maandag 16 juli 2012

Ons volkje.


Meestal rijd ik voorzichtig of in ieder geval met aandacht voor mijn veiligheid en die van een ander. Maar in een fractie van een seconde kan er van alles gebeuren. Ik reed van een parkeerplaats af, een andere bestuurder liet mij keurig voor gaan, zodat zij dan de parkeerplaats op kon rijden. Ik reed dus om die auto heen en plotseling was daar een fietser. Een snelle fietser. Hij reed midden op de weg en ik stopte voor hem om hem dan maar met zijn snelle vaart voorbij te laten racen. Hij stopt omdat hij schrikt van mijn auto opeens op straat voor hem. En hij roept iets naar mij. En ik schrik me de rambam, niet zo zeer van die fietser die zag ik al wel aan komen, maar meer van zijn uitroep. Hij riep letterlijk: “val dood”. Ik kon dat goed horen omdat het schuifdak van onze auto open was.
Gelukkig had de man zijn verwensing niet zo heel veel kracht, want ik leef nog. Maar ik schaamde me er een beetje voor om bij ons mensvolkje te horen. Denk eens aan een mierenvolk die piepkleine miertjes lopen om elkaar heen. Ze zijn erg druk, maar schreeuwen niet tegen elkaar en botsen nooit tegen elkaar aan. Of een zwerm vogels, zwaluwen bijvoorbeeld, die vliegen ook nooit tegen elkaar aan.
Hoe doen ze dat toch? Hebben ze een innerlijke afspraak die zegt wie waar is? Hebben ze een gevoel dat weet welke stap de ander gaat zetten nog voordat die is gezet?
Kom ik een dag later in een winkelstraat een man tegen. We lopen letterlijk recht op elkaar af. Ik wil rechts passeren zoals dat blijkbaar in ons systeem zit. Maar daar fietst zijn kleine dochtertje op een driewieler. Mijn gevoel geeft aan dat je niet tussen die vader en zijn dochtertje door loopt. Hij ziet mij twijfelen en we lachen om de malle situatie. Hij schikt zich naar mijn loop en maakt een kleine zijstap.
Zo kan het dus ook bij ons volkje gaan. Zijn we toch net als de mieren en voelen we de ongezette stap van de ander?
Moeten we wel goed voelen.

Hotske, 16 juli 2012