maandag 29 juli 2013

Mijn zonnetje.


Een prima week was het. Heerlijk zomerweer, veel gasten, altijd goed voor veel ontmoetingen. En tussen alle tips over fietsroutes, leuke eettentjes, braderiedagen en aan de andere kant alle bijzondere verhalen, moest ik ergens checken wat goed genoeg was voor een column. En dat viel nog niet mee. Dat kwam omdat er veel gewerkt werd en vooral veel gedacht en geregeld werd.

Maar in één keer was hij er. De lieverd, om op te vreten. Dat kon natuurlijk niet maar hij was om te stelen, ook dat kon niet. Maar de schat stond in eens voor me. Eén turf hoog, een ventje van een jaar of zes. Met nog kleuterbeentjes uit de korte broek, een vrolijk t-shirt en blonde lokken zoals alleen de liefste jongens die hebben. Ogen zo open en puur die vol vertrouwen de wijde wereld in kijken. En dan de vraag! Hij wachtte tot ik was uitgesproken en al mijn aandacht haast gebiologeerd naar hem toe ging. Hij stond daar met in zijn knuistje een stuk stoepkrijt en hij vroeg of hij mocht krijten. Natuurlijk mocht dat, ik hoopte dat hij mooie gele tekeningen ging maken. Later begreep ik dat de stoep voor zijn eigen voordeur niet bekrijt mag worden, je loopt dan namelijk met schoenen met restjes stoepkrijt op het parket van de gang en dat is niet de bedoeling. Mijn stoep mocht vol met de mooiste tekeningen.

In deze prachtige zomerweek was hij mijn stralendste zonnetje.

Hotske

maandag 22 juli 2013

Eens per jaar.


Het overkomt me elk jaar wel een keer. Ik word door een campinggast staande gehouden. En op een toon die alleen voor samenzweerders is, komt de vraag er met wat schroom, haast fluisterend uit. “Klopt het wel, ik zie geen leven in de caravan naast ons?”. En op de één of andere manier versterken onze thrillerachtige gedachten elkaar. Zonder dat we het uitspreken, weten we dat ons denken hetzelfde is. “Geen leven in de caravan”, betekent dat er iets ergs gebeurd moet zijn. Messteken zijn het meest simpele. Vergiftiging door iets als rattenvergif is altijd mogelijk. Dood door uitputting lijkt overdreven, en tijdens de daad, ja die daad, daar willen we niet aan denken. Diefstal van luttele euro’s met een fatale afloop lijkt wat erg vergezocht. Door zuurstofgebrek zou nog kunnen of overmatig drankgebruik in combinatie met medicijnen. Maar voordat de doodsoorzaak is vastgesteld moet de caravandeur open. Gordijntjes zijn al een paar dagen dicht, de fietsen keurig opgesteld in de voortent, het tafeltje en de stoeltjes netjes opgeklapt. Een gebruikte barbecue en een fleurige parasol wijzen op het plezier dat er wel geweest moet zijn. Hooggespannen is de verwachting van wat de statische stilte verbergt.

Dan stop ik de onuitgesproken verhaallijn en vertel dat de man en vrouw een paar dagen naar huis zijn om de plantjes water te geven, de post te checken en het gras te maaien.

Eens per jaar krijgen psychologische onderzoeken hun gelijk; in een ieder van ons zit een donkere kant.

Hotske


maandag 15 juli 2013

Ik zie het wel!


Ik kan alles nog zien. Mijn ogen doen het werkelijk erg goed. Ik heb nog lang geen bril nodig. Nee, echt niet. Leeftijdsgenoten zie ik één voor één met een bril verschijnen. Bekende gezichten die ik ken als “leuke koppies”, komen nu in mijn gezichtsveld mét montuur. En sommige brillen zijn prachtig, daar wil ik wel aan. Maar dat heb ik echt niet nodig!

Vorig jaar had ik alleen moeite met de computer als ik moe was. Nu duurt het focussen van de lenzen iets langer. Etiketten in de supermarkt lees ik met gemak, voor de kleine lettertjes heb ik geen tijd.

