Je hebt jongen-meisjes,
jongensachtige meisjes en meisje-meisjes. Van die schattige, om te zoenen meisjes.
Met prachtige prinsessenjurkjes, een maillot erbij en lange paardenstaarten. Ik
zag een meisje-meisje, maar ze wist nog niet zeker of ze dat wilde zijn. Haar
roze jurkje was prachtig. Roze is van meisje-meisjes. De gympen er onder zagen
er absurd stoer uit. Haar donkerblauwe jas was nog van de winterperiode. Maar
plezier had ze sowieso. Ze klom over de basaltblokken op de grens van water en
land. De dikke zolen van haar gympen gaven haar grip, haar winterjasje hield
haar warm en haar jurkje bezorgde haar het plezier van het meisje-meisje zijn.
Wat een mooie combinatie van
menszijn. Ze hield geen rekening met de etiquette, ze hield zich bij lange na
niet aan wat alom geaccepteerd wordt. En van ongeschreven regels had ze nog
nooit gehoord. Het meisje was nog puur. Luisterde vooral naar zichzelf en deed
waar ze zin in had. En op de zonnige dag had ze zin om eindelijk een zomers
roze jurkje aan te doen, maar ze wilde ook graag klauteren. Eigenlijk zou het
leven altijd zo moeten blijven, niet hoeven kiezen wat het beste is. Wat
volgens de regels hoort, of voldoen aan verwachtingen van je omgeving. En dan
heb ik het hier alleen nog maar over een klein meisje met stoere gympen. Het
leven zou een stuk simpeler zijn, als we de ander in zijn eigen waarde zouden laten.
Moet je eens kijken hoeveel eigenwaarde je dan aan iemand geeft. Dat is
waardevol; om eigenwaarde te hebben.