maandag 19 december 2016

Figurant voor Dickens.


Op zondagavond even facebooken, veel mensen waren naar het Dickensfestival geweest. Het was ook mooi. Je waande je echt in de verhalen van Charles Dickens, de straten van de oude tijd. Je zag de armoede en de kou. Kan me niet voorstellen dat er over 150 jaar een Hollandfestival is, waarin men ons naspeelt. Maar goed, het was echt koud en je voelde echt de ellende van de mensen. De koren zongen mooi, de kerstliedjes waren prachtig. Het water van de gracht droeg de zachte tonen en de bijna winterse lucht nam de geur van de vuurkorven mee.

Toen zag ik de kinderen, de weeskinderen, echt straatschoffies. En schoffies klinkt alweer aardig, maar deze kinderen speelden de weeskinderen van Dickens. Ze leefden op straat, namen die ruimte in beslag, rollebollend over de harde klinkers, wat in het verhaal keien geweest moeten zijn. Kinderen zijn van alle tijden, we zijn allemaal kind geweest. Dan hoop je toch dat alle kinderen een goede start mogen hebben. Dat er een plek is waar ze hun thuis hebben.


Nu of in het Engeland van Dickens, het leven is van alle tijden, leven ook. Het is waar je wiegje staat, wat er op je pad komt en wat je er van maakt. Sommigen waren figurant op een Dickensfestival, maar meestal is het in het leven echt, heel echt.

maandag 12 december 2016

Donker en licht.

Overal zie ja alweer Kerstbomen en lichtjes, en vooral die lichtjes doen het zo goed in donkere dagen. “Het is alweer Kerst” hoor je mensen verzuchten en dat klopt, er is alweer een jaar omgevlogen. December is een mooie afsluiting van het jaar. De donkerste maand van het jaar, gun die maand dan ook al zijn glorie, gun die maand zijn licht en het bezinnen. En voordat je aan dat bezinnen begint is het prima dat er hectiek is, het zelfs prima dat het donker is, als je dan maar niet vergeet om ook tijd te geven aan het vieren van de glorie van de decembermaand.

Tegenwoordig eisen mobiels en de app veel tijd, het is vaak vluchtige tijd, het gaat snel en is tijd die snel vervliegt. Je bent nauwelijks in die tijd. Het is daarom lastig, om de tijd van beleven en het echt mee maken, te vinden. Gelukkig geeft december ons de laatste weken van het jaar de diepte, de donkere dagen en het licht.

Zo mooi die dualiteit van het licht en het donker. Het staat ook letterlijk voor alle tegenstellingen van goed en kwaad en van oorlog en vrede. Van rust en onrust in jezelf of je omgeving. Van dagelijkse strubbelingen tegenover lichtvoetigheid. Van zwart en wit.

En om dan de evangelist Johannes te citeren, hij zal dat vast goed vinden; het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. Met één heel klein kaarsje kun je een hele kamer verlichten, wat als er in alle harten een lichtje schijnt? In onze wereld zijn beide; het donker en het licht, het licht is zoveel sterker dat overwint, het licht overwint alles. En het schijnt verder dan je denkt.


maandag 5 december 2016

Op de bonnefooi.


Hij belde. Het was een Duitser, “kan ik met de boot komen”, vroeg hij. Dat kan altijd, maar ik moest even doorvragen voor ik wist wat hij wilde. Komende zomer, de tweede week van juli had hij een boot gehuurd en wilde graag één nacht reserveren. Mijn gedachten gingen naar zonovergoten zomerse dagen. Ik zag de huurboot al aan komen en ook weer vertrekken, want één nacht is één nacht.

Ik zei tegen hem, maar wat als je het nou naar de zin hebt en drie nachten wilt blijven. Ik vertelde er maar niet bij dat het wel eens kan onweren of dat het soms dagenlang hoge Noordenwind is en dat je dan veilig in een haven wilt blijven. Hij moet natuurlijk ook niet benauwd worden.

De boot was gehuurd, dat is klaar, maar dan acht maanden vooruit weten waar je de tweede woensdag van juli met die boot afmeert? Het gaf mij enge kriebels, want eigenlijk moet je de vrijheid tegemoet gaan, varen waar de wind je brengt ook al heeft jouw boot geen zeilen. Leven in dat moment van vakantievieren en ’s morgens bedenken wat je die nieuwe dag wilt.

Er zijn verschillende soorten bootjesmensen, wie wil reserveren die reserveert en wie op de bonnefooi komt, komt maar langs. De Duitser komt in ieder geval in de tweede week van juli. Drie nachten heeft hij nu bij jachthavens vastgelegd, de andere dagen doet hij op de bonnefooi. En dat betekent; op goed geluk, op goed vertrouwen.


maandag 28 november 2016

Over kano's enzo.


Een gele bestelbus en een witte auto. Op zich geen wereldnieuws, maar het viel op. Het meest vreemde waren de steunen voor kano’s boven op de auto’s. Die steunen werden ook echt voor de kano’s gebruikt. Een tochtje maken eind november, is wel erg opmerkelijk. En ook niet helemaal zonder risico, het water is namelijk nogal koud met dit vriezende weer. Kano’s door de Luts en verderop was een Kerstmarkt. Ook daar was ik nog niet aan toe eind november, maar anderen gelukkig wel. Thuis stond de radio aan en ik hoorde bekende klanken, ik moest even nadenken, want het liedje hebben we elf maanden niet gehoord. Het was een Kerstliedje.

Kerstliedjes, een kerstmarkt en kano’s. Over die kano’s, de heren kanovaarders, maakte ik me het meeste zorgen. Op het moment dat de zon schitterend onder ging en het silhouet van ons dorp met kerktorens zichtbaar werd, miste ik nog steeds de kano-mannen. Hoogstwaarschijnlijk zaten zij in de één of andere kroeg, bij een knapperend haardvuur aan de berenburg en stamppot of zoiets, terwijl ik me zorgen maakte om mannen die zich bij mij niet hoefden af te melden.


De volgende ochtend, het was een mooie rustige zondagochtend, waren er nog steeds geen mannen met bijbehorende kano’s. De auto’s met kanosteunen waren stille wachtenden. Waarschijnlijk had de kroeg met het knapperend houtvuur en de berenburg ook bedden, ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat iedereen maar wat doet, kerstliedjes voor 1 december. Prachtige Kerststukken terwijl ik nog in de herfst zit, kano varende mannen midden in de winter. Vroeger was alles overzichtelijker. Vroeger had ik het ook nooit over vroeger.

maandag 21 november 2016

Wankelend geloof.


Ik ken haar niet, ten minste dat denk ik. Ik herken haar sowieso niet. Afgelopen week kwam de goedheiligman met zijn pieten naar ons dorp. Pieten zijn bij ons allemaal zwart, prachtig pikzwart. Bij ons geen veegpieten. Dat zou niet eens kunnen. Als je als kind, je buurmeisje met zwarte vegen ziet lopen dan is de geloofwaardigheid heel snel weg. Maar het meisje was dus prachtig zwart. Even wemelde het van de pikzwarte pieten. De rol voor de middag moest nog even wennen. Ze deden het trouwens allemaal fantastisch, maar het meisje zei; ‘goh dat ik dit vroeger allemaal geloofde’. Maar wat wil je? Alle mensen die je kent doen mee, je ouders, de juffen en meesters van school, het is op televisie en als dan al die mensen meegaan om de goedheiligman binnen te halen, dan twijfel je toch niet? Zelfs de burgemeester doet mee aan de vertoning. De politie is op de been en vaak is de brandweer paraat. Nu staat dit meisje, prachtig pikzwart geschminkt, aan de andere kant van het toneel en doet ze mee. Verbaasd over zichzelf dat ze vroeger zo goedgelovig was.
Het zou zo maar kunnen dat dit voor ieder weldenkend mens, de eerste ontgoocheling is, waar er nog vele volgen. We zitten in de fase waar van-boven- af niet meer zonder meer als waarheid wordt aangenomen. En wat is er mis mee, om de waarheid of je eigen waarheid, of wat jij voor waar aanneemt te onderzoeken of op z’n minst te bekijken?
Een greep uit het nieuws van afgelopen week; een groot gedeelte van de mensen vertrouwt de media, de nieuwsberichten, niet meer. Dat we met z’n allen goedgelovig waren blijkt uit de media rond de verkiezingen in Amerika. Verder in het nieuws; het door de regering opgelegde vaccinatiebeleid wordt in twijfel getrokken, met andere woorden, jonge ouders gaan nadenken over de inentingen van hun jonge baby’s. Ik noem verder geen voorbeelden en over wat je wel en niet geloofd mag je zelf nadenken. Een logische tip; als het over geld en macht gaat, dan mag je twijfelen.
Bij Sinterklaas gaat het niet over geld en ook niet over macht, dat je dan uiteindelijk gaat twijfelen als kind zijnde, dat betekent dat je zelf-denkend-vermogen zich ontwikkelt. En dat is een goed begin.


maandag 14 november 2016

Het is aan jou!


