Ik kwam in zo’n voorstelrondje
terecht. Met een aantal mensen zaten we aan tafel, we kenden elkaar niet, dus
volgt er dan een rondje waarbij iedereen vertelt wie hij is. Het ging in het
overleg vooral om de inhoud en niet zo zeer om de personen, het voorstellen was
dan ook snel klaar met het vertellen van de naam, de woonplaats en het werk.
Maar het zette me wel aan het denken, want wat vertel je dan precies.
Mijn naam zegt niks over mij, hij
vertelt alleen hoe ik heet. De woonplaats meldt de plaats waar ik woon. Mijn
werk omschrijft mijn dagelijkse werkzaamheden. Als je vertelt dat je getrouwd
bent en moeder van twee kinderen, is dat je burgerlijke staat en het feit dat
er twee kinderen zijn, wiens moeder je bent. Stel dat je zou vertellen wat je
hobby’s zijn, dan is dat alleen een omschrijving van de liefhebberijen die je
hebt. Of als ik zou vertellen dat mijn ouders nog leven, dan betekent dat, dat
ik iemands kind ben. Als ik meld wat mijn ideeën zijn, dan is dat alleen de
uitkomst van dingen die ik heb bedacht. Maar wie ben ik dan?
Alle informatie vertelt iets over
jou. Het zijn omschrijvingen. Ze zeggen iets over de vorm. De gegevens
formuleren jou, maar vertellen niet wie je bent. Als je al deze gegevens zou afpellen,
als een ui, schilletje voor schilletje, kom je dan bij wie je bent? Bij een
kern, een ikje van binnen? Ken u zelve, luidt een oude spreuk. Het is wel even
zoeken, naar dat ikje, maar ergens binnenin huist de ik.
Hotske.