Deze week kom ik
allemaal eetverhalen tegen. Paul Mccartney, de oud-beatle, heeft er zelfs een
liedje bij gemaakt. Free-meat-monday, zingt hij, vleesloze maandag, heet dat
vrij vertaald. Het klinkt, ja hoe klinkt dat, vleesloos? Dat klinkt alsof ik
zelf ook geen vlees meer op mijn botten heb. In ons landje hebben we “plantaardig
maandag”. Klinkt mij te aardig. In België hebben ze donderdag veggiedag. Een
vegetarisch dagje dus.
Er is nogal wat
bedacht over eten. En dat moet ook. Het is goed als we nadenken over wat we
eten. Iemand zegt heel “poëtisch”, alles wat kan rotten is gezond. Er wordt
bedoeld, dat als het in de natuur zou vergaan, dit eten in ons
spijsverteringskanaal ook goed te verteren is. “Vers en van dichtbij” klinkt
als eerlijk voedsel. Als we dan een variatie maken, die gelijk loopt met de
seizoenen, dan ben je lekker gezond bezig.
Per generatie
verandert ons eetgedrag, het is dus belangrijk wat ons kroost met de paplepel
binnenkrijgt. Een beetje durf is niet verkeerd. Met heel veel smaak heb ik
laatst zeewiersalade gegeten. Een beetje zoetig, er zitten wat sesamzaadjes
doorheen en als je het leuk vindt; ik dacht echt de zee te proeven in een licht
zilte nasmaak. Gezond is het zeker en ook weer eens wat anders. Bovendien is er
genoeg.
Zeewierzondag is
dat wat?
Hotske, 3 december
2012.