Moet ik na al die woorden en na al die meningen ook nog iets over Trump zeggen? Ja, ik kan niet anders. En wordt het echt zo legendarisch? Waar was jij toen je hoorde dat niet Hillary Clinton de nieuwe president was? Op de vroege ochtend van de 9e november vroeg iemand aan mij; nou, wie denk je dat er gewonnen heeft? Aan het woordje “nou”, had ik al genoeg. De stem van degene die het mij vroeg ken ik al langer dan 30 jaar, de toon was een beetje cynisch. Ik wist het antwoord dus al.

Een wereld werd wakker in een desillusie. Oftewel we waren op het verkeerde been gezet, we hadden niet goed ingeschat. We hebben de Amerikanen niet begrepen en nu is het hun president. Iedereen vindt er iets van, natuurlijk het gaat ergens over. Het gaat over de wereldpolitiek. En het gaat over de onvrede tegen de gevestigde orde, de zittende politici. Respect voor al die mensen, vroeger had een politicus aanzien en groot respect, dat is nu anders. Van mij respect; er moet toch geregeerd worden! Maar er is ook onvrede over het huidige systeem en daar hoor ik niemand over. De Jan met de pet, de gewone man, waar ook de gewone vrouw wordt bedoeld, die hebben grote weerzin tegen het politieke systeem. Men heeft het gevoel, en dat is veel riskanter dan als het over de ratio gaat, maar men heeft gevoel dat er over de hoofden van de gewone man/vrouw geregeerd wordt. Als dat zo is, dan moet je niet op populisten stemmen, maar dan moet je het systeem aanpakken.

Waar ik ook niemand over hoor is het volgende; er is globalisering, de wereld is onze achtertuin. Maar er is ook je eigen dorp of wijk. Als je hecht aan leefbaarheid, aan eigen zeggenschap, dan moet je daar iets aan doen. Het is mij te simpel om alleen naar politici en politieke systemen te wijzen. Want wat doe je zelf? Een tegenstem op een populist of ga je zelf iets doen? Jij maakt ook deel uit van deze wereld. Als je lid wordt van een energie coöperatie, zet je grote energiebedrijven buiten de deur en beslis je dus coöperatief. Als je zelf voor je eigen eten zorgt in een groentetuin of via een dorpstuin, heb je geen gedoe met handelsverdragen waar in staat dat het ene land meer antibiotica in het vlees mag hebben dan het andere.


Beste mensen, alle verkiezingen over presidenten, Tweede kamer of handelsverdragen laten zien dat wij niet meer blij zijn met deze systemen. Hoe het anders moet is een ontdekkingsreis van ons allemaal. Het mooiste is dat je mee kunt doen. Alles wat je plaatselijk kunt organiseren, doe dat dan ook plaatselijk. We moeten het nog uit vinden, maar zorgverlening, voedselvoorziening in eigen omgeving, geld-of ruilsystemen zijn het antwoord op de situatie in de wereld. Als globalisering te groot is, dan is de nieuwe tijd; klein beginnen. Veranderingen zijn nog nooit begonnen in de politiek, die begint altijd bij de mensen. Het is dus simpelweg aan ons. It is up to you! Het is aan jou!

maandag 7 november 2016

Dag in, dag uit.


Ze zei het echt; ‘en dan is er alweer een dag van allemaal verplichtingen voorbij’. Dat de dagen voorbij vliegen dat weten we allemaal en nu december in zicht is, merken we ook dat de jaren snel voorbij gaan. Maar ze omschreef haar dag als allemaal verplichtingen. Eerst had ze gewerkt, daarna boodschappen gedaan, een afspraak bij de tandarts waar ze net op tijd was en ze moest nog met één van de kinderen naar logopedie. Ze zuchtte terwijl ze de verplichtingen opsomde. Ik voelde de zwaarte van haar dag. ‘En ook de hond moet nog uitgelaten worden’, zei ze. Lieve vrouw, we hebben het allemaal, soms is alles een moeten. Ik kon haar dag niet mooier maken en ook niet zeggen dat ik ook nog moest koken en dat er nog boeken naar de bibliotheek moesten en dat mijn zomerjas nog gewassen moet worden, dat helpt haar niet.
Het enige wat misschien een beetje helpt, is de manier hoe je er naar kijkt. Als je van alle moet-dingen toch de lol kunt in zien. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Bij haar niet, bij mij niet en bij jou niet. Deze vrouw is een prachtig mens en waarschijnlijk kwam het zinnetje er per ongeluk uit, maar het zette me wel aan het denken. Het is ook heel eerlijk, want we willen de buitenwacht laten zien, dat alles altijd van een leien dakje gaat. Maar dat klopt natuurlijk niet. Ik ken de vrouw, het is een sterke vrouw. Ze weet dat de dagen niet allemaal hetzelfde zijn, soms voel je je een rups, traag en zwaar klevend met al je voeten aan de grond, niet vooruit te branden. En soms ben je de vlinder en dartel je door het leven.
Zo gaat het, dag in dag uit.



maandag 31 oktober 2016

Heel Holland.


Ja; bakt. Het tv-programma “Heel Holland bakt” is populair. Een erg krachtige titel. Men heeft zelfs André van Duin van stal gehaald, er zijn toch bakkers en andere smullers genoeg die dat kunnen presenteren? Maar goed er is in dit kookprogramma aandacht voor bakken. Niet voor roerbakken maar voor taarten bakken. Ik weet niet of “heel Holland kijkt” naar “heel Holland bakt”, maar de taarten krijgen de volle aandacht.

Ik begrijp eigenlijk niet dat er nog geen varianten zijn. Ik zat te denken aan; “Heel Holland kookt vegan” of “Heel Holland kookt flex”. Hoe het ook al weer zit? Vegetariërs eten geen vlees, veganisten eten helemaal geen dierlijke producten, ook geen eieren, melk en honing. Flextariërs eten flexibel, één of meer dagen geen vlees. En altijd weer denk ik oh jah, maar wat dan? Het woord “vleesvervanger” had nooit uitgevonden mogen worden, want dan denken we dat we vlees moeten vervangen. Als je flex eet, oftewel afwisselend, dan krijg je alles wel zo’n beetje binnen. Je kunt er veel over lezen, er zijn bloggers genoeg, kookboeken en koopprogramma’s bij de vleet. Maar een heel Holland dat flex kookt, ja dat lijkt mij nou super. Koken doe je vooral alleen, als je dan weet dat “heel Holland” elke week een dag vegetarisch of flex gaat, ja dan wil je mee doen.

Dat het goed is voor jezelf is mooi mee genomen, dat het goed is voor het milieu is helemaal super. Als we allemaal één dag geen vlees eten is dat net zo’n groot voordeel dan een miljoen auto’s minder op de weg! Marianne Thieme riep dat afgelopen week, ik kon het bijna niet geloven. Maar wij gaan dus weer aan de linzen, de bonen, de noten, de eieren en de kaas-macaronischotel. In ieder geval één dag!


maandag 24 oktober 2016

Over pannenkoeken.


Twee vrouwen, vier meisjes. Het is herfstvakantie, ik denk dat ze een dagje weg zijn. Het vrouwelijke gehalte is erg hoog, veel roze, veel staartjes en jurkjes. Maillots in de laarzen, want dat moet anders kun je niet naar het strand. Ik keek naar de haren die door de moeders gekamd waren en de kleurige meisjeskleren die door de moeders waren uitgezocht.

Er moest natuurlijk ook gegeten en gedronken worden, veel fristi werd er besteld. Zou de fabrikant dat drinken met opzet roze hebben gemaakt, zodat meisjes van alle leeftijden altijd zin in fristi hebben?  Na lang dubben werden er ook pannenkoeken besteld. De grietjes waren te jong om zelf hun pannenkoek te snijden, dus gingen de moeders weer aan de slag. Ze rolden de pannenkoeken op met hun handen, moeders weten instinctief hoeveel bacteriën hun kinderen aan kunnen, denk ik. Er werden hapklare stukje gesneden en eindelijk konden de stukken pannenkoek in de hongerige mondjes. Je kunt ze ook poffertjes geven, maar als kinderen pannenkoeken willen, dan krijgen ze pannenkoeken. Dat is gewoon zo. Wie kan er een kind een pannenkoek weigeren?


Toen er eindelijk vier meisjes zaten te smullen, begonnen de moeders aan hun eigen lauwe pannenkoek. Moeders denken hier niet over na, ze zorgen simpelweg. Eerst de kinderen, eerst alles wat de kinderen aangaat en dan als de kinderen alles hebben, pas dan de eigen pannenkoek.

maandag 17 oktober 2016

Voltooid leven.


