maandag 28 juli 2014

Lichaam en geest.


Hij moest weer “aan de bak”, zei hij. Aan het werk, vroeg ik. Nee, hij bedoelde iets anders. De volgende dag had hij een toernooi en moest een enorme krachtinspanning leveren. Een lange tijd van training was vooraf gegaan. Ik wenste hem succes, en ik weet niet waarom, maar ik adviseerde hem om zijn geest er ook bij te betrekken. Ik leende de woorden van van Gaal, toen die zei dat de geest sterker bleek dan het lichaam. Het ging toen over Nigel de Jong die toch mee kon spelen in de volgende voetbalwedstrijd, terwijl hij behoorlijk geblesseerd was.

De jonge jongen die zijn sportprestatie nog moest leveren, keek mij een beetje verbaasd aan. Maar dat van Nigel de Jong wist hij ook en dat veel topsporters een mentale coach hebben was ook bij hem bekend.
Maar is dat dan altijd zo, vroeg hij zich hardop af, dat de geest sterker is dan het lichaam? Ik had diezelfde vraag ook al bedacht. Een lastig vraag. Ik dacht aan het lichaam, dat niet altijd doet wat we ervan verwachten en de invloed van de geest. Zeg maar voor het gemak; het denken. Ik weet wél dat als tien mensen tegen je zeggen dat je er slecht uit ziet, je jezelf gaat afvragen hoe het met je is gesteld. Ik ken ook de positieve verhalen van schaatsers die zich de overwinning kunnen vóór stellen en de opbouw van hun rit in de geest hebben uitgetekend.

Het zou zo maar kunnen dat we de kracht van onze gedachten en ons mentaal evenwicht, sterk onderschatten. Een sterke wil en een groot vertrouwen in eigen kunnen, is goed voor de grootste helft.

Om het gesprek met de jongen af te ronden zei ik dat ik in ieder geval dacht dat als je de geest mee had, je al op 51 % zit. Een beetje verbaasd hoorde ik hem zeggen, dat hij dacht dat het percentage hoger moest zijn. Ik wenste hem veel succes, hij zal vast goed gepresteerd hebben. Met lichaam én geest.


Hotske Batteram.

maandag 21 juli 2014

Op reis.


In de afgelopen week kwamen er wel onderwerpen voorbij. Er drijft dan iets boven, wat goed is voor de column. Het werd reizen, of op reis. Ik vind dat bijna magische woorden, op reis gaan. Je hebt je thuis, je eigen plek en dan trek je de wijde wereld in. Op zoek naar, ja, naar wat? Vrijheid, plezier, een nieuwe omgeving? Je neemt in ieder geval je ervaring weer mee naar huis.

“Op reis” vind ik mooie woorden, omdat ze ook staan voor je levensreis. Je leeft je eigen weg, gaat op zoek, naar, ja, naar wat? Naar je doel? Je waarden? Je dromen? Je bestemming? Ook zo’n mooi woord: bestemming. Daar waar je voor bestemd bent. En dat vind je op je reis. Ik vind het dan ook een mooie groet, om iemand een goede reis te wensen. Je leeft je leven en de ervaringen van je reis neem je mee in de dagen die komen.

Donderdag kregen de woorden “op reis” een hele andere lading. Mensen, gezinnen die zich hadden voorbereid op een mooie reis, kwamen niet op de bestemming. Het vliegtuig van vlucht MH 17 crashte. Familie, bekenden en vrienden hadden hen een goede reis toegewenst, het werd echter hun laatste reis.

Niemand weet hoe zijn reis zal verlopen. We weten zelfs niet hoe de dag zal gaan. Allemaal zijn we onderweg, op reis. Alle mensen die slachtoffer zijn geworden, hadden vast nog plannen, dromen of een zoektocht voor de boeg. Nog niet op hun bestemming. Zo abrupt een einde aan hun reis.

En wij? We gaan verder ieder op zijn eigen reis.


Hotske.

maandag 14 juli 2014

Zijn zorg.

