maandag 30 juli 2012

Het dorp.


Twee uitnodigingen voor een reünie heb ik hier liggen. De ene is van een werkkring en het was een leuke club mensen. De andere is van mijn geboortedorp en dat vind ik heel bijzonder.
Want in de afgelopen maanden kom ik steeds mensen tegen die vragen: ga jij ook? De meest uit-één lopende mensen en ik besef dat wij allemaal een stukje gezamenlijke geschiedenis hebben. We hebben allemaal dezelfde herinneringen met een hoog langs-het –tuinpad-van-mijn-vader-gehalte. (van Wim Sonneveld-Het dorp).
Ik weet nog hoe we met alle kinderen uit het dorp rolschaatsten. Ik weet nog dat we bij Kees eieren haalden. Ik weet nog dat we schaatsten op de Opfeart en in mijn herinnering kon dat elke winter. Ik voel nog mijn koude tenen. En de geur van anijsmelk maakt het tafereel zo compleet. Ik ken de meeste huizen van binnen, ik weet in ieder geval wie er woonden en hoe de mensen heetten. Ik ken de kerk, zat er op de zondagsschool en heb geholpen met de grote kerstboom versieren. Jarenlang was het mijn vertrouwde omgeving, totdat mijn wereld groter werd. Met de gretigheid die bij de jeugd hoort keek ik om me heen en vond het dorpsleven te klein.
Een aantal jaren geleden sliep ik zomaar weer eens op de minicamping vlakbij het dorp. Ik hoorde de bekende geluiden, de trekkers van de boeren en de weidevogels floten hun naam. Ik rook het landleven en was weer het meisje van toen. Maar het meest indrukwekkende vond ik de kerkklok, die luidt nergens zoals daar in mijn dorp. En ik zie de kinderen opgroeien, ze fietsen en hebben plezier, ze kennen alle huizen en weten wie er woont.
De waardering voor het dorp en het dorpsleven is er. Nergens een dorp mooier, lieflijker en vertrouwder dan daar waar eens mijn wiegje stond.
Men kent mij als Hotske van Jan en Atsje.
30 juli 2012