Ja, Dan Brown. Schrijver van
schitterende boeken. Hij schrijft over mysterieuze complotten, geheime
religieuze genootschappen en spannende extreme gebeurtenissen. Meeslepend tot
aan het laatste woord. Ik kon de verleiding dan ook niet weerstaan toen de
verfilming van zijn boek, de Da Vinci code, op televisie kwam. Maar die vond ik
te gruwelijk. Geef maar de boeken met mysteries en de beleving, de beelden hoef
ik er niet bij.
Als ik mij dan verdiep in alle
verhalen, zou ik maar wat graag in het hoofd van de auteur willen kijken. Wat
gebeurt er in dat brein?
Het is een heer, dat moet gezegd
worden. Zijn tweedjasje verraadt zijn stijl, waar ook de coltrui in past. Een
keurige verschijning, iets statigs ook. Met een milde glimlach op zijn gezicht.
Waarschijnlijk is de man beter op zijn gemak tijdens zijn jarenlange onderzoek
voor weer een nieuw boek. Of zit hij het liefst in zijn eigen vertrouwde
schrijfkamer. Maar hij heeft mijn aandacht. En als hij in Leeuwarden aankomt,
kijkt hij dan om zich heen, of er een scene gespeeld kan worden op het station?
Heeft hij zich verdiept in het leven van Mata Hari? Wil hij uitzoeken wie
Bonifatius is? Probeert hij zijn voorliefde voor het Friese paard in het verhaal
te weven? Zou zijn hoofdrolspeler in het Rijksmuseum, een zekere Danique de
Bruin tegen het lijf lopen? Lijkt me een mooie naam, afgeleid van die van de
auteur. Kan er ook nog wat romantiek toegevoegd worden.
Maar, vertelt het interview, “hij
schrijft alleen boeken, die hij zelf zou willen lezen”. Wat een simpele
veelzeggende conclusie. Erg inspirerend!