Een prima week was het. Heerlijk
zomerweer, veel gasten, altijd goed voor veel ontmoetingen. En tussen alle tips
over fietsroutes, leuke eettentjes, braderiedagen en aan de andere kant alle bijzondere
verhalen, moest ik ergens checken wat goed genoeg was voor een column. En dat
viel nog niet mee. Dat kwam omdat er veel gewerkt werd en vooral veel gedacht
en geregeld werd.
Maar in één keer was hij er. De
lieverd, om op te vreten. Dat kon natuurlijk niet maar hij was om te stelen,
ook dat kon niet. Maar de schat stond in eens voor me. Eén turf hoog, een
ventje van een jaar of zes. Met nog kleuterbeentjes uit de korte broek, een
vrolijk t-shirt en blonde lokken zoals alleen de liefste jongens die hebben. Ogen
zo open en puur die vol vertrouwen de wijde wereld in kijken. En dan de vraag!
Hij wachtte tot ik was uitgesproken en al mijn aandacht haast gebiologeerd naar
hem toe ging. Hij stond daar met in zijn knuistje een stuk stoepkrijt en hij
vroeg of hij mocht krijten. Natuurlijk mocht dat, ik hoopte dat hij mooie gele tekeningen
ging maken. Later begreep ik dat de stoep voor zijn eigen voordeur niet bekrijt
mag worden, je loopt dan namelijk met schoenen met restjes stoepkrijt op het
parket van de gang en dat is niet de bedoeling. Mijn stoep mocht vol met de
mooiste tekeningen.
In deze prachtige zomerweek was hij
mijn stralendste zonnetje.
Hotske