Of ze het slootjú wel in kon varen
en dan in Balk kwam. Ik had haar graag geantwoord dat haar bootjú gemakkelijk
door de Luts kon. En of ze dan even wilde denken aan Herman Gorter. Die logerend
bij zijn oom in Balk, op een mooie zomeravond, werd geïnspireerd zijn “Mei” te schrijven.
Met de werkelijk prachtige en krachtige beginwoorden: een nieuwe lente, een nieuw
geluid. En of ze aan alle schaatsers wilde denken die zwoegend in de schemer op
ijskoude februariochtenden, over het Slotermeer de Luts op schaatsten. En na
220 kilometer en elf steden eindelijk in Leeuwarden aankomen. En of ze mijn
verhalen over de Luts wilde horen. De keren dat ik tot aan de brug ben
geschaatst. Of het plezier dat ik had met kanovaren in de Luts. Beginnend bij
de monding, naar Balk waar linden van oudsher langs de kade staan. Dwars door
het Gaasterland, genietend van de bijzondere sfeer van varen over heel smal
water. Langs rijen bomen, die je uiterst vriendelijk begroeten. En op zomerse
dagen als je op blote voeten fietst, het water ziet glinsteren en het riet aan weerszijden zachtjes fluistert dat de wind uit het noorden komt.
Ik wenste haar veel plezier en
deelde een beetje van mijn liefde voor de Luts. De rest zal ze zelf wel
ervaren.
Hotske