Daar stonden ze met z’n tweeën. Tussen
het gras en de klinkers van de bestrating, hadden de felgekleurde paardenbloem en
het alleraardigste paarse bosviooltje vele maaibeurten overleefd. Het prachtige
kleine viooltje had mijn voorkeur. De paardenbloem vinden we maar onkruid. In
mijn herinnering proef ik de vieze bittere smaak van het sap van de stengel van
de paardenbloem, zou iedereen als kind dat eens uitgeprobeerd hebben?
Maar hoe maak je nou de keuze van
mooi of niet mooi? En hoe zit dat bij mensen? Waarom vinden we iemand mooi?
Ik ontmoette een vrouw. Ze vertelde mij
haar verhaal, haar kijk op de wereld. Het was een bijzondere vrouw. Ik vond
haar een mooi mens en dat had helemaal niets met haar uiterlijk te maken. Als
je iets verder kijkt is “mooi” als uiterlijke schoonheid maar beperkt. Dit was
gewoon een mooi mens.
En de paardenbloem; hij is nuttiger
dan we denken. De bloem zit vol met voedingsstoffen en vitamines. De wortel is
in gedroogde vorm goed tegen nierkwalen. De melk van de plant kan worden
gebruikt tegen puistjes. Het blad is goed te eten en zit vol met vitamine A,
B1, B2, C en E en ook ijzer, calcium en magnesium. Thee van paardenbloem
zuivert het hele lichaam. En dan kan ik hier niet eens alle mooie eigenschappen
noemen. Maar sla van het blad ga ik eens proberen.
Paardenbloem, je bent mooi en nuttig,
én je lijkt op de zon. We hadden jou “zonnebloem” moeten noemen, maar sorry,
die naam was al weggegeven.
Hotske Batteram.