Het dorp leeft, er fietsen mensen
naar de winkel, een man heeft een papadag en ouderen maken een ommetje. In het
voorjaarszonnetje doet iedereen zijn ding. Het leven scharrelt hier op een mooie
manier verder. Maar degenen die het beste scharrelen, zijn de kippen. Op de
ochtend van de doordeweekse dag scharrelen zij om het huis heen. Prachtige
kippen, parmantig zelfs. Mooi in de veren en trots de kop omhoog. Eerst lopen
ze op de stoep, maar al snel ook op de weg. Auto’s rijden niet snel en kunnen
gemakkelijk uitwijken. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik een politieauto
aankomen, maar ook die laat de kippen scharrelen. Had ik echt een enkele
seconde gedacht dat politiemensen kippen pakken?
Kippen zijn bedoeld om te
scharrelen. En wij stoppen ze in hokken! En dat is nog een goed leven, je kunt
als kip ook het vooruitzicht hebben om plofkip te worden.
Wat lijkt het lang geleden dat kippen
gewoon op boerenerven liepen en wat rond scharrelden, voor de eieren zorgden en
verder niets. Kippen kunnen niet kiezen, zij worden geplaatst op hun pad. Een
scharrelpaadje of het consumptiepad. Ik
kwam zomaar midden op straat kippen tegen. Scharrelende kippen zoals kippen
bedoeld zijn.