Met ongewoon bruine handen typ ik
dit epistel. Je raadt het al, we hebben genoten van een weekje zon. En ik ben
verbaasd over de zomer, of eigenlijk was ik weer blij verrast over mijn
ervaring met de zomerzon.
De zon die zo haar best doet om mijn
huid te verwarmen. En nog wonderlijker, vind ik de plek waar ze hangt. Op exact
de juiste afstand tot de aarde. Niet te dichtbij, zodat we met zijn allen
zouden verbranden. Niet te ver, zodat we de warmte zouden moeten missen. De zon
zij verzorgt ons. Maar ook zorgt zij voor alles wat groeit. Zonder haar licht
geen leven.
Wij moesten er vier uurtjes voor
vliegen om in dit gedeelte van het jaar de zonnestralen te voelen. En in het
decor van palmbomen, waar de wind doorheen blaast. Een ruisen van de palmboombladeren,
alsof ze de zon willen helpen het zomergevoel te versterken. Het water van de
oceaan, dat bij elke nieuwe golf weer tegen de rotsen dondert. Het voelt als
thuis in de zomer. Een eeuwenoud vaststaand ritme van leven.
Het verbaasde me opnieuw. Zomer met zonnestralen.
Zo vertrouwd, zo vol leven. Ik heb volop de stralen en de energie meegenomen,
ik kan nog even wachten totdat het hier ook zomer is.
Hotske.