Hij vond zichzelf een laatbloeier,
pas op zijn dertigste had hij ontdekt hoe heerlijk het is om te zeilen. Nu
geniet hij van de wind in de zeilen, vraagt zich af welke koers het beste is.
Zeilt aan de wind en weet dat je koers moet houden anders gaat de vaart er uit.
Hij houdt van het geluid van de golven tegen de boot. Het spel met de
elementen, wind en water. Hij wist niet dat hij zeilen zo mooi zou gaan vinden.
En dat verbaast hem nog het meeste, hoe kan het dat je van iets gaat houden,
terwijl je dat nooit van jezelf had gedacht. Hij vraagt het zich letterlijk af;
ken ik mezelf dan niet beter?
Je moet natuurlijk wel tegen zo’n
zeilboot aanlopen. Kom je die niet tegen op je vaarweg, dan weet je ook niet
wat het is. Maar je kunt ook verder kijken dan je vaste gedoetje, wellicht laat
je onontdekte hobby’s liggen, of erger nog; talenten, of nog erger; dingen waar
je gelukkig van wordt. De ouwe Griekse filosofen waren zo gek nog niet. Boven
de tempel van Apollo stond het Gnoti Seauton, oftewel: Ken uzelve. Socrates
beweerde dat ware kennis begint bij zelfonderzoek. De heren filosofen vonden in
die tijd, dat een niet onderzocht leven het niet waard is om geleefd te worden.
Dat bedachten ze dus vroeger allemaal in Athene! Drie, vier eeuwen voor
Christus. Voor nu geldt;
Het is nooit te laat om zeiler te
worden.