Ze
kan de emoties niet verbergen. Ik had verteld dat het prachtig fietsen is in Gaasterland.
Langs het water of naar Oudemirdum door het bos. Ja, zei ze, ik ken het daar
wel. Ze is niet de eerste, die met herinneringen aan Mooi Gaasterland bij ons
aan de balie staat. Aan haar gezicht zie ik de grote impact van de vakanties
naar Mooi Gaasterland. De villa en de gebouwen werden gebruikt als
kinderkoloniehuis. Het was de bedoeling dat de kinderen wat konden aansterken
in de zomer en dan weer naar huis. Het heette dat het vakanties waren voor de
bleekneusjes.
Zeven
jaar was ze, “er werd de hele dag op je gelet” zei ze. “En als je je eten niet
op had, werd je in de douche gezet, en ook niet voor eventjes”. Toen wist ze
het niet, maar ze kon bijna niet eten omdat ze last van heimwee had. Ze lustte
ook geen pindakaas, schraapte dat met haar kleine nageltjes van de boterham en
smeerde het onder de tafel. Maar na het eten werden de tafels gecheckt. Zes
weken lang, de hele zomer naar Mooi Gaasterland. In de winter kwam er altijd
een mevrouw bij hen thuis. Ze sprak dan af of het meisje weer naar Mooi
Gaasterland kwam. Oh daar is ze weer, verzuchtte het meisje van toen. Nu nog
komt de emotie sterk naar boven.
Vaak
kwamen de kinderen uit grote gezinnen. Ouders waren waarschijnlijk blij dat één
van hun kinderen een goede verzorging kreeg. Maar de afschuw is na vijftig jaar
nog steeds te zien. Ze wilde nog een keer kijken, of het grote huis er nog
staat. Van drie vrouwen heb ik deze verhalen gehoord, misschien hebben andere
kinderen het wel goed gehad. Nu kun je er heerlijk ongedwongen eten in alle
vrijheid.
Wel
sterke vrouwen, dat jullie nu het leven rond maken en durven kijken naar trauma-ervaringen
uit je jongste jaren.