maandag 28 oktober 2013

Drie vrouwen.


Ik zag hen lopen op het strand, drie vrouwen. Of eigenlijk een meisje, haar moeder en de oma. Het meisje had haar nieuwe marineblauwe manteltje aan. De goudkleurige knopen glinsterden in zon. Ze hield haar jurkje hoog opgetrokken, op een manier zoals alleen kleine meisjes dat kunnen. Ze sprong bij elke golf die op het strand spoelde. Telkens was ze net op tijd om ervoor te zorgen dat haar jasje en jurkje droog bleven. Haar donkerblonde krullen dansten mee met elke beweging die ze maakte. Ik zag haar op de rug maar ik weet zeker dat haar gezicht blijheid moet hebben uitgestraald en een onbezonnenheid die bij het kindzijn past.

De moeder liep op dezelfde hoogte, veilig op het strand, daar waar de golven net niet kunnen komen. Wel op blote voeten en dat verklaarde waarschijnlijk ook, waarom het meisje mocht doen wat ze het liefste deed.

Naast de moeder, weer een paar meter verder, liep de oma. Ze had de laarzen van het meisje in haar handen en een tas met waarschijnlijk belangrijke dingen. Ze liep behoedzaam, je moet ten slotte niet vallen. Zo nu en dan keek ze met zorg naar het vrolijke grietje.

Drie generaties vrouwen. Ik besefte dat ik in het spoor van de middelste vrouw liep. Even zag ik heel duidelijk hoe het leven kán lopen. Maar je kunt natuurlijk ook de onbezonnen vrolijkheid van het meisje vast houden.


Hotske.