Een gele bestelbus en
een witte auto. Op zich geen wereldnieuws, maar het viel op. Het meest vreemde
waren de steunen voor kano’s boven op de auto’s. Die steunen werden ook echt
voor de kano’s gebruikt. Een tochtje maken eind november, is wel erg
opmerkelijk. En ook niet helemaal zonder risico, het water is namelijk nogal
koud met dit vriezende weer. Kano’s door de Luts en verderop was een
Kerstmarkt. Ook daar was ik nog niet aan toe eind november, maar anderen
gelukkig wel. Thuis stond de radio aan en ik hoorde bekende klanken, ik moest
even nadenken, want het liedje hebben we elf maanden niet gehoord. Het was een
Kerstliedje.
Kerstliedjes, een kerstmarkt
en kano’s. Over die kano’s, de heren kanovaarders, maakte ik me het meeste zorgen.
Op het moment dat de zon schitterend onder ging en het silhouet van ons dorp
met kerktorens zichtbaar werd, miste ik nog steeds de kano-mannen.
Hoogstwaarschijnlijk zaten zij in de één of andere kroeg, bij een knapperend
haardvuur aan de berenburg en stamppot of zoiets, terwijl ik me zorgen maakte
om mannen die zich bij mij niet hoefden af te melden.
De volgende ochtend,
het was een mooie rustige zondagochtend, waren er nog steeds geen mannen met
bijbehorende kano’s. De auto’s met kanosteunen waren stille wachtenden. Waarschijnlijk
had de kroeg met het knapperend houtvuur en de berenburg ook bedden, ik weet
het niet. Wat ik wel weet is dat iedereen maar wat doet, kerstliedjes voor 1
december. Prachtige Kerststukken terwijl ik nog in de herfst zit, kano varende
mannen midden in de winter. Vroeger was alles overzichtelijker. Vroeger had ik
het ook nooit over vroeger.