Het moet toch ook een keer over voetbal
gaan. Ik ben niet zo’n grote fan, maar ik snap het wel. Ik weet wat buitenspel
is en hoe de regels werken. Maar als onze mannen spelen, ken ik niet alle
namen. Dat zal in de komende weken wel veranderen. Voetbal heeft dus niet mijn
eerste interesse, maar één ding boeit me enorm.
En dat is de bondscoach, de heer
Louis van Gaal. Het lijkt bijna onmogelijk dat deze man een team kan coachen.
Open staat voor een gesprek of luistert naar een speler. Hij lijkt mij bruut.
Geen beweging te krijgen in de gelaatstrekken van de man. Hij lijkt het type:
hard maar goudeerlijk.
Ik vond die Dick Advocaat zo’n
aardig vadertje, die zou je wel om extra vrije dagen durven vragen. En dan van
Marwijk, daar wil ik wel een kopje koffie mee drinken, ja een leuk type. Maar
Louis? Naast hem zitten als hij weer zo ijverig schrijft over een slechte pass
of over verdedigwerk waar de tegenstander gemakkelijk doorheen komt?
Naast hem stuiter je van energie,
maar waarschijnlijk ook van een onnavolgbare passie en een moordende strijdlust.
En als er dan kleine zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd verschijnen en hij tot
achter zijn oren rood wordt van de spanning, zal ik zachtjes tegen hem zeggen; luister
eens Louis, het is maar een spelletje.
Hotske