Hoppa, ineens is daar de term weer; voltooid leven. Het lijkt er op dat mevrouw Schippers nog wil scoren en bang is dat zij na de Tweede Kamerverkiezingen geen kans meer heeft. Ineens is daar het voorstel, het gaat om; een vrijwillig, weloverwogen en duurzaam verzoek tot levensbeëindiging. Dat duurzame ben ik dan even kwijt, maar het gaat dus om een bewuste keuze het leven te beëindigen als het voltooid is.

Maar wanneer is je leven voltooid? Heb je je nog verwonderd over de volle maan? Ben je blij als de grote oranje zon ’s morgen opkomt? Ervaar je de donder en de bliksem nog als prachtige natuurverschijnselen? Kun je leven met de seizoenen, ook al zit je zelf in de herfst van je leven?
Heb je verdriet gekend, voor mijn part liefdesverdriet, zo erg dat je hart letterlijk pijn deed? Ben je blij, gelukkig geweest, zo blij dat je lichtvoetig door het leven wandelde en dacht dat je bijna zweefde, in ieder geval de wereld voor de volle honderd procent aan kon?
Herinner je de geur van custardpudding en moest je het vel opeten? Weet je nog hoe anijsmelk smaakte als je een middag midden in de winter had geschaatst? Kun je invoelen hoe een schilder zijn uiterste best doet om de lichtinval in zijn grootste schilderij perfect op het doek te krijgen? Ben je ontroerd door prachtige woorden die boeken vullen of van gedichten poëzie maken? Kun je nog genieten van de klanken van je lievelingsmuziek?
Ken je jezelf? Heb je je karakter eigen gemaakt? Ben je milder geworden of ietsje verhard? Heb je alles uit het leven gehaald, wat je dacht dat er uit te halen was? Heb je gelezen? Heb je geleerd? Heb je gevoeld? Kun je blij worden van een glimlach? Weet je al, dat niets voor niets is?

Maar waar bemoei ik me mee, het is ten slotte jouw leven en jouw keuze. Een erg moeilijke keuze.


maandag 10 oktober 2016

Over oren en hart.


Natuurlijk luisterde ik wel naar wat de dominee zei, toen ik als klein meisje in de kerkbank zat, al begreep ik het niet altijd. Als de beste man voorlas uit De Schrift, dan dacht ik aan mijn eigen schriftje, waarin ik de eerste woordjes probeerde te schrijven. Ik dacht dat de Bijbel dan het schrift van God was. Ik wachtte altijd op de laatste woorden, ik wachtte tot de dominee het weer zou zeggen; ‘wie oren heeft, die hore’.

Ik snapte het niet, de dominee stond op de preekstoel hij kon zien dat iedereen oren had. Ik had nog nooit iemand zonder oren gezien. Dat sommige oren het niet goed deden dat wist ik wel. In ons dorp woonde een erg oude man, hij woonde in het kleinste huisje. Ik wist dat die man niet kon horen en dat klopte ook wel, ik had hem nog nooit in de kerk gezien. Maar ik had oren en die konden horen.

Later dacht ik dat het wel ongeveer zo zou zijn als bij Maria, die al de woorden in haar hart bewaarde, hoe zij die daar dan kreeg dat wist ik niet precies. Als laatste werd er altijd een gezang gezongen en dat vond ik mooi, vooral als al die grote mensen uit volle borst mee zongen. Dan zag je allemaal blije gezichten en juist dan komen de woorden dus in het hart. Je kunt ze er ook in leggen zoals Maria dat deed, maar via psalmen of mantra’s zingen kom je sneller bij het hart. Dan hoeft de linker hersenhelft niet na te denken, de rationele linker hersenhelft kan dan wegdoezelen bij het ritme van het zingen en dan maken we de rechterhelft ontvankelijk, zoals dat zo mooi heet.
En dan is het een snel weggetje naar het hart.



maandag 3 oktober 2016

Tijd staat stil.


De pendule moet opgewonden worden en ook de grote wandklok aan de muur loopt niet uit zichzelf. En nu zijn ze allebei stil. De tijd staat letterlijk stil. Ik weet niet precies hoe lang ze normaal gesproken lopen, maar op dit moment is het stil. Er tikt niks en er slaat geen uur. Alleen het klokje op de magnetron laat me zien hoe laat het is, maar daar kijk ik niet naar.

De stille middag past exact in deze tijd. Na het eten spoel ik de borden af en zet eten in de koelkast. Het tafellaken klop ik buiten uit. Op het moment dat ik de deur weer dicht doe, ben ik weer in de stille kamer. Het is een beetje onwerkelijk, de tijd loopt niet. Het lijkt zondag toch is het nog maar zaterdag. De lange zomer zorgt voor iets van traagheid. Ik mis je nu al, heerlijke mooie septembermaand. Je gaf me een zorgeloos bestaan, blijf nog even. Je maakt de grens tussen binnen en buiten klein. De late middagzon is nog zo welkom, de dagen lijken zonniger en lichtvoetiger dan in een herfst. De winterjas is nog ver weg. 

De omslag naar actie of naar werken of naar opruimen of naar wat dan ook, die omslag stel ik nog even uit. Agenda’s vullen zich alweer, werk, school alles is weer in een ritme gevangen. Op deze middag tikken de minuten niet weg zoals op alle andere dagen. Ik blijf nog even hangen in september, mijn tijd staat even stil.


maandag 26 september 2016

Ethiek in de begroting.


Ergens moeten we een goede balans vinden in betutteling en vrije keuze. We willen niet dat de overheid alles voor ons beslist, maar om over alles zelf te beslissen dat lukt ook niet. Betutteling vind ik naar klinken, maar om over alles zelf goed na te denken en een juiste keuze te maken dat valt niet mee. Vooral omdat we vaak niet alles weten. Mevrouw Schippers heeft 26 miljoen in de begroting zitten, daarmee kunnen alle jonge moeders de Nipt-test laten uitvoeren. De niet invasieve prenatale test, de test waarin kan worden vast gesteld of het ongeboren kind het syndroom van Down heeft. Aan de hand van bloed van de moeder kan de test gedaan worden. Gelukkig hoeft er niet in de foetus geprikt te worden.

De voortgang in de medische wereld is mooi, maar legt ook druk op de keuzes van jonge ouders. Want stel dat je een kind krijgt met het downsyndroom. Negatief kan dat dan worden uitgelegd, als dat het kind de samenleving geld gaat kosten. Alleen die uitdrukking al, dat een leven, een jong leven “de maatschappij” geld gaat kosten. Wat een moeilijke keuze als de test uitwijst dat je ongeboren kind down heeft. Ik kan me zo maar voorstellen dat je dan denkt; had ik het maar niet geweten. Er moet voor iedereen plaats zijn op onze wereld, maar er is de mogelijkheid om kinderen met down niet geboren te laten worden. Het lijkt er dan op dat we een superieur mensenras aan het maken zijn. Maar wat is goed? Waarom zouden mensen met een downsyndroom niet passen in onze samenleving? Waarschijnlijk passen ze er juist heel goed in.

Eén zo’n regeltje in de begroting over een ethische kwestie, we zijn wel erg ver afgedwaald van de eerbied voor het leven. De keuze is voor de ouders. Misschien moeten we als samenleving juist meer om deze jonge ouders heen gaan staan. Waarschijnlijk is familie daar voor bedoeld.


maandag 19 september 2016

Over de papa.


Leuke vrouw met dito man. Kind ook leuk. Ze wilden nog een nachtje kamperen in deze mooie nazomer. Tent mee, bootje mee en op naar de camping. Het meisje stond geduldig te wachten terwijl ik vertelde waar de tent kon staan en waar het bootje kon liggen. Ze wilde elke keer wat vragen, maar de moeder hield haar kort. Niet op een vervelende manier, maar het grietje kwam even niet aan bod.

Even daarna vroeg ze; gaan we dan nu naar de camping? Ze wilde natuurlijk spelen en schommelen en buiten zijn. Ik besloot haar wat aandacht te geven en bekeek met haar de plattegrond. Ze moest op haar teentjes staan om te kunnen zien wat ik aanwees. Ik zei; ‘kijk, daar is de camping, daar komt de tent te staan en daar is het speeltuintje’. ‘En hier is een plekje voor de boot, daar legt jouw papa de boot straks neer’. Ze keek me een beetje wazig aan, ze begreep wel wat ik zei, dacht ik.


Toen ze het kantoor uit liepen zei het meisje; ‘maar jij bent mijn papa niet’. Tsja, dat was een misrekening van mijn kant. Ik hoorde flarden van zinnen, ze waren buiten mijn gehoorafstand. ‘Volgend weekend’, ‘papa’, en ‘die mevrouw weet dat niet’. Het meisje was met haar moeder en nieuwe vriend. Er zijn tegenwoordig veel samengestelde gezinnen en soms loopt dat zo. Dit kind heeft in ieder geval wel een veilige leefomgeving en dat is het beste wat een kind kan hebben. Misschien heeft ze er wel twee, ook nog één bij haar papa.

maandag 12 september 2016

Andere taal, zelfde strekking.