Ik snap alleen niet waarom de gegevens op pasjes tegenwoordig zo erg klein moeten zijn. Voor het opladen van de ov-chipkaarten van de kids pakte ik een leesbril, die natuurlijk niet van mij was. Het genot van de glazen was een openbaring, alsof ik door een verrekijker keek. De cijfers duidelijk; prachtig! Ik wist niet meer dat dat bestond.

Ik heb extra vitaminen gegeten. Ik weet zeker dat mijn lenzen daardoor hun best doen. Ik heb ze rust gegeven maar ook goed gebruikt, want van luie spieren heb je alleen maar last. Ik weet zeker dat ik mijn ogen de kost geef, waar en wanneer ik dat wil. Ze doen het ook echt erg goed. Ik zie op meters en soms op kilometers afstand wat ik wil zien. Alleen cijfers en letters staan vaak te dicht bij elkaar, dat kan ik niet ontcijferen, daar kan ik niks aan doen.

Ooit zal ik er aan moeten geloven, een bril met een mooi montuur. Maar wanneer? Ik zie het wel.


Hotske

maandag 8 juli 2013

Herinnering.


Ik had er nooit meer aan gedacht. Maar het zat nog in mijn geheugen. Ik herkende de man en vrouw. Toen ik hen zag kwamen de beelden uit het laatje.

Het is meer dan twintig jaar geleden. We waren uitgenodigd bij een bevriend stel. Met zijn vieren togen we naar de Messe, jawel in Düsseldorf. Vlagen komen boven, van rondlopen in immense hallen, maar beter herinner ik mij de sfeer. Die was gemutlich. Er moest ook gegeten worden. En het gekke is dat je typische dingen onthoudt. Het restaurant lag in een bocht van de weg. Niet in een stad maar ergens buitenaf. Het was donker midden in de februarimaand. We bleven slapen onze gastheer had een groot huis, dat door drie generaties werd bewoond. Ook dat weet ik nog. Maar het restaurant in de bocht van de weg, met houten stoelen, en van die grote houten vensterbanken, dat zie ik zo voor me. 

De herinnering zat er nog. Keurig opgeborgen in een laatje in mijn hersenen. En bij het zien van onze gastheer van destijds, herinnerde ik mij de beelden. Het is onvoorstelbaar wat er allemaal aan herinneringen opgeborgen zit in laatjes. Zo nu en dan maar eens één opmaken om herinneringen te herinneren.


Hotske.

maandag 1 juli 2013

Vakantie.


Hij komt er aan: de welverdiende vakantie. Uit onderzoek blijkt dat wij Nederlanders, een reislustig volkje zijn. Bovendien vinden we ook dat we er recht op hebben. Komt nog bij dat het sowieso leuk moet zijn! Dat is nogal wat, dan verplicht je jezelf tot twee weken, die vooraf bestempeld worden als: moeten geslaagd zijn!

Dat werkt niet, want eerst moet je je werk af hebben. En er komen altijd onverwachte lange klussen voordat de-laatste-dag-voor-de-vakantie aanbreekt. Dan moet het huis nog schoon, de buurvrouw die op de plantjes past, zou eens kunnen denken dat je en viespeuk bent. De koffers moeten gepakt, korte broeken die toch wel erg kreukelig uit de kast komen, moeten op de strijkplank en bikini’s zijn of uit de mode of passen op de één of andere manier niet meer. Routes moeten uitgestippeld worden, achterblijvers moeten weten waar je bent. Er moet iets te eten mee. Ritmes en regelmaat zijn anders en als gezin ben je langer bij elkaar zonder dagelijkse invulling, dus ook dat levert een fikse aanpassing op. En dan heb ik het lijstje met zonnebrand, waspoeder, boeken en paspoorten nog niet eens genoemd.

En ergens voel ik bloed stromen van zigeuners, die rondtrekken en de wereld zien als een tuin die ontdekt mag worden. Dus beste vakantieganger, lieve reiziger, kijk of er zigeunerbloed door je aderen stroomt met de drang om te zwerven. Vakantie is hét moment om vrij te zijn, om je vrij te voelen en om vrij over de wereld te zwerven.

Hotske.