Elk jaar met Prinsjesdag vraag ik me
af wat de meeste aandacht krijgt, alle hoedjes of de boodschap van de Koning.
Ik kan me zo goed voorstellen dat je verslaggever bent en je eigenlijk het
nieuws moet vertellen, maar als je dan de hoedenparade ziet, wil je daar ook
iets van zeggen. Natuurlijk hoort het erbij, de sjeu van de hoeden en hoedjes.
Wat er ook bij schijnt te horen,
zijn de commentaren van de oppositieleiders. De woorden van de Koning hangen
nog in de lucht, als de camera’s al inzoomen op de heren oppositie. Maar beste
oppositieleiders, let dan op je woorden, zeg eens iets positiefs. Altijd dat
polariserende, altijd een weerwoord dat politiek correct is voor je achterban,
dat zou je nu eens niet moeten doen. Ga gewoon samen aan de slag.
En wees maar niet bang dat Rutte je
vergeet, die weet donders goed dat hij brede steun nodig heeft voor belangrijke
zaken. In de algemene beschouwingen nodigt hij een ieder zelfs uit om mee te
doen, hij gebruikt daar wel het woord “constructief” bij, als je op die manier
wilt mee doen en denken, ben je welkom.
Samenwerken in de politiek, zo zou het
moeten zijn, want beste politicus, je weet niet half hoe groot jouw
voorbeeldfunctie is! Zo binnen zo buiten!
In tweehonderd jaar Prinsjesdag toch
de tradities en gewoonten bekijken? Dan mogen de oppositie en coalitie wel
geschrapt worden. Politieke spelletjes ook. Oneliners om in de publiciteit te
komen ook. Wat dan nog overblijft? Honderdvijftig politici, die samen het land
besturen, luisterend naar de stem van de mensen.
Mogen de hoedjes nog wel even
blijven.
Hotske Batteram