Ik had er nooit meer aan gedacht.
Maar het zat nog in mijn geheugen. Ik herkende de man en vrouw. Toen ik hen zag
kwamen de beelden uit het laatje.
Het is meer dan twintig jaar
geleden. We waren uitgenodigd bij een bevriend stel. Met zijn vieren togen we
naar de Messe, jawel in Düsseldorf. Vlagen komen boven, van rondlopen in
immense hallen, maar beter herinner ik mij de sfeer. Die was gemutlich. Er moest
ook gegeten worden. En het gekke is dat je typische dingen onthoudt. Het
restaurant lag in een bocht van de weg. Niet in een stad maar ergens buitenaf. Het
was donker midden in de februarimaand. We bleven slapen onze gastheer had een
groot huis, dat door drie generaties werd bewoond. Ook dat weet ik nog. Maar
het restaurant in de bocht van de weg, met houten stoelen, en van die grote
houten vensterbanken, dat zie ik zo voor me.
De herinnering zat er nog. Keurig
opgeborgen in een laatje in mijn hersenen. En bij het zien van onze gastheer
van destijds, herinnerde ik mij de beelden. Het is onvoorstelbaar wat er
allemaal aan herinneringen opgeborgen zit in laatjes. Zo nu en dan maar eens
één opmaken om herinneringen te herinneren.
Hotske.