maandag 17 maart 2014

Over boten.


In dit vroege voorjaar zijn er alweer booteigenaren die hun boot in het water willen laten kranen. Ik zie dus dagelijks boten en weet dat ze er in soorten en maten zijn. Zeilboten, motorboten, speedboot, noem maar op. Maar een “weesboot” kende ik niet.

Ik ken ze niet en het woord kende ik ook niet. De meeste boten die ik zie hebben een liefhebbende vader en moeder. De “ouders” willen maar wat graag pronken met hun “kindje” en er wordt dan ook heel wat gepoetst, geschuurd, geschilderd en gelakt. En enkele keer is het “kind” een blok aan het been. Gebrek aan vrije tijd is meestal de oorzaak.

Maar het komt dus voor dat er weesboten in een haven liggen, boten waarvan de eigenaar niet bekend is. Het ding is dan haast ontzield. Een boot kan immers niet op zichzelf passen. Ooit moeten er mensen, een liefhebbende vader en moeder, van het schip hebben gehouden. Plezier van hun boot hebben gehad en nu ligt het als een ouwe schuit met gebladerde romp en kapot dekkleed in een uithoek van een haven.

Rijp voor de botensloper. En dat kan tegenwoordig duurzaam; de boot wordt uit elkaar gehaald en onderdelen worden hergebruikt. Boten recyclen heet dat. In de toekomst kan het opnieuw een boot worden, waar iemand dan weer van kan houden.

Hotske.