Wij hebben hier geen
lichtvervuiling. Geen last van de overdadige verlichting die ’s nachts overal
in de wereld brandt. Het is nog echt donker. We kunnen dus ook de sterren zien.
En onder die sterrenpracht voel je je klein en rijk tegelijk. Ten minste ik
wel.
Al eeuwenlang kijken mensen naar de
sterren. Ik vind het echt onvoorstelbaar dat mensen vroeger de hemel
bestudeerden, of eigenlijk hielden zij bij, hoe de stand van de sterren was. Op
een gegeven moment bleek uit alle waarnemingen dat de sterren op een bepaalde
tijd in het jaar hetzelfde staan. Het is toch ongelooflijk dat men daar sterrenbeelden
bij bedacht en ook dat men ontdekte dat de stand van de sterren invloed heeft
op het leven op aarde.
Men had natuurlijk geen televisie,
waar je als het donker wordt naar kunt kijken, men keek dus naar de hemel. En
als de avond valt en de sterren weer in beeld komen, dan voel je je klein mensje
in een enorm heelal. Klein, omdat het heelal zo groots is. Maar ook rijk en
dankbaar, omdat ons de pracht van het grote heelal is gegeven. Het doet ons
beseffen dat wij ons leven hier op de planeet aarde kunnen en mogen leven.
Bij onze achterdeur keek ik naar de
hemel, even zoog ik de rust op en voelde ik me deel van het immense universum.
Eén avond, één kwartiertje niet naar het kastje kijken. En als jouw achterdeur
in de stad is, waar het niet meer donker wordt, kom dan maar bij mij. Kijken we
samen naar de sterrennacht.
Hotske.