Afgelopen
week donderdag waren er zo maar een miljoen kinderen die ergens heen moesten.
Er was namelijk geen juf en geen meester in de klas. De staking ging over
werkdruk en over geld, het gaat altijd over geld. Maar daar onder ligt het
thema waardering. Omdat leerkrachten minder verdienen dan anderen lijkt het er
op dat we de leerkrachten ook minder waarderen. Het is en blijft een raar
systeem; dat belonen met geld. Je zou denken dat wat we belangrijk werk vinden,
hoog gewaardeerd moet worden. Leerkrachten zijn daar zeker bij. Moet je eens
berekenen hoeveel uren de jongens en meisjes tijd doorbrengen bij de juf of
meester. Daar moeten mensen voor die klas staan die er wat lesstof ingooien,
wat sociaals en ook nog iets van; er uit halen wat er in zit. Een verantwoordelijke
job! De tweede lijn verzorging ligt bij voeding en dagelijkse behoefte. Dus
bakkers en groenteboeren, heren en dames winkeliers, die waarderen wij ook. We
hopen dat ze een beetje eerlijk met ons eten om gaan. En als je zorg nodig hebt,
dan is het ook fijn dat er mensen dat werk doen. Aandacht voor je hebben en hun
medische kennis op jou toepassen. Maar het is ook mooi, dat er iemand is die er
voor zorgt dat wegen zo nu en dan geasfalteerd worden en dat mijn bank
functioneert zodat ik daar geen zorg om heb. Dus ja, hier gaat het over
waarderen. Het beloningssysteem gaat nu nog over verantwoordelijkheid en meer
geleerd hebben, oftewel meer papiertjes hebben. Misschien moeten we er naar toe
dat iedereen exact hetzelfde verdient. En lange en dure opleidingen moeten we
dan met z’n allen betalen via de belasting. Voor alle werkenden geldt dan; doe
werk dat bij je past en waar je talent ligt. En voor iedereen dezelfde
beloning. Hoeven we nog maar één belastingtarief. Kan nog net mee in het nieuwe
kabinet.