Soms
klikt het en soms helemaal niet! Het blijft bijzonder, bij de één voel je je
direct thuis en bij een ander blijft er afstand. Iets met gelijkgestemde
energie ofzo. Een vrouw staat aan de balie en het klikt, echt vanaf de
allereerste tel. We praten over van alles en nog wat, ze is vrolijk. We zijn
exact even groot en we lachen, kijken elkaar recht in de ogen en het lijkt
alsof we elkaar al jaren kennen.
Later
op de middag komt er een man binnen lopen, hij ziet er nors uit. Een beetje
kortaf vraagt hij naar een ligplaats voor zijn boot. Natuurlijk is het geen
zeerover, maar in zo’n plaatje met een houten tweemaster, ruige mannen aan
boord, daar zou hij wel in passen. Hij heeft nog alle ledematen, zeerovers
missen nog wel eens een been of hand, maar een glimlach of vriendelijk woord is
er niet bij. Hoe komt zo’n man toch zo nors? Zou hij door zussen zijn
gekleineerd? Heeft hij een norse vader als voorbeeld gehad? Zou zijn moeder hem
altijd hebben uitgescholden? Zou een juf de vrolijkheid er uit geslagen hebben?
Of zou hij met zijn vriendjes zeeroversgevechten gespeeld hebben en verloor hij
altijd? Ik kon het hem niet vragen, dat zou absurd zijn. Maar scenes van een
schuchter jongetje bleven rond hangen in mijn hoofd. Sommige mensen hebben een
donkere uitstraling, zien er een beetje nors uit, maar zijn dat helemaal niet. De
schipper bleef drie dagen en hield zijn masker op. Blij dat er geen rookwolken
hangen van vergane schepen, zelfs het kanongebulder bleef stil. Hij nam zijn
geheimen mee en voer over stille wateren met diepe gronden.