Eén week, langer konden ze niet op
vakantie. Ze hadden het te druk om langer weg te gaan. Wel met leuke dingen,
hoor, zei ze nadrukkelijk, want het klonk inderdaad een beetje raar. Er was een
kleinkind op komst en daar moet je bij zijn. Ze had beloofd om op de hond van
de buren te passen. Ook had ze een fietsclubje opgericht, dus moest er gefietst
worden. Verder waren er allemaal uitjes gepland met of zonder vrienden. De hele
zomerperiode zat dus vol. Met de agenda op schoot hadden ze toch nog een weekje
vakantie kunnen plannen.
Het was een ontzettend aardige
vrouw, ze vond zelf ook dat het leek alsof ze de tijd volledig aan het invullen
was. Zijn we bang om een dagje te niksen? Wat te luieren, te lanterfanten, om
dat prachtige woord maar weer eens te gebruiken? Want lanterfanten dat doen we
niet, wij zijn van het aanpakken, van het doenerige. Maar durven we wel eens
een dagje niets te doen? ’s Avonds te bekennen dat het een lummeldag was?
Op het werk, thuis en bij afspraken
overal zit de klok ons op de hielen, of beter gezegd zien we vanuit onze
ooghoeken de wijzerplaat. Ga dan in de vakantie eens een dag gewoon wat aanklooien,
gewoon niks doen. Je zou voor de lol eens naar je biologische klok kunnen
luisteren, die aangeeft wanneer je trekt krijgt. Of wanneer je überhaupt wakker
wordt. En wanneer je zin hebt in het eerste kopje koffie, ook al is het nog geen
koffietijd.
Ik weet het niet zeker, maar als je
dagen van uur tot uur zijn volgepland dan werk je alleen je agenda af. Ben je altijd
bezig met de tijd. Zou het leven langzamer gaan als je lanterfant? Moeten we
wel met zijn allen bedenken dat lanterfanten een positieve klank heeft.