Eerst kon ik het niet zo goed zien.
Waren dat allemaal mensen? Ik liep langs het strand. Het was rustig, maar bij
de strandopgang waren wel veel mensen. Ze liepen een stukje langs de golven.
Keken op noch om. Zagen alleen het beetje zand vlak voor hun voeten. Liepen daar
maar te lopen alsof het er gewoon bij hoorde. Een beetje verdwaasd als of ze
nog niet wakker waren.
Mensen liepen gedwee met hun hond,
of naast elkaar zonder enige vorm van plezier. Ik kon het in ieder geval niet
zien op de gezichten. Ze vergaten om naar de aanrollende golven te kijken, ze
hoorden niet het ritme van de zee. Ze voelden niet hoe de zon steeds voorbij de
wolken, haar warme stralen over ons liet schijnen. Ze lieten de kans voorbij
gaan om op blote voeten het koele, nattige zand te voelen. En juist daar op het
strand waar je voluit mag leven, is het zo gemakkelijk om te beleven. Volledig
voelen van zon zee en wind, stilte vinden in het geluid van de golven. Warmte
voelen die samenvalt met de koele zeewind. In een wereld van chaos, het
vertrouwde ritme van eb en vloed zien!
Een klas met kinderen had denk ik
een erg slimme meester, er werd gehold, gelachen, gesprongen en gejoeld. Ja,
daar op het strand daar kun je joelen. Niemand kan joelen, zoals kinderen hollend
in de golven. Het geluid verstomt. Leven en beleven, dat gaat toch wel boven de
gymnastiekles, die waarschijnlijk op het lesrooster stond.
Hotske