De bestuurders in ons land zorgen
voor heel veel goede zaken. Ze nemen besluiten in ons aller belang en in het
landsbelang. Men zoekt naar compromissen en overlegt wat heen en weer en dat
noemen we dan democratie. En dat er ergens beslissingen moeten worden genomen,
dat snap ik. En dat ze het goed bedoelen daar geloof ik ook nog wel in. Maar
kom niet aan mijn dagelijkse brood.
De dames en heren politici hebben
het er over gehad en het leek hen beter om het wettelijk toegestane zoutgehalte
in het brood te verlagen. (van 2.1 naar 1.8 %, we krijgen per dag ongeveer 10
gram zout binnen, terwijl 6 gram het aanbevolen maximum is). Gelukkig lees ik
dat de verlaging op aandringen van het bakkersgilde zelf is. Ik zie het al voor
me, de bakkers nemen voor de aardigheid een broodje mee naar Den Haag. Vervolgens
moeten ze met allerlei argumenten komen, waarschijnlijk ook wetenschappelijk
onderzoek, dat het voor de mens van nu beter is om te matigen met zout. Dus gaat
dat omlaag, een krabbel er onder en klaar.
De politici bepalen hoe zout mijn
dagelijkse brood is. Gaan ze me ook vertellen welke tandpasta ik moet
gebruiken, of welke koffie ik het lekkerste moet gaan vinden?
Ik word er kriegel van. Een paar
generaties terug, wist iedereen zelf feilloos wat goed voor je was en wat niet.
Bij griep en verkoudheid waren er van die oude wijze tips. Nu weten we dat niet
meer, we weten zelfs niet eens wat er in ons brood zit. We bepalen niet eens zelf
hoeveel zout er in de boterham zit.
Nou, smakelijk voor straks.
Hotske,
29 oktober 2012