maandag 27 oktober 2014

De Twaalfde stad.


Toeristen heb je in soorten en maten, en de vakantiegangers van dienst zijn is een boeiende baan. Afgelopen week kwam er zomaar weer een “onderwerp” het kantoor binnen wandelen. Niet zo zeer de man als wel zijn gesprekje, was bijzonder. Hij reed met zijn camper langs de Twaalf-steden. Hij was erg enthousiast over de plaatsen en over het prachtige Friese land. Hij genoot met zijn vrouw van het herfstweer. Dat betekende dat de wind hard aan hun camper trok en dat de regen het niet gezellig maakte om toch de wandeling naar Balk te maken.

Ik wilde zijn enthousiasme niet temperen. Trots ben ik op us Fryslân en erg blij dat toeristen dat ook zien en ervaren. En dat ze er ook nog oog voor hebben. Maar ik moest de man verbeteren en vertellen dat er maar elf steden zijn, in plaats van twaalf. Ik bedacht al een hele uitleg over stadsrechten van steden en dat kleine pittoreske stadjes klein zijn en er dorpen in onze provincie veel groter zijn qua inwonertal en grootte, maar nog altijd een dorp zijn.

Hij was me voor, hij zei; Balk is de twaalfde stad. Kijk dat is nog eens een promotiestunt. Ik wenste hem een fijne dag. En als ze dan weer thuis zijn, hun huis op wielen hebben verruild voor een vast huis, zouden ze dan nog denken aan de twaalfde stad? Ze willen in de zomer terug komen, om te kijken hoe het is als de zon schijnt in de twaalfde stad. Klinkt betoverend, bijna idyllisch, en dat is het ook.


Hotske Batteram.