Mijn schoolduits is behoorlijk bijgespijkerd. Duitse watersporters en camperaars spreken de taal die dagelijks aan onze balie te horen is. Soms zijn woorden lastig te vinden, ik kwam er achter dat “Krebs” kanker is. De daarbij behorende emoties zijn in alle talen hetzelfde. Beërdigung hoort ook bij het leven net als Gebürtstag en Heiraten. Dat laatste is trouwen, Gebürtstag is verjaardag. Woorden over het weer en of het schön segelwetter is, daar kom je wel uit. Maar over lastige dingen, die over het leven gaan, dan moet je zoeken.

Gisteren was er een man die het woord entschleunigen gebruikte en dat was nieuw, het betekent letterlijk vertragen. De strekking lijkt op onthaasten en ont-moeten. De aardigheid aan deze Duitsers was ook, dat ze echt niks moesten. De reis was gepland. Drie dagen Balk, een dag Den Oever bij de afsluitdijk en dan door naar Texel. Oh leuk, had ik nog gezegd, wat leuk betekende moest ik dan weer uitleggen.

Maar het plan veranderde, ze gingen naar Renesse. De drie dagen Balk werden een week en gisteren vertrokken zij dus naar Zeeland. Niet dat het groot wereldnieuws is, maar ze namen de dagen zoals ze kwamen. Ze leerden ons het woord entschleunigen. Het woord kenden we niet, de strekking wel. Blijft leuk, als woorden invullen wat je eigenlijk al weet. Het zou zo maar kunnen dat we ons hele leven al kennen en we er alleen de woorden voor moeten vinden.

Het leven ontvouwt zich, jij mag het benoemen. 

maandag 5 september 2016

De tegenwoordige tijd.


Ik merkte wel dat hij nog iets wilde vertellen. Al jaren komen hij en zijn vrouw een paar dagen met de caravan, ze bezoeken dan oud-collega’s. Vier mannen die tijdens het werk vrienden zijn geworden. Een paar jaar geleden stierf de eerste, ze gingen nog wel op visite naar zijn vrouw. Zo ging het ook bij de tweede en afgelopen maand was de derde vriend overleden. Dat was eigenlijk zijn beste kameraad.

Hij vertelde over de man, hoe veel plezier ze hadden gehad en dat het werken altijd goed was geweest. Hij ging verder; hij was erg secuur, maar plezierig in de omgang. Hij was altijd vriendelijk, hij was echt een fijne vent.
Nog geen vier weken was de vriend dood en alles ging in de verleden tijd. Hij is niet de enige, wij spreken allemaal in de verleden tijd als er iemand dood is. Onze taal voorziet keurig in de tegenwoordige en de verleden tijd. Lees de rouwadvertenties maar, hij was dit of dat. Het is allemaal verleden tijd. Terwijl de meesten van ons geloven of in ieder geval denken of hopen dat het leven doorgaat, als het hier op aarde stopt. Als je daar van uit gaat dan zouden we nog in de tegenwoordige tijd kunnen praten, ook al is de persoon niet meer op aarde. De tegenwoordige en verleden tijd van onze taal, maakt wel heel nadrukkelijk de scheiding op de grens van de dood.

Maar wij maken de taal, wij gebruiken de taal. We kunnen ook afspreken om in ieder geval nog een jaar de tegenwoordige tijd te gebruiken. Dat is voor degene die is overleden ook wat aangenamer. Stel je eens voor dat je van de ene op de andere minuut in de verleden tijd bent.

Bedenk maar wat je er van vindt. 

maandag 29 augustus 2016

Boven de tachtig.


Ze mopperde, het mopperen ging vooral over haar man. Hij kon eigenlijk de camper niet meer besturen. Soms zette hij hem ook zo even aan de kant van de weg, dan durfde hij niet verder. Er waren nog maar twee plaatsen waar hij naar toe kon rijden, omdat die plaatsen bekend waren en gemakkelijk te vinden. Als ze dan op een camperplaats stonden, wilde hij weer het liefste snel naar huis.

Ze mopperde maar door, eigenlijk ging het niet meer, maar beide konden ze nog geen afscheid nemen van het vrije leven. Beide wilden ze nog zo graag alles kunnen, de wereld intrekken en uitstapjes maken met hun camper zoals ze dat altijd deden. De man werd ook doof en vergeetachtig, dat betekende dat zij daardoor luider ging praten en alles tien keer moest vertellen. Ze bleven een paar dagen, ze mopperden veel, maar vonden toch ook de rust. Zij fietste naar het dorp voor de boodschappen, zij kookte ook de aardappeltjes, maakte het stukje vlees klaar en zorgde voor de groenten, je moet ten slotte goed eten. Ze betaalde ook en toen zag ik de man voor het eerst. Hij leek nog wel pienter, netjes in de kleren en met een rustige pas liep hij naast zijn vrouw. Ze moest hem inderdaad alles tien keer vertellen, hij had ook echt geen idee hoeveel dagen ze geweest waren, laat staan dat hij wist waar hij was.


Ze waren ver boven de tachtig. Stonden op de grens van een volgende levensfase, nog krampachtig vasthoudend aan dingen die ze niet meer konden. Ik weet niet of de tomtom hun naar huis brengt of dat de vrouw goed bekend is, samen redden ze het nog. En ga d’r maar aan staan, ingehaald worden door de ouderdom. 

maandag 22 augustus 2016

Stille wateren.

Soms klikt het en soms helemaal niet! Het blijft bijzonder, bij de één voel je je direct thuis en bij een ander blijft er afstand. Iets met gelijkgestemde energie ofzo. Een vrouw staat aan de balie en het klikt, echt vanaf de allereerste tel. We praten over van alles en nog wat, ze is vrolijk. We zijn exact even groot en we lachen, kijken elkaar recht in de ogen en het lijkt alsof we elkaar al jaren kennen.

Later op de middag komt er een man binnen lopen, hij ziet er nors uit. Een beetje kortaf vraagt hij naar een ligplaats voor zijn boot. Natuurlijk is het geen zeerover, maar in zo’n plaatje met een houten tweemaster, ruige mannen aan boord, daar zou hij wel in passen. Hij heeft nog alle ledematen, zeerovers missen nog wel eens een been of hand, maar een glimlach of vriendelijk woord is er niet bij. Hoe komt zo’n man toch zo nors? Zou hij door zussen zijn gekleineerd? Heeft hij een norse vader als voorbeeld gehad? Zou zijn moeder hem altijd hebben uitgescholden? Zou een juf de vrolijkheid er uit geslagen hebben? Of zou hij met zijn vriendjes zeeroversgevechten gespeeld hebben en verloor hij altijd? Ik kon het hem niet vragen, dat zou absurd zijn. Maar scenes van een schuchter jongetje bleven rond hangen in mijn hoofd. Sommige mensen hebben een donkere uitstraling, zien er een beetje nors uit, maar zijn dat helemaal niet. De schipper bleef drie dagen en hield zijn masker op. Blij dat er geen rookwolken hangen van vergane schepen, zelfs het kanongebulder bleef stil. Hij nam zijn geheimen mee en voer over stille wateren met diepe gronden.

maandag 15 augustus 2016

Shit Yuri,


Misschien is het wel leuker om sportverslaggever te zijn dan sporter. Maar goed, ik ben geen van beide. Bovendien heb ik weinig sport gekeken en dat is toch wel jammer. Want wat zien die verbeten koppen er mooi uit. De kaatshelden die zich uitleven op de freulepartij en de skutjeskippers, wat een kracht. Voor skutjeskippers heb ik echt een zwak. Vechtend met de wind, maar ze moeten ook de kop er bij houden, zorgen voor hun bemanning en de veiligheid. En dan zijn er nog de protestcommissie en ik weet niet wat nog meer.

Prachtige jonge mensen zien we op de Spelen, ook daar een winnaarsmentaliteit. Het talent voor de sport is één, maar dan moet je de kop er ook bij gebruiken. Nergens is zo duidelijk dat fysiek en mentaal samen erg sterk kan maken. Er zijn zelfs sporter die elke handeling in de geest vooruit bedenken. Ongeveer net zoals skutjeskippers, die alle mogelijke koersen berekenen en hun strategie bepalen. En omdat de emoties zo zichtbaar zijn, voelen we die bijna aan den lijve. Als sporter ga je tot het uiterste en dat vinden we mooi.


Als Yuri van Gelder het dan verknalt, snappen we dat niet. Dan ben je er bijna. Je hebt gevochten, getraind en ook mentaal heeft hij vast alle steun en begeleiding gehad. Zijn kop laat ons zien, dat hij niet het braafste jongetje van de klas is. En ook daarvoor hebben we een zwak, want ga d’r maar aan staan, de strakke oefenschema’s en leefregels op het topniveau. Hij zoekt alle grenzen op, nu is hij over één grens heen gegaan. Verkeerde timing, verkeerde actie en geen krediet vanuit het verleden. Echt shit. De kop er bij houden, zelfs als je denkt dat je zes dagen vrij bent. 

maandag 8 augustus 2016

Zo'n volksdingetje.


