maandag 15 mei 2017

Stress zit in je hoofd.


Hij loopt over het wandelpad, zijn hoofd voorover. De donkerblauwe winterjas veilig om hem heen, het oranje van de voering steekt af. Het oranje past niet, niet bij de jas en niet bij de man. Hij loopt langs een appelboom, de roze bloesem is prachtig. De man ziet het allemaal niet. Later deze zomer zullen er piepkleine appeltjes in de boom hangen. De boom denkt niet, de bloesem komt automatisch en wordt vanzelf appel.
Ik las een verhaal over stress in onze tijd. Vroeger was er ook stress, als er wilde dieren op je pad kwamen, dan zorgde een reflex in je lichaam dat er iets gebeurde met je angst en dat je ging vluchten. Het lichaam was alert en kon in actie komen. Nu hebben we geen wilde dieren meer. We hebben nog wel de spreekwoordelijke apen en beren op de weg. En die zitten in ons hoofd. Stress in de vorm van hard werken, van zorgen maken, van bezorgd zijn over je gezondheid, van angst over de wereld, zorg over te veel zon en nog veel meer. Onrust in ons bestaan zorgt voor de alerte houding. Je ademhaling zit dan ook hoog, omdat het lichaam denkt dat je moet kunnen vluchten. Al deze stress zit tegenwoordig in het denken, in je hoofd.
De man met zijn donkerblauwe jas loopt te denken. En misschien ziet hij ooit op een dag de wonderlijke roze bloesem van de appelboom. De boom heeft geen stress, geen zware job of hoge hypotheek en al helemaal geen angst. En misschien op een dag, denkt de man dat er geen echte wilde dieren meer zijn. Zijn ademhaling zakt, de vluchtreflex van zijn lichaam is niet meer nodig. Hij gaat voorbij de stress.