maandag 2 september 2013

Over mooie schoenen.


Het was feest in het dorp en daar hoort een springkussen bij. Kleine meisjes hebben daar veel plezier. De schoenen uit, want dat moet. Het kleinste meisje wordt moe, laat zich uit het springkussen glijden en zoekt haar schoenen. Naast haar oude witte versleten schoentjes, staan prachtige sandalen. Nieuw en roze en zo mooi!

Het andere meisje stopt ook met springen, ze zoekt haar schoenen. Maar: “Heit, mijn schoenen zijn weg”. De vader ontfermt zich over zijn kleine meisje en is ontzet dat een ouder niet oplet als kinderen schoenen aantrekken.

De moeder loopt met het meisje over de markt, tot ze opeens naar haar schoenen kijkt. Wat heb jij nou aan je voeten, vraagt de moeder verbouwereerd. “Ik vind ze zo mooi”: zegt het meisje.

De schoenen worden teruggebracht, de oude sandaaltjes moeten weer aan. Er is een lesje geleerd. Je mag niet hele mooie schoenen aantrekken, die zomaar naast je eigen oude paar staan.

De moeder zal geschrokken zijn. De vader kreeg weer vertrouwen in de mensheid; niet met opzet gepikt. De meisjes gingen elk met hun eigen schoentjes naar huis. De één blij met haar teruggekregen schoenen, het andere grietje bezorgde ons een mooi verhaal over schoenen en gras dat altijd groener is bij buren en andere meisjes.


Hotske.