook maar íets van te vinden? Normaal of niet normaal? Als we al weten wat normaal dan is? Volgens de norm?

Zo nu en dan is er nog eens iemand die lekker uit de pas loopt. Lang leve degene die durft op te vallen. Ook fijn dat niet iedereen dat durft trouwens, dan vallen degenen die het wel doen ten minste lekker op.


Hotske 

maandag 9 juni 2014

Over voetbal.


Het moet toch ook een keer over voetbal gaan. Ik ben niet zo’n grote fan, maar ik snap het wel. Ik weet wat buitenspel is en hoe de regels werken. Maar als onze mannen spelen, ken ik niet alle namen. Dat zal in de komende weken wel veranderen. Voetbal heeft dus niet mijn eerste interesse, maar één ding boeit me enorm.

En dat is de bondscoach, de heer Louis van Gaal. Het lijkt bijna onmogelijk dat deze man een team kan coachen. Open staat voor een gesprek of luistert naar een speler. Hij lijkt mij bruut. Geen beweging te krijgen in de gelaatstrekken van de man. Hij lijkt het type: hard maar goudeerlijk.

Ik vond die Dick Advocaat zo’n aardig vadertje, die zou je wel om extra vrije dagen durven vragen. En dan van Marwijk, daar wil ik wel een kopje koffie mee drinken, ja een leuk type. Maar Louis? Naast hem zitten als hij weer zo ijverig schrijft over een slechte pass of over verdedigwerk waar de tegenstander gemakkelijk doorheen komt?

Naast hem stuiter je van energie, maar waarschijnlijk ook van een onnavolgbare passie en een moordende strijdlust. En als er dan kleine zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd verschijnen en hij tot achter zijn oren rood wordt van de spanning, zal ik zachtjes tegen hem zeggen; luister eens Louis, het is maar een spelletje.


Hotske

maandag 2 juni 2014

Tot ziens.


Vijfendertig jaar lag de boot bij ons in de jachthaven. Nu wilde de zoon op zoek naar ander water en een nieuwe ligplaats. Ooit waren de vader en de moeder samen begonnen met de mooie zeilboot. Alle vakanties werd er gezeild en de beide jongens groeiden op met watersport en varen in Friesland.

De zonen werden volwassen en in het mannengezin had de vrouw een grote rol. Ze werd ziek en redde het niet. De vader en één van de jongens bleven de boot gebruiken. Er kwam zelfs een nieuwe vrouw in het gezin. Het watersportleven kabbelde van seizoen tot weer een nieuw seizoen verder.

Vanmorgen voer hun boot de haven uit. Een nieuwe toekomst tegemoet. En in een haastig afscheid, omdat er te veel te vertellen was, stapte de zoon aan boord. Het was voor de vader te emotioneel, hij was er niet. En zonder dat de woorden werden gesproken, dachten we aan de moeder, die al vroeg was gestorven. Ik zag haar mooie gezicht met ogen die altijd schitterden. Zorg had ze ook om haar zonen. Vrouwelijk was ze en dat viel op in het mannengezin. Een stralende vrouw, dat is wat ik me herinner en vanmorgen was ze weer even op de haven.


Het “bedankt” was niet alleen beleefd, maar vertelde ook zoveel over de herinnering aan hun gezin. “Ik stuur een kaartje”, zal er vast niet van komen. Hij riep nog; “als ik overal geweest ben kom ik weer terug”, dat zou heel goed kunnen. Tot ziens, zeiden wij. En dat is altijd de mooiste groet. 

maandag 26 mei 2014

De leukste en mooiste column?

Vandaag ook een vraag.
Ik maak een boekje met verzamelde columns. Een aantal nieuwe maar de meeste columns zijn van de afgelopen jaren. En als je vindt dat een bepaalde column niet in mijn boekje mag ontbreken dan hoor ik dat graag. Ik vind het leuk om te horen welke column(s) jij leuk vindt. 
Hotske

Thuis op aarde.


Ik kan het me voorstellen; je zit in je ruimteschip, beseft dat je weggeschoten bent en een tijdje in de ruimte zult zijn. Je kijkt achterom en ziet daar de indrukwekkende planeet, en je weet dat is mijn thuis.

Het is maar voor een aantal astronauten weggelegd om vanuit de ruimte naar ons aardbolletje te kunnen kijken, maar het moet onvoorstelbaar bijzonder zijn. Je ziet daar een blauwgroene planeet waar leven mogelijk is, een plek waar jij leeft, wat jouw thuis is. Het is dan ook werkelijk een mooie oproep van Wubbo Ockels om astronaut te zijn op “ruimteschip” aarde. Het is echter geen loze oproep, maar één met verantwoordelijkheid, noem het zorg of mooier nog, noem het liefde.

Begin maar klein, je zorgt voor jezelf. Je verzorgt je lichaam, je zorgt ervoor dat je gezond en fit bent. Een stapje verder is je kamer, je huis, dat wil je netjes verzorgd bewonen. Van rommel word je onrustig en een fijn huis geeft woonplezier. Een stap verder is kijken naar je dorp, stad of buurt, jouw woonomgeving. En dat vinden we al lastiger, want doe je mee? Of kijk je niet verder dan je eigen tuinhekje? Als het dan over de aarde gaat, lijkt dat allemaal erg groot en ver weg. Maar we zitten er midden in, want het is wel degelijk onze woonplek. We moeten het groot zien; ons thuis is de aarde. Daar maak je toch geen rommeltje van?!


Hotske Batteram.

maandag 19 mei 2014

Mooi.


Daar stonden ze met z’n tweeën. Tussen het gras en de klinkers van de bestrating, hadden de felgekleurde paardenbloem en het alleraardigste paarse bosviooltje vele maaibeurten overleefd. Het prachtige kleine viooltje had mijn voorkeur. De paardenbloem vinden we maar onkruid. In mijn herinnering proef ik de vieze bittere smaak van het sap van de stengel van de paardenbloem, zou iedereen als kind dat eens uitgeprobeerd hebben?

Maar hoe maak je nou de keuze van mooi of niet mooi? En hoe zit dat bij mensen? Waarom vinden we iemand mooi?

Ik ontmoette een vrouw. Ze vertelde mij haar verhaal, haar kijk op de wereld. Het was een bijzondere vrouw. Ik vond haar een mooi mens en dat had helemaal niets met haar uiterlijk te maken. Als je iets verder kijkt is “mooi” als uiterlijke schoonheid maar beperkt. Dit was gewoon een mooi mens.

En de paardenbloem; hij is nuttiger dan we denken. De bloem zit vol met voedingsstoffen en vitamines. De wortel is in gedroogde vorm goed tegen nierkwalen. De melk van de plant kan worden gebruikt tegen puistjes. Het blad is goed te eten en zit vol met vitamine A, B1, B2, C en E en ook ijzer, calcium en magnesium. Thee van paardenbloem zuivert het hele lichaam. En dan kan ik hier niet eens alle mooie eigenschappen noemen. Maar sla van het blad ga ik eens proberen.

Paardenbloem, je bent mooi en nuttig, én je lijkt op de zon. We hadden jou “zonnebloem” moeten noemen, maar sorry, die naam was al weggegeven.


Hotske Batteram.