De
pendule moet opgewonden worden en ook de grote wandklok aan de muur loopt niet
uit zichzelf. En nu zijn ze allebei stil. De tijd staat letterlijk stil. Ik
weet niet precies hoe lang ze normaal gesproken lopen, maar op dit moment is
het stil. Er tikt niks en er slaat geen uur. Alleen het klokje op de magnetron
laat me zien hoe laat het is, maar daar kijk ik niet naar.
De
stille middag past exact in deze tijd. Na het eten spoel ik de borden af en zet
eten in de koelkast. Het tafellaken klop ik buiten uit. Op het moment dat ik de
deur weer dicht doe, ben ik weer in de stille kamer. Het is een beetje
onwerkelijk, de tijd loopt niet. Het lijkt zondag toch is het nog maar
zaterdag. De lange zomer zorgt voor iets van traagheid. Ik mis je nu al,
heerlijke mooie septembermaand. Je gaf me een zorgeloos bestaan, blijf nog
even. Je maakt de grens tussen binnen en buiten klein. De late middagzon is nog
zo welkom, de dagen lijken zonniger en lichtvoetiger dan in een herfst. De
winterjas is nog ver weg.
De
omslag naar actie of naar werken of naar opruimen of naar wat dan ook, die
omslag stel ik nog even uit. Agenda’s vullen zich alweer, werk, school alles is
weer in een ritme gevangen. Op deze middag tikken de minuten niet weg zoals op
alle andere dagen. Ik blijf nog even hangen in september, mijn tijd staat even
stil.