Er
zit een nieuw jongetje in de klas. Hij moet even wennen. Is een beetje
eigenwijs en denkt vooral dat hij het zelf het beste weet. Psychologen zouden
zeggen; een echt alfamannetje. Zo’n hoofdaap die de baas speelt ten koste van
alles. Hij moet nog uitzoeken wie zijn vriendjes gaan worden en luisteren naar de
juf is er niet bij. Voor de andere jongetjes in de klas is het ook wennen, want
de rangen en standen moeten opnieuw bepaald worden. Ik ben een meisje en kom
ook nog eens uit een meisjesgezin, dat er gevochten wordt op het schoolplein en
dat daar blauwe plekken uitkomen, ken ik niet zo goed. Dat er machtsspelletjes gaande zijn dat begrijp ik wel, maar de letterlijke kleerscheuren ken ik niet.
In
het klasje van de nieuwe jongen zitten alleen maar jongens. Ze heten Vladimir
en Bashar met de achternaam Assad, nog een Noord-Koreaans ventje en een jongen
uit China. Eigenlijk zitten deze jongetjes in de combinatiegroep met een aantal
jongens uit andere landen en één meisje, zij heet Angela.
Tsja,
als je columns mag schrijven kun je er nog een geintje van maken. Mag je heel
even zeggen dat als belangrijke mannen grote machtspelletjes spelen, zij
eigenlijk op het niveau van een basisschoolklas zitten. Als bommen niet zo’n
grote impact zouden hebben zou je echt mogen lachen om de mannen die zichzelf
op de borst slaan. Kijk mij eens, ik ben de held, de alleenheerser, ik bepaal
en heb de macht.
Je
zou wensen dat er een schoolpleintje bestaat voor grote mannen die allang niet
meer in klasjes zitten. Dat er machtsspelletjes gespeeld worden dat snap ik,
maar de kleerscheuren begrijp ik niet. Zeker niet voor onschuldige mensen. Je
hoopt dat er een leerkracht is die de jongens leert omgaan met winnen en
verliezen, met machtsvertoon en hoe je vrienden maakt.