Wer
at wy op’e wrâld ek binne, oer us skynt deselfde sinne. In het Nederlands; waar
wij ook zijn op de wereld, overal schijnt dezelfde zon. Een mooi gezegde en als
je dan eens ergens anders bent dan op je eigen plekje, besef je dat we allemaal
onder dezelfde zon leven. De één een beetje dichter bij de evenaar dan de
andere, maar we zitten allemaal op het aardbolletje, beschenen door dezelfde
zon. Voor de maan geldt hetzelfde, waar je op de aarde ook bent overal is
dezelfde maan te zien. Wat dan wel weer bijzonder is dat de maan er anders
uitziet. Vanaf de evenaar zie je anders naar de maan, je kijkt vanaf een ander
punt op aarde naar de maan.
Op
reis terug bracht het vliegtuig ons boven de wolken, aan de ene kant kwam de
zon tevoorschijn en aan de andere kant een prachtige bijna volle maan. Zon,
maan en aarde, en daar leven wij. Vanaf zo’n 11 kilometer hoogte vlieg je over
water en land en besneeuwde bergtoppen. In dalen zie je kleine huisjes en hele
kleine autootjes. En overal zijn mensen die in die huisjes wonen. Het lijkt op
een mierenhoop. We rennen over de aarde. We werken, bouwen huizen, zelfs hele
steden. Hier en daar zag ik een rij windmolens en overal schijnt dezelfde zon.
En
zo druk als de mieren zich maken, zo druk maken wij ons ook. Over van alles,
over Trump, over Erdogan, over onze buren, over je eigen toekomst en over de
verkiezingen. En over de verschillen tussen de mensen, die in verkiezingstijd
worden uitvergroot. Het wij en het zij. Ik weet niet of er in een mierenhoop
een hiërarchie is. Het ziet er bij de mieren heel simpel uit, iedere mier doet
zijn ding. Ze leven en laten leven en dat blijkt te werken, ook in het groter
geheel. Wij zijn vergeten dat we allemaal van dezelfde soort zijn, allemaal
mensen onder dezelfde zon. Gelukkig zijn er vliegtuigen uitgevonden, kun je
zien dat we op mieren lijken.