Vijfendertig jaar lag de boot bij
ons in de jachthaven. Nu wilde de zoon op zoek naar ander water en een nieuwe
ligplaats. Ooit waren de vader en de moeder samen begonnen met de mooie
zeilboot. Alle vakanties werd er gezeild en de beide jongens groeiden op met
watersport en varen in Friesland.
De zonen werden volwassen en in het
mannengezin had de vrouw een grote rol. Ze werd ziek en redde het niet. De vader
en één van de jongens bleven de boot gebruiken. Er kwam zelfs een nieuwe vrouw
in het gezin. Het watersportleven kabbelde van seizoen tot weer een nieuw
seizoen verder.
Vanmorgen voer hun boot de haven uit.
Een nieuwe toekomst tegemoet. En in een haastig afscheid, omdat er te veel te
vertellen was, stapte de zoon aan boord. Het was voor de vader te emotioneel,
hij was er niet. En zonder dat de woorden werden gesproken, dachten we aan de
moeder, die al vroeg was gestorven. Ik zag haar mooie gezicht met ogen die
altijd schitterden. Zorg had ze ook om haar zonen. Vrouwelijk was ze en dat
viel op in het mannengezin. Een stralende vrouw, dat is wat ik me herinner en
vanmorgen was ze weer even op de haven.
Het “bedankt” was niet alleen
beleefd, maar vertelde ook zoveel over de herinnering aan hun gezin. “Ik stuur een
kaartje”, zal er vast niet van komen. Hij riep nog; “als ik overal geweest ben
kom ik weer terug”, dat zou heel goed kunnen. Tot ziens, zeiden wij. En dat is
altijd de mooiste groet.