Hij moest weer “aan de bak”, zei
hij. Aan het werk, vroeg ik. Nee, hij bedoelde iets anders. De volgende dag had
hij een toernooi en moest een enorme krachtinspanning leveren. Een lange tijd
van training was vooraf gegaan. Ik wenste hem succes, en ik weet niet waarom,
maar ik adviseerde hem om zijn geest er ook bij te betrekken. Ik leende de woorden
van van Gaal, toen die zei dat de geest sterker bleek dan het lichaam. Het ging
toen over Nigel de Jong die toch mee kon spelen in de volgende voetbalwedstrijd,
terwijl hij behoorlijk geblesseerd was.
De jonge jongen die zijn
sportprestatie nog moest leveren, keek mij een beetje verbaasd aan. Maar dat
van Nigel de Jong wist hij ook en dat veel topsporters een mentale coach hebben
was ook bij hem bekend.
Maar is dat dan altijd zo, vroeg hij
zich hardop af, dat de geest sterker is dan het lichaam? Ik had diezelfde vraag
ook al bedacht. Een lastig vraag. Ik dacht aan het lichaam, dat niet altijd
doet wat we ervan verwachten en de invloed van de geest. Zeg maar voor het
gemak; het denken. Ik weet wél dat als tien mensen tegen je zeggen dat je er
slecht uit ziet, je jezelf gaat afvragen hoe het met je is gesteld. Ik ken ook
de positieve verhalen van schaatsers die zich de overwinning kunnen vóór stellen
en de opbouw van hun rit in de geest hebben uitgetekend.
Het zou zo maar kunnen dat we de kracht
van onze gedachten en ons mentaal evenwicht, sterk onderschatten. Een sterke
wil en een groot vertrouwen in eigen kunnen, is goed voor de grootste helft.
Om het gesprek met de jongen af te
ronden zei ik dat ik in ieder geval dacht dat als je de geest mee had, je al op
51 % zit. Een beetje verbaasd hoorde ik hem zeggen, dat hij dacht dat het percentage
hoger moest zijn. Ik wenste hem veel succes, hij zal vast goed gepresteerd hebben.
Met lichaam én geest.
Hotske Batteram.