Misschien is het wel een volksding, of zelfs een Volksding met hoofdletter. Elk land, elk volk heeft zo zijn eigen ding, zijn eigen struikelblok. Waar Spanjaarden vooral bekend staan om hun siësta, zitten wij met een calvinistisch verleden. Wij leven met; doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg, en ook de kop boven het Nederlandse maaiveld uitsteken hoeft niet zo nodig. Calvijn liet ons ook een groot arbeidsethos na, dat ons vooral veel te doen geeft. We moeten vooral bezig zijn. “Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan” hoort daarbij. Dit volksding is nog groter dan de waarden die je met de paplepel binnenkrijgt, daar kun je je ook in verslikken, maar dat is nog te behappen. Het volksding zit veel dieper, de meesten van ons zijn nogal doenerig.

Alleen al het woord “lui”, doet ons griezelen. “Luieren”, kan dan nog net. Luieren klinkt voor een kort moment, dat mag dan eventjes. Maar dan nog het liefst met een boek in de hand, zodat het lijkt dat je toch iets doet! Een enkeling durft te zeggen dat de vakantie gebruikt is om lui te zijn. De boeken zijn niet gelezen, de geplande fietstochten zijn niet gefietst en de kilometers wandelen zijn niet gemaakt. Men was gewoon lui! Durf jij dat hardop te zeggen? Of houd je liever een boek in je handen, ook al blijf je constant op bladzijde 43? Lui zijn is privé, dat doe je het liefst in je eentje. Want wat zou men wel niet denken?!

Lekker zo’n volksding, vooral tijdens de vakantie. Benieuwd hoeveel mensen tegen collega’s durven zeggen dat ze nooit verder dan bladzijde 43 zijn gekomen? Drie weken lang.



maandag 1 augustus 2016

Eens per jaar.

  
Het overkomt me elk jaar wel een keer. Ik word door een campinggast staande gehouden. En op een toon die alleen voor samenzweerders is, komt de vraag er met wat schroom, bijna fluisterend uit. “Klopt het wel, ik zie geen leven in de caravan naast ons?”. En op de één of andere manier versterken onze thrillerachtige gedachten elkaar. Zonder dat we het uitspreken, weten we dat ons denken hetzelfde is. “Geen leven in de caravan”, betekent dat er iets ergs gebeurd moet zijn. Messteken zijn het meest simpele. Vergiftiging door iets als rattenvergif is altijd mogelijk. Dood door uitputting lijkt overdreven, en tijdens de daad, ja die daad, daar willen we niet aan denken. Diefstal van luttele euro’s met een fatale afloop lijkt wat ver gezocht. Door zuurstofgebrek zou nog kunnen of overmatig drankgebruik in combinatie met medicijnen. Maar voordat de doodsoorzaak is vastgesteld moet de caravandeur open. Gordijntjes zijn al een paar dagen dicht, de fietsen keurig opgesteld in de voortent, het tafeltje en de stoeltjes netjes opgeklapt. Een gebruikte barbecue en een fleurige parasol wijzen op het plezier dat er wel geweest moet zijn. Hooggespannen is de verwachting van wat de statische stilte verbergt.

Dan stop ik de onuitgesproken verhaallijn en vertel dat de man en vrouw een paar dagen naar huis zijn om de plantjes water te geven, de post te checken en het gras te maaien.


Eens per jaar krijgen psychologen hun gelijk; in een ieder van ons zit een donkere kant.

maandag 25 juli 2016

Bestemming.


Vakantie betekent even weg. Heel ver of dichtbij, je hebt een bestemming gezocht. Een enkeling gaat simpelweg op reis. Bootjesmensen en camperaars hebben de luxe om gewoon weg te gaan. Ze hebben hun huisje bij zich. Ze hoeven nog niet te beslissen, de bestemming is elke dag weer nieuw. Zeilers hebben het helemaal prachtig zij gaan, zoals het gezegde meldt; waar de wind hen brengt. Per dag afwachten hoe de wind waait. Een camperaar vertelde mij eens; eigenlijk moet je een paar dagen blijven waar je bent, dat is pas relaxen, doorreizen geeft onrust dan ben je nergens écht geweest.

Bestemming is voor iedereen anders, het klinkt als einddoel. Iets wat je wilt bereiken, waar je naar toe wilt, dat wat je bestemming is. Bestemming is ook je roeping, het woordenboek zegt zelfs; aangeboren aanleg. Je hebt een hele reis te gaan voordat je je eigen bestemming hebt gevonden. Luister vooral eens naar de vrouw van de camper; ze wilde een paar dagen blijven. Even tot rust komen. Je kunt je bestemming overal vinden, maar in de rust voel je het.


Kijk om je heen, het is fantastisch om in een heel andere omgeving te zijn. Maar je neemt jezelf mee. Altijd en overal. Ver of dichtbij, je bestemming moet je ontdekken. Je hebt een heel leven de tijd, lange reizen kun je maken of korte dagtripjes. Maar in de rust van het zijn vind je je bestemming en dat is de allermooiste reis.

maandag 18 juli 2016

Het echte leven?!


Opeens fietsen er allemaal kinderen over straat. Kinderen met plezier, kinderen met lol en maar ook kinderen met een lichte frustratie. WEG, SHIT, NEE, daar gaat er weer één, gemist, net zoals de vorige keer. Pokémon go is een nieuw gamespel. Het is niet alleen nieuw het is zelfs heel vernieuwend! Kinderen spelen het spel met een app. Ze moeten er voor naar buiten. Op hun beeldschermpje staat de plattegrond zoals op google maps en daar zien ze wezentjes, de Pokémon, die ze dan kunnen vangen. Er wordt buiten gespeeld, dat is mooi. Je ziet echt veel fietsende kinderen. Het is bijna ouderwets gezellig.

Maar in welke wereld leven ze dan? Zitten ze op hun fiets en doen ze een spelletje, of zitten ze helemaal in de gamewereld en zoeken ze naar Pokémon. Ik weet het niet, ik doe niet mee, maar ik denk dat de lijn tussen werkelijkheid en spel erg dun is. Bedenk maar hoe je het als kind zou vinden als er opeens een Pokémon voor je op straat staat, dan wil je die vangen. Het is een mooi zomerspel. De servers die de spelletjes nu moeten ondersteunen, zodat elk kind in Nederland het spel kan spelen, slaan op hol. Nog even uitstel.

Van alle dingen in de wereld, kun je je niet afwenden. Onze kinderen moeten leren wat echt is en wat schijn is. Ik kan niet beoordelen of het Pokémonspel daar aan bijdraagt of juist slecht is. Kinderen moeten spelen, grenzen opzoeken, ook de grens van de werkelijkheid versus gamewerkelijkheid. We kunnen ze nauwelijks helpen. Het enige wat we kunnen doen, is zo nu en dan eens vragen waar ze mee bezig zijn!

Zolang de mobiel aan staat, hoef je echter geen zinnig antwoord te verwachten.


maandag 11 juli 2016

Mooi Gaasterland.


Ze kan de emoties niet verbergen. Ik had verteld dat het prachtig fietsen is in Gaasterland. Langs het water of naar Oudemirdum door het bos. Ja, zei ze, ik ken het daar wel. Ze is niet de eerste, die met herinneringen aan Mooi Gaasterland bij ons aan de balie staat. Aan haar gezicht zie ik de grote impact van de vakanties naar Mooi Gaasterland. De villa en de gebouwen werden gebruikt als kinderkoloniehuis. Het was de bedoeling dat de kinderen wat konden aansterken in de zomer en dan weer naar huis. Het heette dat het vakanties waren voor de bleekneusjes.

Zeven jaar was ze, “er werd de hele dag op je gelet” zei ze. “En als je je eten niet op had, werd je in de douche gezet, en ook niet voor eventjes”. Toen wist ze het niet, maar ze kon bijna niet eten omdat ze last van heimwee had. Ze lustte ook geen pindakaas, schraapte dat met haar kleine nageltjes van de boterham en smeerde het onder de tafel. Maar na het eten werden de tafels gecheckt. Zes weken lang, de hele zomer naar Mooi Gaasterland. In de winter kwam er altijd een mevrouw bij hen thuis. Ze sprak dan af of het meisje weer naar Mooi Gaasterland kwam. Oh daar is ze weer, verzuchtte het meisje van toen. Nu nog komt de emotie sterk naar boven.

