Twee
vrouwen, vier meisjes. Het is herfstvakantie, ik denk dat ze een dagje weg zijn.
Het vrouwelijke gehalte is erg hoog, veel roze, veel staartjes en jurkjes.
Maillots in de laarzen, want dat moet anders kun je niet naar het strand. Ik
keek naar de haren die door de moeders gekamd waren en de kleurige
meisjeskleren die door de moeders waren uitgezocht.
Er
moest natuurlijk ook gegeten en gedronken worden, veel fristi werd er besteld.
Zou de fabrikant dat drinken met opzet roze hebben gemaakt, zodat meisjes van
alle leeftijden altijd zin in fristi hebben?
Na lang dubben werden er ook pannenkoeken besteld. De grietjes waren te
jong om zelf hun pannenkoek te snijden, dus gingen de moeders weer aan de slag.
Ze rolden de pannenkoeken op met hun handen, moeders weten instinctief hoeveel
bacteriën hun kinderen aan kunnen, denk ik. Er werden hapklare stukje gesneden
en eindelijk konden de stukken pannenkoek in de hongerige mondjes. Je kunt ze
ook poffertjes geven, maar als kinderen pannenkoeken willen, dan krijgen ze
pannenkoeken. Dat is gewoon zo. Wie kan er een kind een pannenkoek weigeren?
Toen
er eindelijk vier meisjes zaten te smullen, begonnen de moeders aan hun eigen
lauwe pannenkoek. Moeders denken hier niet over na, ze zorgen simpelweg. Eerst
de kinderen, eerst alles wat de kinderen aangaat en dan als de kinderen alles
hebben, pas dan de eigen pannenkoek.