Hij kwam afrekenen, ze hadden een dag of vijftien op onze camping gestaan. Ik vroeg of het naar de zin was geweest. Hij wist het niet. Hij wist niet of zij het naar de zin had gehad. Dat wist ze zelf waarschijnlijk ook niet. Een paar keer had ze gezegd dat ze het fijn vond om in de zon te zitten. Ook had ze een aantal dingen herkend, zoals het toiletgebouw en het pad van de parkeerplaats naar de camping. Dat betekende dat ze de weg van de auto naar de caravan kon vinden. Een beetje onzeker had ze aan hem gevraagd; zijn we hier al eens eerder geweest?

Als hij ging fietsen, vroeg ze waarom ze niet mee mocht. Natuurlijk mocht ze mee, maar twee minuten eerder wilde ze niet. Ze vroeg wat ze gingen eten, hij had haar al verteld dat hij sperziebonen en komkommer had gekocht.

Hij hoopte dat zij genoot. Maar als ze thuis waren was ze misschien de hele vakantie al weer vergeten. Hij vertelde dat het eenzaam was. Naast de zorg die er altijd was miste hij ook hun gesprekken. Eigenlijk bestond hun praat alleen maar uit vragen van haar kant. Hij beschouwde het als zijn plicht om voor haar te zorgen. Zou de verplichting uit liefde zijn of zou het zorg zijn omdat het ooit is beloofd. Lang geleden hadden ze elkaar beloofd om in goede en slechte tijden bij elkaar te blijven. Maar dan weet je nog niet wat de tijd voor je in petto heeft. Lange tijd moest er vriendschap en liefde zijn geweest, langzaam glipte het weg. Haar blik werd wazig.

Ik zag zijn verdriet maar ook zijn liefde. De liefde voor haar. En zij, als ze het nog weet, dan komt de liefde van beide kanten, het kan niet anders.


Hotske

maandag 7 juli 2014

Sint én Piet.


Alleen al bij het woord “Sinterklaas” komen er allerlei herinneringen boven. En wie Sinterklaas zegt, zegt ook Zwarte Piet. Als klein meisje zag ik hun rolverdeling niet zo precies, maar ik vond de Zwarte Piet een erg belangrijke man voor de oude Sint. Ik had zelfs de indruk dat de ouwe man die grote overzeese reis nooit zou kunnen maken als zijn trouwe vriend niet bij hem was.

Ik dacht echt dat Sinterklaas niet zonder Piet kon. Er ging immers altijd wel iets mis en in mijn beleving loste Piet dat steevast op. Hij was het ook, die het grote boek onder zijn hoede had. Hij hield de staf vast als Sinterklaas veilig in een versierde stoel zat. Hij zorgde dat er genoeg pepernoten waren en dat iedereen cadeautjes kreeg. Ik vond Piet een grote steun voor de oude grijsaard.

Het hele Sinterklaasverhaal is een onvoorstelbaar groot voorbeeld voor ons allemaal, omdat het laat zien dat wat wij vertellen, waarheid wordt voor onze kinderen.

Op een gegeven moment vertellen we de kinderen over onze Nederlandse traditie. Als zij dan groter worden vertellen we dat het Sinterklaasfeest is afgeleid van Nicolaas van Myra, die bisschop was van de plaats Myra. Hij stond bekend om zijn zorg voor kinderen. Hij stierf op 6 december 342. Veel later in 1850 maakte Jan Schenkman, hij was onderwijzer, een leesboekje over Sint-Nicolaas. In het verhaal verzon hij de intocht, de stoomboot en een helper, “Sinterklaas en zijn Knecht”. Omdat de knecht zwart is, zou je dit als een verwijzing naar de slavernij kunnen zien. Een zwarte man die slaaf is en waarbij de relatie tussen de blanke en de zwarte niet gelijkwaardig is. Maar onze Piet is uitgegroeid tot een prachtige Zwarte Piet. Zijn rol veranderde van knecht naar een gelijkwaardige partner.

Nu waarderen wij Zwarte Piet hetzelfde als Sinterklaas. Onze Zwarte Piet heeft geen ondergeschikte rol, en wordt zeker niet meer als Knecht gezien. Sint en Piet een prachtig paar. Een kinderverhaal voor jong en oud, waard om te vertellen en in ere te houden.

Hotske