Vaak kwamen de kinderen uit grote gezinnen. Ouders waren waarschijnlijk blij dat één van hun kinderen een goede verzorging kreeg. Maar de afschuw is na vijftig jaar nog steeds te zien. Ze wilde nog een keer kijken, of het grote huis er nog staat. Van drie vrouwen heb ik deze verhalen gehoord, misschien hebben andere kinderen het wel goed gehad. Nu kun je er heerlijk ongedwongen eten in alle vrijheid.

Wel sterke vrouwen, dat jullie nu het leven rond maken en durven kijken naar trauma-ervaringen uit je jongste jaren.


maandag 4 juli 2016

Op de koffie.


Ze had een luide stem, daar kon ze niks aan doen. Ook de man praatte nogal hard. Alle klanten en het personeel konden hen horen. Winkelier is denk ik één van de mooiste beroepen, je kunt namelijk de hele dag mensen die in jouw winkel lopen, observeren. Vooral echtparen vind ik soms hilarisch. En dan vooral als ze alleen in de vakanties samen boodschappen doen. Dit stel ging werkelijk over alles in gesprek en iedereen kon het horen. “Zijn de suikerklontjes op, heb je nog wel wat voor bij de koffie, en wat als Jan en Ans komen?”

Zij had geen zin om te koken, maar hij wilde toch wel een fatsoenlijke hap. Zo ging het van gangpad tot gangpad, van het brood tot aan het bier. En toen schrok ik me werkelijk te pletter. Een enorm lawaai. Het was een absurd malle ringtone van de mobiel van de man. Misschien waren ze wel wat doof ik weet het niet. Hij keek wat wazig om zich heen, maar zij zei; dat is jouw telefoon! Hij nam op, met naam en toenaam, “ja, we zijn er, net aangekomen en we doen boodschappen”. De beller wilde de vrouw spreken. Weer het hele verhaal; “ja, we zijn net aangekomen, het is niet mooi weer, maar we maken er wel wat van, ja we doen nu boodschappen”. Er werd een nieuwe afspraak gemaakt, want ze waren nu met vakantie. “Volgende week vrijdag. Ja, dan zijn we er weer. Om tien uur op de koffie, ik maak er wel appeltaart bij, dat vind je lekker hé, nou doei”.

Ze ging verder; “dat was Loes, ze komt volgende week vrijdag koffie drinken, moet ik appeltaart maken, om tien uur.
We zijn allemaal op de hoogte.



maandag 27 juni 2016

Mens versus systeem.


Met heel veel mensen vertegenwoordigden wij afgelopen week dé Nederlander. Onze minister van binnenlandse zaken, Plasterk, had een aantal vragen voor ons. Hij wilde het volk peilen. Werkelijk alle onderwerpen kwamen voorbij, van vluchtelingen tot aan de zorg, van burenhulp tot betutteling. Mooie discussies, veel meningen, maar toch ook een saamhorigheid. Wij waren allemaal Nederlanders, zo voelde dat ook. Maar wat is dat dan?

De Engelsen waren zich in één klap bewust van het systeem. Het Brexit zorgt ervoor dat mensen in Engeland zich niet meer Europeaan voelen. Vooral voor de jongere generatie vind ik het sneu, zij voelen zich Europeaan. En zien hun kansen in Europa vervliegen. Psychologen zouden moeten uitzoeken op welke argumenten men heeft gekozen. Is het de weerzin tegen de gevestigde politiek, de logge onmacht van de EU, of een jolige debater die roept dat Engeland het zelf wel kan?


Op de burgerconferentie van afgelopen week, ontmoette ik een prachtige vrouw, ze kwam uit Rotterdam. Beide waren we op de dag aanwezig en beide waren we vrouw. Voor de rest was zij totaal anders dan mij. Haar uitbundige kledij paste prachtig bij haar donkere huid. Haar afkomst was al net zo kleurrijk als zijzelf. Omdat we luisterden voelden we ons verbonden. We waren op de eerste plaats mens. We stapten fier over het systeem van wij-zij heen, omdat we beide mens zijn. Het zou zomaar kunnen dat daar de kracht ligt, van mens tot mens. Nederlander, Brit, of Europeaan, als je luistert naar de mens, ken je de ander, begrijp je de ander. Met wat voor achtergrond dan ook. Systemen als de EU zijn vooral bedacht voor macht en kracht en economie. Het is niet allemaal verkeerd, maar vergeet de mens niet. 

maandag 20 juni 2016

De langste dag.


We zitten rond de langste dag, 21 juni. De langste dag en de kortste nachten. Na 21 juni gaan we naar de kortste dag, die van 21 december. De zonnewenden noemen we dat. De zomerzonnewende is nu, rond 21 juni, dit jaar is het exacte tijdstip al op 20 juni om 22.34 uur. De winterzonnewende is rond 21 december. In de duale wereld hebben we dus beide, het donker van de nacht en het licht van de dag. Als het goed is zijn zij in evenwicht. Maar er is altijd de wetenschap dat na de donkere dagen rond Kerst we weer naar het licht toe gaan. Hoe vol dit met symboliek zit, mag je zelf bedenken.

Oude volken hadden geen klokken en geen kalenders, zij leefden dichter bij de natuur en vierden ook de zonnewenden. Ze tekenden dat zelfs op muren in de grotten. Een liggende acht, het lemniscaat laat de kalender zien van de baan die de zon gaat. Een ronde langs de winter en een ronde langs de zomer. In het middelpunt kruisen de banen elkaar weer. Het middelpunt met de ronden langs de zomerzonnewende en de winterzonnewende. Of hier symboliek in zit mag je zelf bedenken.

Van oudsher werd zowel de geboorte van Jezus als de geboorte van Johannes de doper gevierd. De viering van de geboorte van Jezus is rond Kerstmis, de geboortedag van Johannes is 24 juni, die rond de langste dag wordt gevierd. Met Johannes worden de dag korter, hij staat voor het bezinnen, het naar binnen keren, de schaduwkanten. Maar wel met de belofte van de geboorte van Jezus in de donkerste dagen. Waarna de dagen weer lengen en het lichter wordt.


Mooi de symboliek, de werking van de natuur en wat het zou kunnen betekenen. Er leiden vele wegen naar Rome, zo zijn er ook vele betekenissen en dat mag je zelf uitzoeken. Dat heet leven. 

maandag 13 juni 2016

Over leven.


Deze column gaat over leven en over overleven. Overleven betekent zoiets als, je leeft nog terwijl je onder de omstandigheden was overleden. Je hebt een kwaal of ziekte overleefd omdat er bijvoorbeeld medische wetenschap is. Simpel voorbeeld is al een operatie van een ontstoken galblaas, als men die niet had geopereerd, dan was ik niet ouder dan 31 jaar geworden. De mens is inmiddels in staat om in een ver stadium te beschikken over leven en over dood. Ingevroren embryo’s, wat doe je daar mee, een zelfgekozen dood bij ziekte wat doe je daar mee? Een dood omdat het leven niet meer veel te bieden heeft, wat doe je daar mee?

Ik vind dat nogal persoonlijke vragen, we denken in een vrij land te wonen, maar zelfs deze persoonlijke levensvragen worden beoordeeld door de politiek. Bij het nieuwe plan voor orgaandonatie, is iedereen in één klap donor. Mits je registreert dit niet te willen. Ik vind dat nogal een enge gedachte. Eng in tweeërlei zin; ten eerste te eng gedacht en ten tweede eng, omdat als je even niet op let, het nieuws niet volgt, je net met vakantie bent, bij thuiskomst ineens donor bent.

Klacht is nu dat er te weinig donoren zijn en tuurlijk klopt dat, ook al overweeg je om donor te worden, daar denk je nog even over na en dan ga je niet meer op een site zoeken, je burgerservicenummer er bij pakken om je dan aan te melden. Praktisch gezien, zou ik voorstellen, laat het aan de huisarts over; laat die bij iedere bezoeker de vraag stellen; wilt u donor worden.

Dan is de vraag directer en de respons waarschijnlijk groter. Mensen zijn mondiger geworden, bovendien kunnen we zelf nadenken. Als we dan de goede argumenten op een rij zetten mag je zelf beslissen. Vragen die dan ook beantwoord moeten worden zijn deze; wanneer ben je dood, met andere woorden wanneer mag het mes er in? Tot hoe ver gaan we in de medische wereld, tot wanneer beschikken we over leven en over overleven? Wat gebeurt er met je organen? Het is jouw leven, jouw dna, dat kan nog heel lang doorleven na jouw dood. Er zijn verhalen bekend van mensen die een orgaan van iemand anders krijgen, maar daarbij ook eigenschappen van de donor. Het is jouw leven, jouw lijf. Als alles energie is, dan ben je na jouw dood nog steeds energetisch verbonden met je levende organen, heeft iemand daar wel eens aan gedacht? Wil je na je dood anderen helpen, wat zou jezelf willen als je op een donorhart zit te wachten? Als politici er al mee worstelen, geef ons dan de vrijheid om er ook mee te worstelen. Geen actie is in deze ook een actie, om je er aan te herinneren dat dat ook een actie is mag de huisarts je vragen naar jouw actie. Maar maak ons niet allemaal donor, zo werkt dat niet.

