Samen met mem de
verjaardagstaart ophalen. Negen jaar wordt hij en er is een prachtige taart
besteld. De bakkersvrouw zet de taart op de hoge toonbank, mem haalt het deksel
er even af. Eigenlijk kan hij zijn evenbeeld niet zien, maar dat zegt hij niet,
hij is immers al groot. De andere mensen in de winkel zien wel een kleurrijke
taart. Er staat een schat van een jongen op, met blonde haren en blauwe ogen. De
slagroom lijkt wel een sierlijke lijst om een mooi schilderij. De jongen is een
beetje beduusd van zoveel aandacht voor zijn foto op de taart en nu weet ook iedereen
dat hij jarig is. Zo puur, niet kinderachtig want dat ben je als kind nooit, de
jongen van negen jaar is nog puur. Mem heeft ook heel veel bolletjes besteld,
hij moet voor haar een tas uit de auto halen. Dat kan hij wel!
Hij weet niets van
geopolitiek, van spelletjes van grote mannen die denken de macht in de wereld in
handen te hebben. Hij weet niet van muren bouwen om landen heen, van mensen uit
sluiten en verdeeldheid tussen de mensen brengen. En als hij wil kan hij op elk
vliegtuig stappen, geweigerd wordt deze knul niet. Hij hoeft ook niet “normaal”
te doen want hij is gewoon zichzelf. Hij hoeft ook geen onhandige knuffels uit
te delen. Dit is wat we zagen van mannen op televisie. Misschien moet hij op
het speelterrein wel voor zichzelf opkomen, of moet hij in de klas tegen andere
jongens opboksen, ik weet het niet. Iedere jongen heeft voorbeelden nodig, ik
hoop dat er een lieve heit is en omkes en buurmannen die goede voorbeelden
zijn. De mannen die zelf vinden de groten der aarde te zijn, zijn vaak niet de
beste voorbeelden.