maandag 3 augustus 2015

Kijken en bekeken worden.


Zomer in het land. Er wordt gevaren en genoten. En over dat varen en wie er hoe in die boten zit is veel te zeggen. Op zonnige zondagen zijn er nogal wat blote bovenlijven en niet elk lijf kan tegen de zon. Maar dat merkt men later thuis wel. Gebruinde lijven en tere velletjes, alles komt voorbij.

Maar het meest bijzondere zijn hoofd en houding. Een enkeling zit zelfs met zijn neus in een boek, terwijl rietkragen en het hele leven voorbij komen. De meeste mensen laten het vrije-middaguitje op hun afkomen alsof het bij het leven hoort, zitten wat voor zich uit te kijken, en voelen zich heer en meester op de vaarweg. Alsof men met een net nieuw aangeschafte tweedehands auto over de provinciale weg van A naar B rijdt.

Voor degene die náár de varende boten kijkt is het plezier bijna net zo groot als voor degene die voorbij vaart. Je kunt namelijk exact aflezen of de mensen blij zijn, of dat ze net ruzie hebben gehad, of dat de kinderen verplicht mee moesten. Je kunt zelfs zien wie er eigenlijk geen zin heeft in het nu-het-eindelijk-mooi-weer-is-zondagmiddag-tochtje. Gelukkig hebben de meeste bootjesmensen plezier, met zonnebril en malle petjes op, zie je dat de vrolijkheid er af spat. Handen gaan nog altijd als groet, spontaan omhoog.

Het is net een boulevard, dat vaarwater. Boten varen heen en weer. Bootje varen op een zonnige zondagmiddag. Kijken en worden bekeken.

Hotske