De politiek heeft afgelopen week verdeeld gestemd, net zo verdeeld als onze stemmen. Het voorstel haalde het niet, we blijven dus in vrijheid leven over de actie in ons eigen leven.


maandag 6 juni 2016

Geen vaste woonplaats.



Mensen die even uit van huis zijn, vertellen de gekste dingen. Ze vertellen ook heel veel. Dat is mooi voor als je columns schrijft. Soms gaat het over het weer, maar meestal over henzelf, over de reizen, waar men allemaal al geweest is. Of persoonlijke verhalen over gezondheid en over wat ze hebben meegemaakt.

De afgelopen tijd waren er een aantal camperaars, die in de camper woonden. Sommigen bewust, anderen uit nood, omdat het huis verkocht was en er nog geen nieuwe woonplek was gevonden. Of omdat het werk hen naar het Noorden bracht. Maar allemaal zochten ze naar de vrijheid die het nomadenbestaan van de camper brengt. Geen vast huis, geen verzekeringen, geen onderhoud, geen schoonmaken, geen ramen lappen, geen voortuin die netjes moet zijn voor de buren en geen hypotheek.

Op een gegeven moment in de geschiedenis ging men dorpen vormen, daarvóór trokken mensen van gebied naar gebied. Totdat het hen makkelijker leek om op één plek te gaan wonen. Dieren te houden en ook een voorraad van voedsel te maken en daar stopte het nomadenbestaan. Sommigen van ons zijn het nooit helemaal kwijt geraakt. Maar stel dat we allemaal in kleine campertjes zouden wonen en over de wereld reisden. Hier en daar grote ontmoetingsplaatsen, waar je toiletgebouwen hebt en kunt tanken, of liever elektrisch kunt opladen en dan weer verder.

Als iemand nu geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, dan vinden we dat sneu voor die persoon, maar eigenlijk is dat het mooiste wat er is; vogelvrij de wereld door. Ik heb geen adres zei de camperaar, maar voor de winter wilde hij toch wel erg graag weer de vastigheid van een huis.


maandag 30 mei 2016

Op het leven.


Ze wachtte op de dood. Niet op die van haar zelf, maar op de dood van haar klanten. Natuurlijk zijn haar klanten mensen en zo bekijkt zij hen ook. Ze is begrafenisondernemer. En net als iedere ondernemer heeft ook zij een eigen klantenkring. Oprecht zei zij; ik heb het beloofd dat ik er voor hen ben. Een prachtige lieve vrouw met een beroep vol liefdevolle zorg voor de ander.

Ze waren een weekendje weg met de camper en de vraag was; als ik onverwacht weg moet, als er iemand dood gaat, kan de slagboom dan open? Er lag niemand op sterven, dat was de kansberekening die de onderneemster maakte. Maar ja, de dood komt als een dief in de nacht.

Een dief in de nacht, daar zitten we niet op te wachten. Op de dood ook niet. Zij wel, ze verwachtte op elk moment de dood. Een bijzonder beroep, dat je zoveel met de dood bezig bent. Ik vind het in deze column al veel, liever stellen we het een flinke tijd uit. We zijn druk met het leven. Maar de momenten van geboorte en van sterven zijn waarschijnlijk de grootste stappen in ons leven, daartussen in zit het leven, oftewel dit leven. Wat een uitdaging om dit leven groots te maken. Zolang je leeft kun je de kans benutten.

We durfden de uitdaging aan, we gingen ervan uit dat er niemand zou sterven die nacht. Dat voelde als de dood trotseren, we stellen hem nog even uit. Er ging niemand dood, het stel had een fijn weekend. Ze genoten van het goede leven

maandag 23 mei 2016

Mei,


Dat je een openingszin kunt maken, die iedereen kent. Die na meer dan honderd jaar nog steeds prachtig is en waar een grote kracht in meegegeven is. Eén zin die het hele gedicht van meer dan vierduizend regels omarmt. Heel even stond ik naast de schrijver. Zocht ik naar woorden voor de sfeer van de avond. Het water stroomt tussen de kades en aan weerszijden zijn straten. De linden als stille getuigen, tonen de prachtige frisse kleur van deze lente. Huizen staan van oudsher aan de gracht. De schemer valt als voorbode van de nacht.

Op de brug bij het gemeentehuis staat de tijd even stil, gierzwaluwen vliegen af en aan. Ooit was zo’n stille zomeravond inspiratie voor Herman Gorter. Hij schreef maandenlang aan zijn Mei. Dé Mei, het meisje Mei. Waarin hij het leven van het meisje beschrijft, als het leven zelf. In Mei zit zoveel poëzie, zoveel zintuiglijke beschrijving, maar ook zoveel diepgang. Het vergt een hele studie om de Mei uit 1899 te kunnen vatten.

En wij kennen alleen de eerste zin; een nieuwe lente en een nieuw geluid. Vorig jaar kwam ik hem zo maar tegen. Ik fietste op de Zeeweg naar Bergen aan Zee en daar stond hij. Het leek alsof hij op mij wachtte. Samen lazen we de woorden die op zijn sokkel stonden; de dagen zijn lichtreuzen, daar wandel ik, laag tusschen.

Ik fietste naar Zee en daar wandelde ik verder. 

maandag 16 mei 2016

Kunst.


Er was een kunstmarkt in het dorp. Ik zag kunst in veel soorten. Het was echt ontzettend mooi en ook inspirerend. Kunst, wat dan ook, is verbonden met passie. Met het overbrengen van een gevoel via het schilderij naar de ander. De toeschouwer wordt geraakt door de emotie en de passie die de kunstenaar in het kunstwerk verwerkt. Zo werkt het.

Het was een koude dag, met wisselvallig weer. Zon en regen waren beide aanwezig. Samen vormen zij ook kunst. Als regendruppels worden beschenen door de zon, zie je kunst uit de natuur. Zeven prachtige kleuren zijn beschikbaar. En op de plek waar het licht van de zon de waterdruppels breekt daar ontstaat een kunstwerk. Ik keek naar de boog. Druppels vielen op de grond, gekleurde druppels. Als toeschouwer was ik geraakt door de kunst. De kunstenaar heeft al zijn passie in het kunstwerk verweven. Zo mooi dat er ook mensen zijn die durven te creëren, creaties durven te maken. Afgeleid van de grote kunst die natuur heet. De kunst van het raken van de toeschouwer. De Grote Kunstenaar is daar prima in geslaagd. We zijn allemaal nog steeds bij elke regenboog verwonderd door de prachtige kunst in de natuur. We hoeven het niet te evenaren. Maar als een kunstenaar gevoel kan overbrengen, kan laten verwonderen, ja dan maken we de wereld wel een beetje mooier.

Het is niet voor niets dat kunst en kunstenaars een aanvulling zijn in het dagelijkse leven. Kunst spreekt namelijk meer dan logica, tot het hart. En die taal spreken we te weinig. Kunst is een mooie vertaler. Je voelt het als je naar een kunstwerk kijkt, naar een mooi schilderij, of naar de regenboog.


maandag 9 mei 2016

Prachtig meisje.


Je hebt jongen-meisjes, jongensachtige meisjes en meisje-meisjes. Van die schattige, om te zoenen meisjes. Met prachtige prinsessenjurkjes, een maillot erbij en lange paardenstaarten. Ik zag een meisje-meisje, maar ze wist nog niet zeker of ze dat wilde zijn. Haar roze jurkje was prachtig. Roze is van meisje-meisjes. De gympen er onder zagen er absurd stoer uit. Haar donkerblauwe jas was nog van de winterperiode. Maar plezier had ze sowieso. Ze klom over de basaltblokken op de grens van water en land. De dikke zolen van haar gympen gaven haar grip, haar winterjasje hield haar warm en haar jurkje bezorgde haar het plezier van het meisje-meisje zijn.


Wat een mooie combinatie van menszijn. Ze hield geen rekening met de etiquette, ze hield zich bij lange na niet aan wat alom geaccepteerd wordt. En van ongeschreven regels had ze nog nooit gehoord. Het meisje was nog puur. Luisterde vooral naar zichzelf en deed waar ze zin in had. En op de zonnige dag had ze zin om eindelijk een zomers roze jurkje aan te doen, maar ze wilde ook graag klauteren. Eigenlijk zou het leven altijd zo moeten blijven, niet hoeven kiezen wat het beste is. Wat volgens de regels hoort, of voldoen aan verwachtingen van je omgeving. En dan heb ik het hier alleen nog maar over een klein meisje met stoere gympen. Het leven zou een stuk simpeler zijn, als we de ander in zijn eigen waarde zouden laten. Moet je eens kijken hoeveel eigenwaarde je dan aan iemand geeft. Dat is waardevol; om eigenwaarde te hebben. 

maandag 2 mei 2016

Ken uzelve.


