De
twee vrouwen moesten duidelijk even bij praten. Waarschijnlijk deden ze dat wel
vaker, want ze wisten exact waar de ander over sprak. Nu stonden ze op de stoep
voor de supermarkt. De ene vrouw was erg verontwaardigd, ze had het over een
andere “zij”. Op het moment dat ik voorbij liep en niet eens mijn best deed om
te luisteren, hoorde ik toch hele zinnen. “Ik snap het niet, nou jah, ze moet
het zelf maar weten, ze neemt het toch niet van mij aan”. De vrouw was
gefrustreerd, er sprak iets van machteloosheid uit. Zo stond ze daar ook. Ik
weet niet of het over een buurvrouw, een dementerende moeder of een eigenwijze
dochter ging, maar goede raad aannemen deed de “zij” waar over gesproken werd
dus niet.
En
zo is het, van alle goedbedoelde adviezen volgen wij nauwelijks iets op. Vanaf
het moment dat een peuter kan staan en kan praten is het; “ikke zelf”. In de
pubertijd hoef je sowieso niet met iets van suggesties aan te komen, want dan
wil het kind het zelf uitzoeken. En als iemand op eigen benen staat, zoekt
diegene het ook helemaal zelf uit. De gever van het advies, wil zijn doorleefde
ervaring meegeven aan de ander, maar juist dat zelf doorleven, dat is wat je
moet ervaren. En waarschijnlijk is dat ook het echte leven, niet een ander
naleven, maar ikke zelf, die het leven wil ervaren. Ook al val je tien keer en
stoot je twintig keer je kop, door zelf te denken, te voelen en te doen kom je
erachter hoe het leven werkt. Je leert zelfs dat goedbedoelde adviezen nooit
worden opgevolgd.