maandag 18 september 2017

Over goedbedoelde adviezen.


De twee vrouwen moesten duidelijk even bij praten. Waarschijnlijk deden ze dat wel vaker, want ze wisten exact waar de ander over sprak. Nu stonden ze op de stoep voor de supermarkt. De ene vrouw was erg verontwaardigd, ze had het over een andere “zij”. Op het moment dat ik voorbij liep en niet eens mijn best deed om te luisteren, hoorde ik toch hele zinnen. “Ik snap het niet, nou jah, ze moet het zelf maar weten, ze neemt het toch niet van mij aan”. De vrouw was gefrustreerd, er sprak iets van machteloosheid uit. Zo stond ze daar ook. Ik weet niet of het over een buurvrouw, een dementerende moeder of een eigenwijze dochter ging, maar goede raad aannemen deed de “zij” waar over gesproken werd dus niet.

En zo is het, van alle goedbedoelde adviezen volgen wij nauwelijks iets op. Vanaf het moment dat een peuter kan staan en kan praten is het; “ikke zelf”. In de pubertijd hoef je sowieso niet met iets van suggesties aan te komen, want dan wil het kind het zelf uitzoeken. En als iemand op eigen benen staat, zoekt diegene het ook helemaal zelf uit. De gever van het advies, wil zijn doorleefde ervaring meegeven aan de ander, maar juist dat zelf doorleven, dat is wat je moet ervaren. En waarschijnlijk is dat ook het echte leven, niet een ander naleven, maar ikke zelf, die het leven wil ervaren. Ook al val je tien keer en stoot je twintig keer je kop, door zelf te denken, te voelen en te doen kom je erachter hoe het leven werkt. Je leert zelfs dat goedbedoelde adviezen nooit worden opgevolgd.