Hij vond zichzelf een laatbloeier, pas op zijn dertigste had hij ontdekt hoe heerlijk het is om te zeilen. Nu geniet hij van de wind in de zeilen, vraagt zich af welke koers het beste is. Zeilt aan de wind en weet dat je koers moet houden anders gaat de vaart er uit. Hij houdt van het geluid van de golven tegen de boot. Het spel met de elementen, wind en water. Hij wist niet dat hij zeilen zo mooi zou gaan vinden. En dat verbaast hem nog het meeste, hoe kan het dat je van iets gaat houden, terwijl je dat nooit van jezelf had gedacht. Hij vraagt het zich letterlijk af; ken ik mezelf dan niet beter?

Je moet natuurlijk wel tegen zo’n zeilboot aanlopen. Kom je die niet tegen op je vaarweg, dan weet je ook niet wat het is. Maar je kunt ook verder kijken dan je vaste gedoetje, wellicht laat je onontdekte hobby’s liggen, of erger nog; talenten, of nog erger; dingen waar je gelukkig van wordt. De ouwe Griekse filosofen waren zo gek nog niet. Boven de tempel van Apollo stond het Gnoti Seauton, oftewel: Ken uzelve. Socrates beweerde dat ware kennis begint bij zelfonderzoek. De heren filosofen vonden in die tijd, dat een niet onderzocht leven het niet waard is om geleefd te worden. Dat bedachten ze dus vroeger allemaal in Athene! Drie, vier eeuwen voor Christus. Voor nu geldt;

Het is nooit te laat om zeiler te worden.


maandag 25 april 2016

Vertrouwelijk.



Je mag het niet doorvertellen, deze column kan niet openbaar, want dit is vertrouwelijk. Sommige gasten bij ons in de jachthaven, doen namelijk helemaal niets. Ze komen naar de boot en vertellen thuis dat ze druk zijn met verven en lakken en schuren. In werkelijkheid klooien ze een beetje met een verfkwast en een poetsdoek wappert, maar dat is het dan ook. De vrouwen zeggen dat ze de boot “himmelje”. Maar ze vertellen mij in vertrouwen;” ik doe helemaal niets, ik pak een boek en ga zitten, en misschien lees ik ook wel helemaal niet!”

We leven in; drukdrukdruk. Dat lijkt de dagelijkse mantra. Iedereen schijnt het druk te hebben, op het werk, thuis en zelfs in vrije tijd is het nog steeds druk. En als we even niets doen, checken we nog steeds appjes, mail, facebook en het laatste nieuws. Sommige van onze gasten durven niets te doen. Niet zeggen hoor, maar durf jij het ook? Helemaal niets doen? En ook niet denken aan wat je allemaal hád kunnen doen, want dan is het effect weg. Niets doen, helemaal niks. Ga maar es kijken of je dat kunt. Ik vertel het niet verder. Ik doe niks meer.

maandag 18 april 2016

Over privacy.


Ergens in een uithoek van mijn brein borrelt een waanzinnig ongehoorzaam idee. Maar ik denk niet dat ik het aandurf. Ik wil wel eens uitproberen wat er gebeurt als ik op internet zoekwoorden gebruik als; Syrië, kalifaat, bomgordel en explosieven. En dat elke dag dertig keer, wat zou er dan gebeuren? Ik durf het niet aan. Want als ik “Lanzarote” opzoek, omdat ik wil kijken waar mijn vriendin op vakantie is, krijg ik prompt allemaal aanbiedingen in beeld van hotels op dat Canarische eiland. Dat geldt trouwens ook voor het zoeken naar parasols, auto’s of een bikini. Google weet wat ik doe. Een hele inlichtingendienst kent mijn digitale handelingen. De pinbetaling van mijn boodschappen, de appjes die ik verstuur, mijn mailbox, mijn bankoverzichten, mijn routes via de tomtom, de boeken die ik leen, waar ik mijn kleren koop, hoeveel elektriciteit ik gebruik en hoeveel vullingen ik heb.

Veiligheidsdiensten willen alles van mij weten. Ze gebruiken dit voor mijn eigen veiligheid. Minder privacy is meer veiligheid zo suggereert onze overheid. Als er meer bekend is van iedereen heb je terroristen sneller in beeld is het vermoeden. Privacy en veiligheid hebben beiden met gevoel te maken, wat vind je belangrijker je privacy of je veiligheid. En dat is nog knap complex. Veiligheid is te meten, de kans dat je bij een aanslag raakt betrokken is erg klein. De impact is groot, maar dat het jou overkomt is klein. Je kunt ook tellen hoeveel digitale handelingen je doet en hoeveel daarvan worden gecontroleerd. Dan heb je rationele cijfers, maar het blijft appels met peren vergelijken. Het klopt ook niet, want als alle gegevens van iedereen openbaar zijn, hebben we dan een superveilig land?


Als u volgende week een zware politiemacht over de jachthavendijk ziet scheuren, dan heb ik toegegeven aan dubieuze zoektermen op google.

maandag 11 april 2016

Over geld.


Hij betaalde met een briefje van 500, kassières waren in rep en roer. En dat is logisch, 500 euro is veel, dan moet het wel echt zijn. Het is slechts een briefje, maar de man kan er mee betalen, al vinden winkeliers het risico groot. De klant vond het heel gewoon. Het is ten slotte een wettig betaalmiddel. Bovendien blijft dit briefje in omloop. Er is ook geld dat wordt weggesluisd. Via slimme trucjes naar landen waar de belastingdienst niet bij kan komen. Er zelfs geen weet van heeft.

Panama Papers, het klinkt als een spannend verhaal. En misschien is het dat ook wel. Verhalen hebben vaak een diepere betekenis. Panama Papers ook. Het gaat over hebzucht, het steeds meer en meer willen hebben. Het is ook nog eens legaal om geld over te boeken naar andere landen, of eigenlijk het in constructies te beleggen waar onze belastingdienst niet van weet. Rare wereld. Jan met de pet, wil ook geen cent te veel belasting betalen. Maar degene die de trukendoos kent of iemand betaalt die de trukendoos kent, gaat er met de poen van door.

Tweede laag in het verhaal van de Panama Papers is deze; hoe eerlijk en oprecht ben je? En meer nog; zijn je handelingen eerlijk? En wat zou jij doen?


Het is echt een goed verhaal voor een sprookje. Prinsen op witte paarden en prinsessen in paleizen, die alleen maar meer willen. Een volk dat paarden en koetsen voorbij ziet rijden. Gelukkig is er ook een goede fee en net voordat ze het verhaaltje uitblaast, schrijft ze met sierlijke letters hoog in de lucht; morgen is uw geld ontwaard en geluk uw werkelijke aard. 

maandag 4 april 2016

Twee mannen en een referendum.


Twee mannen op een gewone zaterdag. In de ochtend zei de ene; mijn hart ligt in Friesland. Zijn werk en wonen, houden hem elders nog steeds vast. Hij wil erg graag naar Friesland maar er moet ook brood op de plank. De andere man zei in de middag; ik vind het een voorrecht om in Friesland te wonen. Ik vergat om te vragen waar hij dan eerst had gewoond. Maar hij vond het dus een voorrecht. Zijn woorden zaten in mijn hoofd. Ik vind het geen voorrecht, ik weet niet beter. Dat betekent niet dat ik niet blij ben. Ik hou van Friesland, ik vind het weidse land en de meren en al het water prachtig. Dit is mijn thuis, hier stond mijn wiegje.

Maar wat als je wieg in de Oekraïne heeft gestaan, dat je daar tussen Rusland en Europa bent opgegroeid. Wij kunnen ons dat nauwelijks voorstellen. Je weet dat je voorouders eeuwenlang bij Rusland hoorden, de toekomst is waarschijnlijk op Europa gericht. En dan is er een landje dat een nieuw politiek gereedschap gaat uitproberen. Dat landje, Nederland dus, heeft een nieuwe wet. De referendumwet. Dat betekent dat als je genoeg handtekeningen hebt, je over elk willekeurig onderwerp waar het kabinet over moet beslissen een raadgevend referendum kunt houden.

Dat is een prachtig democratisch middel, maar laat het dan alsjeblieft gaan over zaken waar we verstand van hebben, die ons aangaan. Eigenlijk zou je standaard elke maand een stemming moeten houden, over beslissingen van het kabinet. Eens in de vier jaar is te weinig om betrokken te blijven. Bovendien hebben partijen de pech dat ze met andere partijen moeten regeren en altijd hun programma moeten aanpassen.

Om mensen bij besluitvorming te betrekken moet je hen vaker vragen. Dat is democratie ten top. Geen flauw idee wie er nu baat heeft bij dit referendum. Het is een voorrecht om in een democratisch land te wonen, moet het referendum wel goed gebruikt worden.