maandag 1 juni 2015

Over de rede.


Ik was er niet bij. Ik kan er dus niet over oordelen. Maar de krant bericht over de voordracht die “Rede van Fryslân” heet. Alleen al om die naam zou je de meest fantastische, de meest gloedvolle en de meest visionaire Rede moeten houden. Nogmaals ik was er niet bij, maar ik vind er wel iets van! De Rede van Fryslân werd voor de vierde keer uitgesproken, om als spiegel te fungeren en als vooruitblik naar 2040. Als je de kans krijgt om voor een club pommeranten, (dit is een fries woord geloof ik, betekent prominenten) een verhaal te houden, dan moet dat klinken als een klok.

Zeg je Fryslân dan denk ik al snel aan de Mienskip, de doarpen, de saamhorigheid. Het is een pracht opdracht om je als individu te ontplooien in die gemeenschap. Sterker nog het is krachtig als je authentiek bent en er achter komt dat je dat het beste kunt laten zien in een gemeenschap. Als we het individualisme omzetten in ontplooiing dan kan het bijna niet anders dan dat ieder individu bijdraagt aan het geheel. Tweede stap is dat we dan open moeten staan voor nieuwe ideeën, dromen. Elk idee, echt iedere handeling komt voort uit een gedachte. Als we nu zorgen dat de gedachten ten goede komen aan het geheel, aan ons allemaal. We kunnen bovendien afspreken dat die gedachten positief zijn. Vanuit kansen en mogelijkheden.

Er moet natuurlijk ook iets concreets in de Rede, je staat ten slotte voor bestuurders, de dames en heren Gedeputeerden, Statenleden en Burgemeesters, die naar eer en geweten hun energie voor Fryslân gebruiken. Idee is om de dorpen en wijken meer bestuurskracht te geven, kunnen ze hun ideeën en dromen waarmaken. Elk dorp een dorpshuis met zonnepanelen en een eigen energiecoöperatie, een jeu-de-boules-baan en een speeltuin en sowieso een dorpstuin. Mogelijkheden genoeg. Geef de dorpen de opcenten van de motorrijtuigenbelasting terug. Gebruik dat als startkapitaal om het geld weer in het dorp te steken. Ik moet hier nog even over nadenken, want nu zou veel autogebruik dus veel geld opleveren. In een duurzame samenleving klopt deze aanmoediging niet helemaal. Het gaat ook niet om geld, het gaat om een startkapitaal naar de dorpen. Er zou ook een groep, net als de plaatselijk belangen nu zorgen voor het dorp, een groep van oudsten moeten komen, die zorgen voor de mensen. Die “oudsten” hoeven niet echt de oudsten te zijn, zet er ook een tiener in en een kunstenaar in ieder geval een vrijdenker.

Net als ontplooien op persoonlijk vlak in de samenleving, kan een dorp zich ontplooien in de wereld, daar moet het verhaal weer bij elkaar komen. Ik kan nog wel even doorgaan met deze uitwerking maar dat past niet in deze column. Die is nu al veel te lang. Bovendien moet de Rede van Fryslân gehouden worden door iemand van buiten Fryslân. Beetje jammer, we kunnen zelf toch ook wel in de spiegel kijken?


Hotske